Familienstammbaum Beltzer » Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot (1920-2012)

Persönliche Daten Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot 

  • Spitzname ist Jan.
  • Er wurde geboren am 15. Oktober 1920 in Gouda (ZH).
    Zie geb.reg. bij zijn zuster Helena
  • Berufe:
    • Oud KRL-Verpleger/Schrijver (Bijnaam: Scheeparts Pa).
      Jan Helsloot kwam in 1948 in dienst van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd als scheepsverpleger. Daarna voer hij circa 5 jaar als verpleger/schrijver op schepen zonder arts, met 60 man bemanning en 24 passagiers. In 1957 ging hij als bedrijfsverpleegkundige werken bij het ministerie van Defensie.
    • Ab 1985 Gepensioneerd.
  • Wohnhaft bis 2012: Veranda 4 (of 6), Amersfoort (Ut).
  • Er ist verstorben am 4. Oktober 2012 in Amersfoort (Ut), er war 91 Jahre alt.
    Jan Helsloot kwam in mijn leven nadat hij in de Nedlloyd-Pensioenkrant van februari 2005, in de rubriek: ’Een tweede leven’, een artikel over mij had gelezen. Hij belde mij toen op om, als oud-collega, herinneringen op te halen uit onze vaartijd. Hij was aan een goed adres, want ook ik denk met veel genoegen terug aan mijn tijd op zee. Ik bracht hem op de hoogte van het bestaan van het KRL-Museum en wist hem over te halen tot het schrijven van enkele Lloyd-verhalen (zie hoofdstuk: ’Lloyd-verhalen’ op deze website). Mede door zijn levenslustige en optimistische aard werden wij gaandeweg vrienden. Zo’n vier maanden geleden viel hij van zijn fiets en brak zijn heup. Na een korte revalidatie werkte hij alweer in zijn tuin. Zijn hoge leeftijd ging toen toch een grote rol spelen, waardoor hij 4 oktober in volle berusting overleed. Ik zal onze ’collegiale’ telefoongesprekken erg missen.
    Hugo den Boogert
  • Ein Kind von Michel Johannes Helsloot und Antonia Bernadetta Oosterwijk
  • Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 2. November 2019.

Familie von Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot

Er ist verheiratet mit Johanna Engelina Braams.

Sie haben geheiratet am 13. April 1955 in Rotterdam (ZH), er war 34 Jahre alt.Quelle 1

Zie huw.adv.

Notizen bei Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot

Zie CBG lijst, militiedocument

Titel: "HADJI-REIS NAAR MEKKA" - 1949
Geschreven door: Jan Helsloot

Mag ik me om te beginnen even voorstellen? Mijn naam is Jan Helsloot, nu (augustus 2010) wonend in Amersfoort. Als jongeman in dienst getreden van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd n.v. als scheepsverpleger en in bezit van de diploma’s ziekenverpleging A en B. "Wat zegt u? Kraamverpleging?" Het zgn. ‘ooievaartje’. "Nee, dat kon in mijn tijd nog niet, we schrijven 1948, maar een goede nascholing in het Rotterdamse Havenziekenhuis en de Boezembarakken kwam daarvoor in de plaats".

In april 1949 stap ik aan boord van de ‘Kota Baroe’. Aan het ontbijt maak ik kennis met de beide artsen en andere leden van de bemanning. Omdat bij de aanstaande Hadji-reis meer dan duizend passagiers aan boord komen, moeten er twee artsen aan boord zijn volgens voorschrift van de Conventie van Genève.

De trossen gaan los ....... in de middag komen er enige hutpassagiers aan boord. Witkielen sjouwen met kisten en koffers. De "Blue peter" (vertrekvlag) is al gehesen en een uur later komt daar nog de loodsvlag bij. Dan gaat er een roep over het schip: ‘voor en achter’ en de trossen gaan los. Dan laat de stoomfluit zich horen, drie stoten. Het geluid trilt door je voeten tot in je keel. Sleepboten trekken aan. Men roept nog wat naar de wal en wuift. Varend langs Schiedam, Vlaardingen en Pernis bereiken we de zee. Nu begint mijn eerste zeereis, een keerpunt in mijn leven. Wat wacht me achter de horizon? Ik zal u niet vermoeien met een verslag van de heenreis.

In Indonesië stappen we over op de ‘Kota Gede’ die de echte hadjireis gaat maken. In de vroege morgen klinkt geroezemoes uit de loods aan de kade. Onze passagiers, circa 1.200 in aantal, passeren langs houten tafels vol paperassen en klauteren dan aan boord. Wat ze niet allemaal meenemen! Potten en pannen, fruit en kippen, flessen en schalen, vijf koeien en een pispot! Achteruit rondom mijn hut is het een grote troep. Het bord ‘Dilarang Masoek’ (verboden toegang) heeft totaal geen effect want de meesten kunnen niet lezen. De koeien op het dek loeien, hanen kraaien en kippen kakelen. Geuren en kleuren; het is je reinste kampong en alle afval gooien ze op de grond. Over de dekken zijn tenten gespannen en trappen voeren naar de diepe ruimen. Daar spant men lijnen met daarover doeken voor de privacy.

De volgende morgen houdt dokter Hartog het eerste spreekuur. Het is alles schurft, zere ogen, zweren en malaria wat de klok slaat. Dan komt de eerste stuurman ons vertellen dat er een pelgrim is overleden. We mogen aan de dode niets doen. Hij wordt met een overvloed van water en zeep gewassen en in zijn pelgrimsgewaad gewikkeld. Dit bestaat uit twee witte ongezoomde lakens, daar omheen een fijn gevlochten rietmat. Bij de voeten wat stukken ijzer. Het is net een mummie. Het schip is stilgelegd en de bemanning staat aangetreden. Terwijl het lichaam dat op een houten stellage ligt, langzaam naar de golven daalt, wordt er onafgebroken eentonig gezongen. Petten worden afgenomen en dan valt met een plons het lijk in de golven. Dat moment grijpt me toch even aan. Ik zie echter geen spoor van verdriet, ja eerder opgewekte gezichten. Men meent met dit gedrag een wapen te hebben tegen de dood. De motoren slaan aan en het schip vervolgt haar reis.

Overleden pelgrims
Tijdens de reis vergezelde ik de eerste stuurman op zijn dagelijkse controles. Hij had me met nadruk gezegd dat ik niet alleen mijn ogen maar ook mijn neus moest gebruiken. Was er een verdachte weeïge geur, dan vroeg de eerste stuurman ‘Ada apa’ (wat is dat) wijzend op een grote bundel bagage. ‘Barang Toean’ (bagage mijnheer). ‘Boeka’ (openmaken) zei dan de stuurman. Dan werd het pak geopend en bleek een overleden pelgrim te bevatten. Dat men de overledenen voor ons verborg, had te maken met het geloof dat een begrafenis in het heilige land aan de pelgrimage een extra waarde verleende.

Kiespijn
Tijdens de spreekuren viel het me op dat behalve poliklinische gevallen erg vaak ‘sakit gigi’ (kiespijn) voorkwam. De patiënt kreeg dan een pilletje en ging weer heen. Ik kreeg daar een onbevredigend gevoel bij en zei dat tegen de dokter. Die zei: ‘wat moet ik anders?’. Ik weer: ‘de ergste gevallen trekken’. ‘Ja zeg, daar is toch geen beginnen aan’ was zijn antwoord. En toen ik hem vragend bleef aankijken, ‘wil jij het soms leren?’. Toen ik daar ja op antwoordde zei hij: ‘ok, zorg dat om 14.00 uur alles klaar staat’. Die middag leerde ik tanden en kiezen trekken al dan niet met verdoving. Vanaf die dag was ik dagelijks van 14.00 tot 16.00 uur met niets anders bezig. Een tandartsstoel was natuurlijk niet aanwezig dus klemde ik met de linkerarm het hoofd in een dubbele Nelson en trok de rotte kies er met mijn rechterhand uit. De in de gang gehurkt wachtende rij patiënten was meestal om 16.00 uur nog even lang als toen ik om twee uur begon. Dat was wel frustrerend, maar wie A zegt moet ook B zeggen. Als ik al die getrokken tanden en kiezen had bewaard, had ik daar een behoorlijk grintpaadje
van kunnen leggen!

Baby’s
Tijdens de reis kreeg ik steeds meer respect voor de geduldige en soms diplomatieke manier waarop de bemanning met de mensen omging. Op het dek stonden houten driepoten opgesteld met een draaibare pijl die op Mekka gericht was, aangegeven met het woord ‘Kiblat’. Hierdoor wisten de pelgrims naar welke richting zij vijfmaal daags hun gebeden moesten bidden. Bij koerswijzigingen werd de stand van de pijlen aangepast, wat steeds tot verwarring leidde. Als het werd uitgelegd, ging dat velen boven de tulband. De hierop volgende twistgesprekken vergden veel van het geduld van de bemanning. Hoewel er geen zwangeren onder passagiers mochten zijn, werden er toch heel wat baby’s tijdens de reis geboren. Men beschouwde het als een voorrecht voor de kleine tijdens de reis geboren te zijn. Al gauw wist ik wat mij te wachten stond en ik had in het vervolg steeds een soort kraamkoffertje bij de hand. Meestal als ik rustig van mijn maaltijd zat te genieten, klonk de roep over het schip: ‘Toean, anak baroe’ (mijnheer, een nieuw kind!). Ook wel: ‘peremboean boenting’ (zwangere vrouw). Maar goed dat ik tijdens mijn opleiding wat Maleis geleerd had. Gewapend met mijn koffertje daalde ik dan die verticale ijzeren trappen af , het ruim in en op zoek naar de nieuwe passagier. In de meeste gevallen was het kind al ter wereld gekomen en lag het gelukzalig in de veilige ronding van moeders arm. Dan kun je hoogstens nog vragen: ‘siapa namamoe’ (hoe heet het?). En dat was dan meestal: Ahmed, Kromo, Sarina of iets dergelijks.

Bij de allereerste baby die op het schip geboren was, wilde ik toch nog wel even zien of alles in orde was. Tot mijn grote verbazing zag ik op de top van de navelstreng ..........een balletje gehakt! Wat raar, wat was dat nou? Ik peuterde er wat aan terwijl de ouders glimlachend toekeken. Ineens viel het er in twee stukjes af. Toen ik wat van mijn verbazing was bekomen, verzorgde ik de baby met dermatol poeder en steriele gaasjes zoals ik dat geleerd had. Om niet uitgelachen te worden, sprak ik er met niemand over. Maar bij de tweede en derde baby zag ik die balletjes weer. Ik liet het maar zo. De volgende dag sprak ik er de mandoer op aan, een pientere kerel die wat Engels en Nederlands sprak. Ik vertelde hem van mijn ervaring en verbazing en terwijl zijn donkere ogen glinsterden van ingehouden pret zei hij ‘Ach Toean’. (Nu na 60 jaar hoor ik nog de klank van zijn stem. Nu vroeg eens een blanke man aan hém om opheldering, meestal was het andersom). Het zit zo Toean, u zult wel bemerkt hebben dat onze vrouwen sirih pruimen. Als zij voelt dat de bevalling er aankomt, wordt de pruim niet ’s avonds weggegooid maar bewaard tot de volgende dag. Er gaan dan wat verse blaadjes bij en het gaat de mond weer in. Op de dag van de geboorte haalt ze de pruim uit de mond, boort er met haar pink een gaatje in en stulpt dat over de navelstomp. De pruim die nu veel ptyaline uit het speeksel bevat, voorkomt dat het navelwondje gaat ontsteken. Ik bedankte de mandoer voor zijn uitleg en dacht: ’s lands wijs, ’s lands eer

Aankomst
En na al die belevenissen was daar dan de Rode Zee waar het heter was dan in de tropen. Djeddah is
de havenplaats van Mekka. Het was voor de bemanning een verbazingwekkend schouwspel om te zien hoe rap 1.200 passagiers het schip verlaten. Een goede vriend van mij noemt dit ‘lopende lading’. Met hun hele hebben en houwen stromen kleinere boten vol die de passagiers naar de wal brengen. Iedereen aan boord slaakte een zucht van verlichting en de bemanning begon direct aan de immense taak alles weer te klaren. Het was er bloedheet en we vonden het allemaal heerlijk toen de frisse oceaanwind onze verbrande koppen wat afkoelde.

Titel: FATALE SPRONG - 1950
Geschreven door: Jan Helsloot

In het jaar 1950 voeren we met het m.s. "Mataram" van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd van Honolulu naar Seattle. Het weer was mooi maar er stond een sterke deining. Kort voor ons vertrek uit Rotterdam had men uit de stalen wand van het stuurhuis met de snijbrander een deuropening uit-
gesneden. Hutten werden daardoor van buitenaf gemakkelijker bereikbaar.

Er was geen tijd meer om er een stalen waterdichte deur in te zetten, dat zou na de volgende reis gebeuren. De randen waren ruw en onafgewerkt en hier en daar gemeen scherp. Vóór deze opening was het open stalen hoofddek. Op zekere dag stond hier een olieman (machinekamerpersoneel) over de zee uit te kijken. Hij wachtte tot hij door de 1e Machinist zou worden geroepen voor een gesprek indiens hut. Toen hij geroepen werd nam hij een korte aanloop om over de hoge drempel te springen. Op schepen zijn de drempels van buitendeuren altijd zo’n 25 cm. hoog om te voorkomen dat overslaand zeewater naar binnenstroomt. De man raakte met z'n voorhoofd de scherpe ruwe bovenkant van de deuropening en werd daardoor letterlijk gescalpeerd. Zijn behaarde hoofdhuid zat geplooid op zijn achterhoofd. Op dat moment was ik in mijn kantoortje bezig met de scheepsadministratie en mijn gedachten gingen zo nu en dan terug naar de mooie Hulameisjes in Honolulu. Plotseling was er stemmenrumoer en de roep "Pa, Pa!” Ik ging op het geroep af en trof de man aan in een grote plas bloed. Het ontvelde bot van zijn schedel blonk als parelmoer in het zonlicht. Zijn ogen waren gesloten en ik verwachtte dat hij in shock was geraakt. Voorzichtig werd hij door vele handen naar het scheepshospitaaltje gebracht. Daar poogde ik de bloeding te stelpen. Terwijl ik daarmee bezig was kwam de man weer bij. Pols en ademhaling werden langzaamaan weer normaal. De patiënt werd hoog in de kussens gezet en kreeg een voorlopig drukverband. De bloedingen namen af en zijn pupillen waren niet meer verwijd. Van shock gelukkig geen sprake meer.

En daar sta je dan en het flitste door me heen; hier moet ik wat aan doen, dit kan ik zo niet laten, die hoofdhuid moet terug! Maar dat kan niet bij volle bewustzijn. Ik moet hem onder narcose brengen, een alarmerende gedachte, Oei, en dat midden op de oceaan en op een deinend schip met alleen de Scheepstimmerman om me te assisteren en op pols en ademhaling te letten. Hoe ging dat ook al weer? Het was alweer zo lang geleden. Ja, met Pentothal maar hoeveel? Ik moest ergens tussen mijn boeken een tabel hebben en die was gauw gevonden. De patiënt heette Oetse, was goed gebouwd en ca. 32 jaar oud. Ik vroeg: "Joh wat weeg je?" en hij zei: “Schoon aan de haak 85 kilo Pa”.

Ik las de hoeveelheid Pentothal die bij dit gewicht paste van de tabel en maakte de spuit gereed. Tegen Oetse zei ik: "Ik ga je nu onder narcose brengen, tel straks maar van een tot tien". Tijdens de intraveneuse injectie telde hij maar kwam niet ver. We legden de patiënt in zijligging zodat de tong tijdens de operatie niet naar achter kon zakken en zo de luchtweg blokkeren. Samen verwijderden we het drukverband. De deining was zeer hinderlijk. De Timmerman lette weer op pols en ademhaling en ik hield me bezig met het weer op zijn plaats brengen van de naar achter geschoven hoofdhuid. Gelukkig was er geen zichtbare botbreuk maar op de hechtingen kwam veel spanning te staan waardoor sommige inscheurden. Ondanks dat bereikte ik toch een lange, goed sluitende wond welke ik op enkele plaatsen met agraves (zilveren krammetjes) moest versterken. Het eindresultaat was een wat rafelige wond van 24 cm. Lengte. Na wat wound-cleaning hebben we samen met veel moeite een tulbandachtig verband aangelegd. Het geheel duurde uren. Tenslotte zit je samen te wachten of de patiënt wel bij zal komen, dat was zeer spannend. Opeens bewoog hij, deed zijn ogen open, glimlachte, voelde aan zijn hoofd en zei: “Ha, Pa!” De spanning brak en ik vroeg of hij iets wilde eten of drinken, zeg het maar”. Het antwoord was: “Pa, ik barst vande honger en ik wil graag Nasi Goreng met alles erop en eraan".

Ik verzocht mijn onschatbare Timmerman naar de kombuis te gaan en voor drie man nasi te bestellen. Daar hebben we met z’n drieën van gesmuld en gedronken.

Twee dagen en nachten bleef hij in het scheepshospitaaltje en ik sliep in het andere bed. Hij kreeg veel bezoek en soms was het dolle pret. Daarna mocht de ‘sultan’ (vanwege zijn verband) weer naar zijn eigen kooi. De patiënt was jong en sterk en in goede conditie waardoor hij voorspoedig genas.

Titel: EEN BANGE NACHT - 1950
Geschreven door: Jan Helsloot

Op een van mijn zeereizen bij de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd deden we in 1950 Menado aan. Ons schip, het ms Mataram, was een prachtig vrachtschip met passagiers accommodatie voor 20 passagiers. Zestig bemanningsleden en geen dokter aan boord! Mijn functie was Verpleger/purser en ik werd altijd aangesproken met ‘Pa’. Heel vroeger had men chirurgijns, daarna een Ziekenvader, Ziekenpa en tenslotte, kortweg Pa. Ik meen dat dat bij de Marine nog zo is.

ms Mataram
Menado is de noordelijkste havenplaats van het Indonesische eiland Celebes dat nu Sulawesi heet. Ons doel was er copra te laden in bulk (niet in zakken maar los gestort). Copra is het gedroogde vruchtvlees van de kokosnoot. In die jaren was er nog geen afmeerkade dus het schip lag op de rede voor anker. Het was een bijzondere lading want het hele schip en de omgeving waren vergeven van duizenden kleine, vliegende torretjes die ’s nachts over je nakie liepen, net als de kakkerlakken. Door de hitte en het stof werd er extra veel gedronken, vooral ijsthee en ijswater.

Na genoten te hebben van een mooie zonsondergang, gingen we op weg naar Ujung Pandang, vroeger Makassar geheten. Wie geen dienst had, ging vroeg ter kooi.

Het was al na middernacht toen er op mijn vliegendeur werd geklopt. Iemand vroeg: “Pa, ben je wakker?” “Ja, Boots”, zei ik want ik herkende zijn stem. “Wat is er?” “Pa, ik kan niet pissen.” Ik deed vlug mijn kamerjas aan om naar het hospitaaltje te gaan waar de patiënt op de onderzoektafel ging liggen. Intussen zocht ik alles bij elkaar wat nodig was voor de catheterisatie. De medische uitrusting op deze schepen was geweldig goed en uitgebreid. De patiënt was rustig maar de blaas was overvol. De catheterisatie verliep niet goed, ik stuitte op een obstakel, ook met de aller dunste catheter lukte het niet. Ook de manier om op geleide van drie dunne catheters een wat dikkere naar binnen te brengen, mislukte. Ik maakte een zogenaamde ‘fausse route’, er kwam bloed en dan moet je stoppen. Of het kwam door een vernauwing, prostaat, kramp of door mijn onervarenheid, ik weet het niet. Ook injecties met morfine en scopolamine hadden geen resultaat. Ik bracht de patiënt naar zijn bed en waarschuwde de Scheepstimmerman om op hem te letten. De toestand verergerde en ik had hulp nodig. Die probeerde ik te krijgen door via de radio medisch advies te krijgen. Dat betekent dat ik de Kapitein en de Marconist moest wekken. Iedere schepeling weet wat het zeggen wil als je ‘de Ouwe’ wakker moet maken. De aanvraag ging de lucht in maar na een uur wachten, was er nog steeds geen antwoord en moest ik ten einde raad de Kapitein verzoeken om terug te keren naar Menado. Dat was niet niks maar hij was vol begrip het ging tenslotte om een mensenleven al was het wel een schadepost voor de Maatschappij. Bevel van de Kapitein naar de machinekamer en het schip keerde. Het was de enige keer in mijn zeeperiode dat het schip de kant opging die ik wilde!

In het donker liep ik over het dek te ijsberen en overwoog die andere oplossing. Het instrumentarium bevatte namelijk ook een "trocar". Dit geheel metalen instrument moet men zich voorstellen als een schroevendraaier waarvan de punt drie scherpe snijvlakken heeft. Daaroverheen past een veel korter zilveren buisje waaraan een klein handvatje zit. Het is de bedoeling om dit apparaat door de buikwand te stoten tot in de blaas. Daarna het handvat met de priem terug te trekken en het zilveren buisje op zijn plaats te laten. Hierdoor kan dan de urine weglopen

Ik wist ook heel goed waar dat ding naar binnen moest, namelijk zo’n drie centimeter boven zijn fluitje. Maar ik was ó zó bang het buikvlies te raken, alhoewel een zeer volle blaas het buikvlies mee omhoog neemt. Doe ik niets, dan overlijdt de patiënt aan urine- vergiftiging. Raak ik toch het buikvlies dan kan een buikvliesontsteking het gevolg zijn. Het apparaat lag zachtjes te bobbelen in mijn sterilisator maar ik twijfelde en bleef twijfelen. Totdat me iets te binnen schoot. Ik had geleerd dat een behandeling met afwisselend warm en koud water een kramp kon opheffen. Laat ik dit proberen, ik zocht de Timmerman weer op en zei dat hij een badbroek moest aantrekken. Dat deed ikzelf ook. De gehele was- en douchegelegenheid stond tot mijn beschikking, de Matrozen sliepen nog. Ik bestelde een emmer warm en een met koud water. We haalde de, al wartaal sprekende, Bootsman uit zijn hut, ontkleedden hem en drukten hem afwisselend tien tellen in het warme en twee tellen in het koude water. Ook van de koude en warme douches maakten we gebruik. Hoe lang we toen met de patiënt aan het jongleren zijn geweest, weet ik niet meer maar toen hij, door ons beiden gesteund, onder de warme douche stond, mompelde hij: “Pa, kijk eens” en oh wonder, hij plaste. Er leek geen eind aan te komen en hij ging steeds rechter op staan. Afdrogen, onder de wol en slapen was het devies.

Ja, en toen moest ik weer naar de Gezagvoerder. Hij was natuurlijk blij voor de patiënt en vroeg me: “Zeg, Pa, moeten we weer omkeren of doorstomen naar Menado?” Ik vroeg hem om alstublieft door te varen naar Menado. Ik wilde absoluut niet omkeren want wie gaf mij de verzekering dat de kramp zich niet zou herhalen. En zo gebeurde.

De Matrozen die de volgende ochtend ontwaakten, zeiden tegen elkaar: “Wat gek, we hadden gisteren land aan bakboord en nu hebben we het weer aan stuurboord.” Zij kregen als antwoord: “Dat klopt, want we zijn vannacht omgekeerd. Dat is op order van Pa gebeurd!” “Ja, kom zeg, daar heeft Pa toch niets over te vertellen?” En toch was het zo. Het radiomedisch advies kwam pas na negen uur en adviseerde precies datgene dat ik had gedaan. De patiënt liep fluitend met zijn koffertje in zijn hand, de loopplank af op weg naar de bestelde ambulanceauto.

Na deze nachtmerrie en het ontbijt, ging ik de boel in het hospitaal opruimen. Je bent dan wel hoofd Medische dienst maar je bent ook je eigen krullenjongen. Met een zucht van verlichting legde ik de zo gevreesde trocar terug in zijn doos. Alles was toch nog goed afgelopen. Maar die nacht heb ik hem wel erg geknepen.

Menado - Celebes

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Johannes Cornelis Theodorus Helsloot

Johannes Cornelis Theodorus Helsloot
1920-2012

1955

Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. GBA

Historische Ereignisse

  • Die Temperatur am 15. Oktober 1920 lag zwischen 3,0 °C und 14,6 °C und war durchschnittlich 9,6 °C. Es gab 0,9 mm Niederschlag. Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 2 Bft (Schwacher Wind) und kam überwiegend aus Süden. Quelle: KNMI
  • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) war von 1890 bis 1948 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
  • Von 9. September 1918 bis 18. September 1922 regierte in den Niederlanden das Kabinett Ruys de Beerenbrouck I mit Jonkheer mr. Ch.J.M. Ruys de Beerenbrouck (RKSP) als ersten Minister.
  • Im Jahr 1920: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 6,8 Millionen Einwohner.
    • 2. Februar » Die Unabhängigkeit Estlands wird von Russland nach dem fast zwei Jahre dauernden estnischen Freiheitskrieg im Frieden von Dorpat anerkannt.
    • 27. Februar » Major Rudolph William Schroeder erreicht als Erster eine Höhe von über 10.000Metern in einem Flugzeug.
    • 2. April » Die deutsche Reichswehr marschiert in das Ruhrgebiet ein, um den Aufstand der kommunistischen Roten Ruhrarmee niederzuschlagen.
    • 23. Juli » Das Protektorat Britisch-Ostafrika wird in die britische Kronkolonie Kenia umgewandelt.
    • 25. November » Der Maler Paul Klee wird von Walter Gropius zunächst als Formmeister an das Bauhaus in Weimar berufen.
    • 22. Dezember » In Deutschland beginnen regelmäßige Rundfunksendungen durch den Sender Königs Wusterhausen.
  • Die Temperatur am 13. April 1955 lag zwischen 3,1 °C und 13,3 °C und war durchschnittlich 9,3 °C. Es gab 8,1 Stunden Sonnenschein (59%). Es war halb bewölkt. Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 3 Bft (mäßiger Wind) und kam überwiegend aus Nord-Westen. Quelle: KNMI
  • Koningin Juliana (Huis van Oranje-Nassau) war von 4. September 1948 bis 30. April 1980 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
  • Von 2. September 1952 bis 13. Oktober 1956 regierte in den Niederlanden das Kabinett Drees II mit Dr. W. Drees (PvdA) als ersten Minister.
  • Im Jahr 1955: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 10,7 Millionen Einwohner.
    • 8. Januar » Am Hessischen Staatstheater in Wiesbaden wird die Revue-Operette Wir reisen um die Welt von Charles Kálmán unter dem Titel Der große Tenor uraufgeführt.
    • 25. Januar » Die UdSSR beendet den Kriegszustand mit Deutschland mit dem Erlass des Präsidiums des Obersten Sowjets der UdSSR.
    • 10. Juni » Der Grundstein für das europäische Kernforschungslabor CERN wird gelegt.
    • 3. September » In Deutschland wird die erste selbstwählbare Telefonverbindung ins Ausland eingerichtet, nämlich die Ortsverbindung Lörrach–Basel.
    • 7. September » Überschwemmungen in Indien machen etwa 45 Millionen Menschen obdachlos, die Anzahl der Toten ist unbekannt.
    • 2. Oktober » ENIAC, der zu den ersten Computern zählte, wird abgeschaltet. Er war einer der letzten mit dem Dezimalsystem operierenden Computer.
  • Die Temperatur am 4. Oktober 2012 lag zwischen 10,0 °C und 15,1 °C und war durchschnittlich 11,6 °C. Es gab 9,0 mm Niederschlag während der letzten 5,2 Stunden. Es gab 4,6 Stunden Sonnenschein (40%). Es war schwer bewölkt. Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 3 Bft (mäßiger Wind) und kam überwiegend aus Süd-Westen. Quelle: KNMI
  • Koningin Beatrix (Huis van Oranje-Nassau) war von 30. April 1980 bis 30. April 2013 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
  • Von Donnerstag, 14 Oktober, 2010 bis Montag, 5 November, 2012 regierte in den Niederlanden das Kabinett Rutte I mit Mark Rutte (VVD) als ersten Minister.
  • Von Montag, 5 November, 2012 bis Donnerstag, 26 Oktober, 2017 regierte in den Niederlanden das Kabinett Rutte II mit Mark Rutte (VVD) als ersten Minister.
  • Im Jahr 2012: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 16,7 Millionen Einwohner.
    • 22. Mai » Mit dem 634Meter hohen Tokyo Skytree wird der bis dahin höchste Fernsehturm und gleichzeitig das zweithöchste freistehende Bauwerk der Welt eröffnet.
    • 29. Mai » Die jahrelang unter Hausarrest stehende myanmarische Oppositionspolitikerin Aung San Suu Kyi bricht zu ihrer ersten Auslandsreise seit 24Jahren ins benachbarte Thailand auf.
    • 22. Juni » Nachdem Yousaf Raza Gilani vom Verfassungsgericht abgesetzt wurde, wird Raja Pervez Ashraf zum neuen Ministerpräsidenten Pakistans gewählt.
    • 30. Juni » Ólafur Ragnar Grímsson wird als Präsident Islands wiedergewählt.
    • 21. September » In Wilhelmshaven geht der JadeWeserPort offiziell in Betrieb.
    • 19. Dezember » Die konservative Politikerin Park Geun-hye (Saenuri-Partei) gewinnt als erste Frau die Präsidentschaftswahl in Südkorea.


Gleicher Geburts-/Todestag

Quelle: Wikipedia

Quelle: Wikipedia


Über den Familiennamen Helsloot

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Helsloot.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Helsloot.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Helsloot (unter)sucht.

Die Familienstammbaum Beltzer-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
A.E.M. (Ton) Beltzer, "Familienstammbaum Beltzer", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-beltzer/I12223.php : abgerufen 6. Mai 2024), "Johannes Cornelis Theodorus "Jan" Helsloot (1920-2012)".