http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Daniël_van_Esch
Raad van State: Commmissieboeken,
Daniel van Esch
Functie Schoolmeester, koster, voorlezer en voorzanger te Vlierden
Datum 2-8-1696
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.01.19, inventarisnummer: 1533, folionummer: 204
http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Daniël_van_Esch
"Daniël van Esch was een protestantse schoolmeester in Vlierden die tevens in zijn levensonderhoud voorzag door het stoken van jenever en het uitbaten van een herberg.
Daniël van Esch was een zoon van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch en Maria Magdalena Sauvé. Uit zijn eerste huwelijk met Clasina van Leusden, overleden te Vlierden in 1708, werden tenminste de volgende kinderen geboren, allen nederduits gereformeerd gedoopt:
Wouter, ged. 7 januari 1685
Willem, ged. 5 juli 1699
Antonetta, circa 1700
Catharina, circa 1700
Otto, ged. 30 oktober 1701
Hij hertrouwde na het overlijden van zijn eerste vrouw met Petronella de Boon, met wie hij de volgende kinderen kreeg:
Clasina, ged. 10 april 1709
Helena, ged. 20 mei 1710
Op 29 mei 1737 lieten zijn kinderen het ouderlijk huis met een klein huisje aan het Kloostereind, de huidige Kapelweg, publiek verkopen. Nieuwe eigenaar werd Jan Claassen van der Zanden voor 79 gulden.
[bewerken]Klachten
Hij werd in het laatste decennium van de 17de eeuw tot schoolmeester van Vlierden aangesteld. Al spoedig raakte hij in onmin met de Vlierdenaren. Zij lieten enige notariële akten opmaken, waarin diens wangedrag en plichtverzuim tot in de kleinste bijzonderheden werden vermeld. De eerste akte, waarin het gedrag van Van Esch aan de kaak werd gesteld, dateert van 22 maart 1701 en werd verleden voor notaris Pieter de Cort te Helmond, die tevens drossaard en secretaris van de heerlijkheid Vlierden was. Klagers waren de Vlierdense president-schepen Gevard van Doorne, de armmeester Jan Vervordeldonk en de borgemeester Peter Driessen van de Baarschot. Eerstgenoemde was kastelein en de twee anderen landbouwer.
Het drietal klaagde over de inhaligheid van de schoolmeester. Gevart van Doorne verkaarde dat hij voor de doodschuld van zijn overleden vrouw, twee of drie weken daarvoor, aan de schoolmeester 17 stuivers had moeten betalen. De armmeesters hadden een oom die lange tijd met zijn gezondheid gesukkelend had en meer dan twee jaar door de armmeesters moest worden ondersteund voor zijn levensonderhoud. Die oom was enige tijd geleden begraven en bij die gelegenheid hadden de naburen meer dan ordinair geluid, waardoor de clocke in perikel was van te bersten. Enkele dagen na de uitvaart kwam Van Esch bij Vervordeldonk aan met een rekening van 24 stuivers. De armmeester bracht daartegen in dat zoiets publieke afzetterij was en hij wel eens wilde weten waarom hij zoveel moest betalen. Mondeling gaf Van Esch daarop een gespecificeerde rekening: Ik moet hebben 14 stuivers van een groot lijk (een volwassenen), 7 stuivers voor 't aantekenen in het doodboek en nog eens 3 stuivers omdat er door de naburen meer dan normaal werd geluid: in totaal dus 24 stuivers. De armmeester betaalde morrend en de schoolmeester ging de deur uit.
Peer Driessen had later met Vervordeldonk nog een klacht tegen de schoolmeester. In de winter van 1700 op 1701 waren de kinderen van Driessen, zowel als die van de armmeester, bij Van Esch naar school gegaan en deze had hen, zoals ze beweerden, schromelijk afgezet. Dat hadden ze ook tegen de schoolmeester gezegd, maar deze had geantwoord, dat de boeren altijd bestolen worden, maar dat het zelf de grootste schelmen van de wereld waren. Voor één kwartaal moesten ze per schoolgaand kind 9 stuivers betalen, een tarief dat daarvoor nog nooit door een schoolmeester was gevraagd.
Ook waren er uitgebreide klachten over de jeneverstokerij van Daniël van Esch. Het jaarsalaris van 200 gulden was voor Van Esch onvoldoende en daarom schafte hij zich een stookketel aan, waarmee hij in de klas jenever ging stoken die hij vervolgens in zijn herberg verkocht.
Op het torentje van de Vlierdense kapel was destijds geen torenuurwerk maar de schoolmeester genoot toch jaarlijkse 36 gulden voor corporele diensten (het opdraaien van de dorpsklok), een inkomstenpost waarvoor Van Esch totaal niets hoefde te doen.
Het was het een oeroud gebruik dat de meester, voor hij met de lessen begon, even aan het schoolklokje trok; maar Van Esch had dit op twee of drie keer na nooit gedaan. Ook 's middags om twaalf uur trok hij niet aan de klok, iets wat in Deurne en andere omliggende plaatsen wel stipt gebeurde. Dat middagkleppen was belangrijk. Uurwerken vond men omstreeks 1700 nog niet in ieder huis en horloges kenden de meeste boeren slechts van horen zeggen. Voor de landbouwers, en dat waren vrijwel alle Vlierdenaren, en hun vrouwen was het erg lastig als men niet wist hoe laat het was. Maar Van Esch was niet de enige die op dit punt nalatig was. Dergelijk verzuim kwam meer voor onder de schoolmeesters in Peelland en het werd hun vrij zwaar aangerekend.
Van Esch trok zich van alle klachten en bedreigingen niets aan. Hij liet de drost, die een tiental winstgevende betrekkingen bekleedde, op kosten van de gemeente aktes schrijven. De boeren die zijn brandewijn dronken en de herbergiers die zijn jenever kochten liet hij verklaren wat ze wilden, meester Daniel week geen haarbreed van de weg, die hij ingeslagen had. Hij luidde noch het schoolklokje, noch de dorpsklok; hij stookte meer jenever dan ooit; hij mestte varkens, enz. Zijn zaken gingen opperbest.
[bewerken]Moord in de herberg
In 1698 van er in de herberg van schoolmeester Daniël van Esch een moord plaats. Op 8 september 1698 kreeg rond 8 uur 's avonds ene Jacob Hermans van Gerwen tijdens het kaartspel hevige woordenstrijd met Evert Antonie Cuijpers. Na enkele klappen over en weer wilde Cuijpers een stoel grijpen om daarmee Van Gerwen aan te vallen, maar die greep zijn mes en stak Cuijpers daarmee dwars door zijn keel. Binnen enkele minuten tijd stierf deze ter plekke. Catelijn Goorts, die als dienstmeid bij de familie Van Esch werkte, was getuige van de vechtpartij en vluchtte met een van de kinderen van de schoolmeester de kelder in. Toen ze weer te voorschijn kwam uit de kelder zag en hoorde ze het slachtoffer nog twee keer rochelend ademhalen waarna hij overleed. De dader vluchtte uit Vlierden en werd enkele maanden laten bij verstek ter dood veroordeeld.
[bewerken]Malafide deurwaarder
In 1711 bekleedde Daniël de functie van deurwaarder in dienst van de Raad van Brabant. Dat hij zijn functie niet plichtsgetrouw vervulde blijkt uit het volgende voorval. De Astenaar Jacob Bogaarts den Oude had een proces verloren en was bang dat Van Esch zou komen om ter voldoening van de kosten en de boete een deel van zijn veestapel af te panden. Maar Van Esch stelde hem gerust en vertelde hem dat hij tijdig zou laten weten wanneer hij zou komen afpanden, zodat Bogaarts zijn voorzorgsmaatregelen zou kunnen treffen en zijn vee elders in veiligheid te brengen. Als vergoeding hiervoor nam hij van Bogaarts wel twee hoenders in ontvangst."
28 Men gaat niet in op het verzoek van Daniel van Esch schoolmeester te Vlierden en wordt de heer van Villers, kwartierschout in Peelland, gelast de paapse school aldaar te removeren en metterdaad te laten ophouden en aan de Raad te schrijven over zijn verrichtingen.
Datering:
woensdag 23 juli 1692
Pagina:
622
Plaats:
Vlierden
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
237
Bron:
Raad van State
169 Rekest van Daniel van Esch schoolmeester, koster en voorlezer in het dorp Vlierden onder het kwartier Peelland klagende dat de schepenen allen zijnde van de roomse religie, hem een bekwame woning en schoolhuis weigeren, wat de dorpen volgens het schoolreglement wel dienen aan te bieden, terwijl zij een paapse priester midden in het dorp onderhouden; ze trekken zelfs zijn kwaliteit als schoolmeester in twijfel ondanks het feit dat hij zijn commissie aan hen heeft laten zien, vandaar dat hij de Raad van State verzoekt dat die de genoemde roomse schepenen binnen 14 dagen dagvaart om voor de Raad te verschijnen om aan te geven wat ze hebben in te brengen tegen hem als persoon en zijn bekwaamheid, gedrag en kwalificatie. Dit rekest gaat naar de heren die in de Meierij op de verpachting der tienden komen om partijen te horen en na dit verhoor de nodige orders te stellen tot handhaving van het schoolreglement en andere plakkaten die rond dit thema zijn uitgegeven.
Datering:
woensdag 8 mei 1697
Pagina:
380
Plaats:
Vlierden
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
244
Bron:
Raad van State
322 Men gaat niet in op het verzoek van Daniel van Esch schoolmeester en koster te Vlierden in kwartier Peelland die verzoekt om een traktement van 200 gl. te mogen krijgen zoals dat ook andere schoolmeesters genieten; rentmeester Frans van Heurn wordt gelast om komend voorjaar de kerk van Vlierden te laten repareren welke reparatie de 50 gl. niet te boven mag gaan; voorts kan niet ingegaan worden op het verzoek van Andries Goorts, Gerrit Jan Veddens, Jan de Leeuw en Jan Anthonis c.s. pachters van ’s lands hoeven onder de administratie van rentmeester Van Leefdael i.v.m. achterstallige pachtpenningen; gelast wordt bij deze aan de provisoren van het armengodshuis of Apostelhuis te Mierlo met documenten binnen 14 dagen te doen blijken dat de penningen die zijn voortgesproten uit de verkoop van de eikenbomen op grond en erf van het genoemde huis gebruikt zijn tot betaling van schulden; bericht over het vergieten van de grote klok van Blaarthem en Gestel voor 200 gl. en iedere keer als men de klok laat luiden over een dode betaalt men 6 st. en over een overleden kind 3 stuivers wat ook gaat gelden voor andere dorpen in de Meierij waar de regenten onmachtig of ongenegen zijn hun gebarsten klokken te laten vergieten en aan de resp. kosters en schoolmeesters van die dorpen wordt gelast die penningen te innen en aan de kerkmeesters te verrekenen die vervolgens gelast worden daaruit de onkosten van de klokken te betalen wanneer deze gebarsten zijn en vergoten moeten worden en een extract van dit besluit gaat naar de rentmeesters der geestelijke goederen.
Datering:
woensdag 9 oktober 1697
Pagina:
731v
Plaats:
Vlierden / Mierlo / Blaarthem / Gestel
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
244
Bron:
Raad van State
401 Rapport n.a.v. een rekest met annexe stukken van de regenten van de heerlijkheid Vlierden in het kwartier Peelland die trachten te bewijzen dat Daniel van Esch schoolmeester aldaar en koster nog geen 7 jaren geleden zich beholpen heeft met het fabriceren van valse attestaties en dat het zeer gevaarlijk is voor de jeugd om onder het gezag van zo’n schoolmeester te staan en ze verzoeken de Raad van State deze schoolmeester uit zijn ambt te ontslaan en hun arme gemeente via een akte te ontheffen van het onderhoud van een schoolmeester. De stukken worden overhandigd aan de officier van genoemde heerlijkheid met de opdracht zich nader te informeren over de praktijken van de schoolmeester en tegen hem te procederen en verslag te doen van zijn inspanningen.
Datering:
dinsdag 31 december 1697
Pagina:
984
Plaats:
Vlierden
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
244
Bron:
Raad van State
85 Rekest van Daniel van Esch [er staat Osch] schoolmeester, voorlezer en koster te Vlierden aan wie is verleend een executoriaal ten laste van de regenten van Vlierden nl. dat hij hen kan dwingen de 36 gl. te betalen welke de schoolmeesters genieten voor het onderwijs aan arme kinderen en andere diensten
Datering:
woensdag 15 juni 1701
Pagina:
1053
Plaats:
Vlierden
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
250
Bron:
Raad van State
3 Akkoord tussen de regenten van Vlierden en de schoolmeester aldaar waarbij genoemd worden Daniel van Esch als schoolmeester, Gerard van Doerne president-schepen en Jan Antoni Smits schepen over de klachten van Daniel van Esch over de ongeschiktheid van het schoolhuis dat nodig gerepareerd moet worden nl. muren, wanden. vloeren, daken, ramen etc., elke drie maanden van ieder kind schoolgeld genieten à 6 stuivers, voor het luiden der doden 8 stuivers, 1 oude en 4 stuivers voor een jonge dode, op 12 januari zullen de regenten hem 3 vaten rogge geven voor het onderwijzen der arme kinderen, voor corporele diensten 18 gl. per jaar dit omdat er geen uurwerk is want anders zou hij 36 gl. ontvangen, 15 gl. voor de huur van een huis dat hij heeft gehuurd.
Datering:
11-7-1701
Soort akte:
Plakkaat / Resolutie
Plaats:
Vlierden
Toegangsnummer:
8
Inventarisnummer:
47
Bron:
Leen- en Tolkamer
173 Rekest van de schepenen en regenten van Vlierden klagende dat Daniel van Esch voorlezer en schoolmeester aldaar continueert, ondanks de orders ter contrarie gegeven, in het schoolhuis twee sliry- of brandewijnketels te stellen met de kuipen daartoe behorende en dezelfde school in weerwil van de supplianten als regenten tot een ‘formeel stoockerije huijsinge’’ gebruikt en daarnaast stalt hij er nog vier varkens zodat sinds maart er geen school gehouden is en ook geen school staat gehouden te worden vanwege die slirystokerij, dat er bovendien geen klok wordt geluid om de kinderen op te roepen naar school te komen ‘maer ter contrarie met sijn voorsz. stoockerije als deselve uijt verkopende met de groote ende kleine maet, de gemelte huijsinge tot soodanigen publiquen dienst en neeringe is gebruijckende en derhalven versoeckende om alle klagten verder voor te komen, gelijck alreede geschiet sijn, dat haer Ed: Mo: gelieven den schoolmr. van Esch te verplaatsen off denselven soodanig te corrigeren dat hij sijn ampt en bedieninge volgens haer Ed: Mo: ordre en reglement behoorlijck waarneme en denselven wel scherpelijck te interdiceren de voorsz. neeringe meer te doen met last dat hij de schoole ruijme en brenge in sijn voorigen staet als ’t behoort ofte andersints te disponeren als haer Ed: Mog: bij pene van cassatie off suspensie sullen oordeelen te behoren’. Waarop is gedelibereerd en besloten aan de schoolmeester te ordonneren het schoolhuis te ontledigen van de genoemde ketels en kuipen en verdere toestel van de brandewijnstokerij en zich te reguleren naar het schoolreglement zonder daarvan in gebreke te blijven, welk besluit hem ter hand gesteld zal worden
Datering:maandag 9 oktober 1702
Pagina:634v
Plaats:Vlierden
Toegangsnummer:178
Inventarisnummer:254
Bron:Raad van State
268 Rekest en annexe bescheiden van schepenen en regeerders van Vlierden in het kwartier van Peelland waarna aan Daniel van Esch schoolmeester en voorlezer aldaar geordonneerd zal worden uiterlijk binnen 8 dagen de order na te komen die hem zijn gegeven bij resolutie van de 9e oktober jl op pene van cassatie
Datering:
dinsdag 5 december 1702
Pagina:
967
Plaats:
Vlierden
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
254
Bron:
Raad van State
http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Kapelweg:"
Dorpsschool
Lange tijd heeft de dorpsschool in Vlierden aan de Kapelweg gestaan. In 1869 verhuisde de schooljeugd naar de nieuwe school op het Schooteind. Daarvóór gingen vele generaties jonge Vlierdenaren hier ter school. De plek waar de school stond moet ongeveer in het midden van de Kapelweg aan de oostkant gezocht worden. Aan de Kapelweg stond dus ook de school waar Daniël van Esch in 1701 zijn jenever stookte in het schoollokaal. Nadere bijzonder over de jeneverstokerij van Daniël van Esch zijn te vinden in het desbetreffende artikel."
http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Daniël_van_Esch
In Vlierden bestonden in de loop van de tijd verschillende jeneverstokerijen. Een opvallende was:
jeneverstokerij Daniël van Esch van de schoolmeester Daniel van Esch, die in 1702 op school een stokerij installeerde en er tot 1712 zelf werkte. Daarna verhuurde hij zijn bedrijfje. In 1715 waren in Vlierden Mathijs Sillekens en Jan Vervoordeldonk jeneverstokers. In 1754 bestond er nog één branderij, maar in 1791 geen meer.
Jeneverstokerij Daniël van Esch
De jeneverstokerij van schoolmeester Daniël van Esch riep in 1701 felle weerstand op bij de bevolking van Vlierden, maar werd tot 1712 door hem voortgezet.
Van Esch ging naast het lesgeven ook jenever stoken. Zijn inrichting was van zeer bescheiden aard. Op 8 april 1701 verklaarde een aantal Vlierdenaren dat de schoolmeester in zijn huis eenen sliery- of stoocketel heeft staende, en dat denselven schoolmeester dagelijcx daerop is stoockende, welke hij met de cleyne en groote maet voor gelt is uytvercoopende.
Jarenlang had Van Esch sliery gestookt, zonder dat zich hieraan de dorpelingen geërgerd hadden, en er zouden wellicht nooit klachten daaromtrent gerezen zijn, als hij het lui- en schoolgeld niet eigenmachtig had verhoogd. Daardoor had hij enige van de invloedrijkste Vlierdenaren tegen zich in het harnas gejaagd en weldra kwamen uit alle hoeken van het dorp boeren voor de dag, die het een en ander tegen de schoolmeester wisten in te brengen.
De ingezetenen verklaarden eenparig dat de meester niet of weinig zijn schoolhouden is observeerende, en de drossaard voegde er in de akte bij: immers niet volgens 't schoolreglement bij haer hoog moogende op 't stuck van 't schoolhouden geëmaneert.
De koster-schoolmeester-distillateur liet al die klachten en bedreigingen van regenten en ingezetenen langs zijn koude kleren afglijden. De boeren, die zijn brandewijn dronken, en de herbergiers die zijn sliery kochten liet hij verklaren wat ze wilden, meester Daniel week geen haarbreed van de weg, die hij ingeslagen had. Hij luidde noch het schoolklokje, noch de dorpsklok; hij stookte meer jenever dan ooit; hij mestte varkens, enz. enz. Zijn zaken gingen opperbest.
Van Esch had zijn ketels in een vertrek van zijn woning staan, maar in 1702 werd hij een beetje stoutmoediger. Hij bracht de ketels en kuipen over naar de school en stookte er daar op los. Ieder die wilde, kon in het schoollokaal met de grote en kleine maat, tegen betaling natuurlijk, jenever krijgen.
Op 20 september 1702 verschenen voor de drossaard-notaris twee vooraanstaande ingezetenen van het dorp: Wilbert Hendriks, de vorster, en Huijbert Huijberts, de oud-borgemeester van de heerlijkheid, die getuigden ten laste van de schoolmeester.
Behalve dat overbrengen van ketels en kuipen naar het schoolvertrek lieten zij nog in de akte opnemen dat Van Esch in het turfschuurtje naast de school een grote varkenskooi had laten maken, waarin hij vier varkens had staan, die met de afval van de branderij gemest werden. Dagelijks, zo verklaarden ze, stookt de schoolmeester gedistilleerde wateren, terwijl hij zich om de school niet bekommert. De klachten haalden niets uit.
Twee maanden later verklaarden weer een paar inwoners voor de drost dat de schoolmeester nog altijd is brandewijn brandende en varkens houdende die niet dan vroetende ende gravende sijn, waerdoor 't schoolhuijs zal comen te vervallen, en oock door de dampen van de stoockery de kleyne kinderen benouwt valt daer in de school ende roock te zitten.
http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Daniël_van_Esch
(1) Er hat eine Beziehung mit Clasina van Leusden.
Kind(er):
(2) Er hat eine Beziehung mit Petronella de Boon.
Kind(er):
Ereignis (Erfdeling) am 29. Mai 1737 in Deurne, Noord-Brabant, Nederland : huisje aan het Kloostrereind (Kapelweg).
http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Daniël_van_Esch
"Daniël van Esch was een protestantse schoolmeester in Vlierden die tevens in zijn levensonderhoud voorzag door het stoken van jenever en het uitbaten van een herberg.
Daniël van Esch was een zoon van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch en Maria Magdalena Sauvé. Uit zijn eerste huwelijk met Clasina van Leusden, overleden te Vlierden in 1708, werden tenminste de volgende kinderen geboren, allen nederduits gereformeerd gedoopt:
Wouter, ged. 7 januari 1685
Willem, ged. 5 juli 1699
Antonetta, circa 1700
Catharina, circa 1700
Otto, ged. 30 oktober 1701
Hij hertrouwde na het overlijden van zijn eerste vrouw met Petronella de Boon, met wie hij de volgende kinderen kreeg:
Clasina, ged. 10 april 1709
Helena, ged. 20 mei 1710
Op 29 mei 1737 lieten zijn kinderen het ouderlijk huis met een klein huisje aan het Kloostereind, de huidige Kapelweg, publiek verkopen. Nieuwe eigenaar werd Jan Claassen van der Zanden voor 79 gulden.
Klachten[bewerken]
Hij werd in het laatste decennium van de 17de eeuw tot schoolmeester van Vlierden aangesteld. Al spoedig raakte hij in onmin met de Vlierdenaren. Zij lieten enige notariële akten opmaken, waarin diens wangedrag en plichtverzuim tot in de kleinste bijzonderheden werden vermeld. De eerste akte, waarin het gedrag van Van Esch aan de kaak werd gesteld, dateert van 22 maart 1701 en werd verleden voor notaris Pieter de Cort te Helmond, die tevens drossaard en secretaris van de heerlijkheid Vlierden was. Klagers waren de Vlierdense president-schepen Gevard van Doorne, de armmeester Jan Vervordeldonk en de borgemeester Peter Driessen van de Baarschot. Eerstgenoemde was kastelein en de twee anderen landbouwer.
Het drietal klaagde over de inhaligheid van de schoolmeester. Gevart van Doorne verkaarde dat hij voor de doodschuld van zijn overleden vrouw, twee of drie weken daarvoor, aan de schoolmeester 17 stuivers had moeten betalen. De armmeesters hadden een oom die lange tijd met zijn gezondheid gesukkelend had en meer dan twee jaar door de armmeesters moest worden ondersteund voor zijn levensonderhoud. Die oom was enige tijd geleden begraven en bij die gelegenheid hadden de naburen meer dan ordinair geluid, waardoor de clocke in perikel was van te bersten. Enkele dagen na de uitvaart kwam Van Esch bij Vervordeldonk aan met een rekening van 24 stuivers. De armmeester bracht daartegen in dat zoiets publieke afzetterij was en hij wel eens wilde weten waarom hij zoveel moest betalen. Mondeling gaf Van Esch daarop een gespecificeerde rekening: Ik moet hebben 14 stuivers van een groot lijk (een volwassenen), 7 stuivers voor 't aantekenen in het doodboek en nog eens 3 stuivers omdat er door de naburen meer dan normaal werd geluid: in totaal dus 24 stuivers. De armmeester betaalde morrend en de schoolmeester ging de deur uit.
Peer Driessen had later met Vervordeldonk nog een klacht tegen de schoolmeester. In de winter van 1700 op 1701 waren de kinderen van Driessen, zowel als die van de armmeester, bij Van Esch naar school gegaan en deze had hen, zoals ze beweerden, schromelijk afgezet. Dat hadden ze ook tegen de schoolmeester gezegd, maar deze had geantwoord, dat de boeren altijd bestolen worden, maar dat het zelf de grootste schelmen van de wereld waren. Voor één kwartaal moesten ze per schoolgaand kind 9 stuivers betalen, een tarief dat daarvoor nog nooit door een schoolmeester was gevraagd."
Ook waren er uitgebreide klachten over de jeneverstokerij van Daniël van Esch. Het jaarsalaris van 200 gulden was voor Van Esch onvoldoende en daarom schafte hij zich een stookketel aan, waarmee hij in de klas jenever ging stoken die hij vervolgens in zijn herberg verkocht.
Op het torentje van de Vlierdense kapel was destijds geen torenuurwerk maar de schoolmeester genoot toch jaarlijkse 36 gulden voor corporele diensten (het opdraaien van de dorpsklok), een inkomstenpost waarvoor Van Esch totaal niets hoefde te doen.
Het was het een oeroud gebruik dat de meester, voor hij met de lessen begon, even aan het schoolklokje trok; maar Van Esch had dit op twee of drie keer na nooit gedaan. Ook 's middags om twaalf uur trok hij niet aan de klok, iets wat in Deurne en andere omliggende plaatsen wel stipt gebeurde. Dat middagkleppen was belangrijk. Uurwerken vond men omstreeks 1700 nog niet in ieder huis en horloges kenden de meeste boeren slechts van horen zeggen. Voor de landbouwers, en dat waren vrijwel alle Vlierdenaren, en hun vrouwen was het erg lastig als men niet wist hoe laat het was. Maar Van Esch was niet de enige die op dit punt nalatig was. Dergelijk verzuim kwam meer voor onder de schoolmeesters in Peelland en het werd hun vrij zwaar aangerekend.
Van Esch trok zich van alle klachten en bedreigingen niets aan. Hij liet de drost, die een tiental winstgevende betrekkingen bekleedde, op kosten van de gemeente aktes schrijven. De boeren die zijn brandewijn dronken en de herbergiers die zijn jenever kochten liet hij verklaren wat ze wilden, meester Daniel week geen haarbreed van de weg, die hij ingeslagen had. Hij luidde noch het schoolklokje, noch de dorpsklok; hij stookte meer jenever dan ooit; hij mestte varkens, enz. Zijn zaken gingen opperbest.
Moord in de herberg[bewerken]
In 1698 van er in de herberg van schoolmeester Daniël van Esch een moord plaats. Op 8 september 1698 kreeg rond 8 uur 's avonds ene Jacob Hermans van Gerwen tijdens het kaartspel hevige woordenstrijd met Evert Antonie Cuijpers. Na enkele klappen over en weer wilde Cuijpers een stoel grijpen om daarmee Van Gerwen aan te vallen, maar die greep zijn mes en stak Cuijpers daarmee dwars door zijn keel. Binnen enkele minuten tijd stierf deze ter plekke. Catelijn Goorts, die als dienstmeid bij de familie Van Esch werkte, was getuige van de vechtpartij en vluchtte met een van de kinderen van de schoolmeester de kelder in. Toen ze weer te voorschijn kwam uit de kelder zag en hoorde ze het slachtoffer nog twee keer rochelend ademhalen waarna hij overleed. De dader vluchtte uit Vlierden en werd enkele maanden laten bij verstek ter dood veroordeeld.
Malafide deurwaarder[bewerken]
In 1711 bekleedde Daniël de functie van deurwaarder in dienst van de Raad van Brabant. Dat hij zijn functie niet plichtsgetrouw vervulde blijkt uit het volgende voorval. De Astenaar Jacob Bogaarts den Oude had een proces verloren en was bang dat Van Esch zou komen om ter voldoening van de kosten en de boete een deel van zijn veestapel af te panden. Maar Van Esch stelde hem gerust en vertelde hem dat hij tijdig zou laten weten wanneer hij zou komen afpanden, zodat Bogaarts zijn voorzorgsmaatregelen zou kunnen treffen en zijn vee elders in veiligheid te brengen. Als vergoeding hiervoor nam hij van Bogaarts wel twee hoenders in ontvangst.
Daniel van Esch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Clasina van Leusden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Petronella de Boon |