Schoolmeesters in de Meierij van 's-Hertogenbosch 1648-1795 » Mr Willem Danielsz van Esch (± 1645-± 1710)

Persönliche Daten Mr Willem Danielsz van Esch 

  • Er wurde geboren (afstamming, zie noot) rund 1645 in Deurne, Noord-Brabant, Nederland.
    Familie Stamboom Sauvé
    Noot: er was een Daniel Janssen van Esch ev. Heijltjen Jansen de Beirs te Baardwijk die aldaar land had rond 1660. zie https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=310&miadt=0&milang=nl&misort=dt%7Casc&miview=tbl&mip1=daniel&mip2=van&mip3=esch
  • Berufe:
    • zwischen 22. Juni 1676 und 1710 schoolmeester Deurne 4 in Deurne, Noord-Brabant, Nederland.
      Zie mogelijk Raad van State: Commmissieboeken
      Willem Esch
      Functie -
      Datum -
      Bronverwijzing Nummer toegang: 1.01.19, inventarisnummer: 1531, folionummer: 039

      "Willem van Esch kwam in 1676 vanuit 's-Hertogenbosch naar Deurne en volgde als schoolmeester Aert Janssen van Hoeck op.

      Uit zijn huwelijk met Maria Magdalena Sauvé werden enkele kinderen in 's-Hertogenbosch geboren, waaronder Daniël van Esch, de latere schoolmeester van Vlierden. In Deurne werden nog de volgende kinderen geboren:
      Catarijn, ged. 4 september 1678;
      Abraham, ged. 16 november 1681;
      Wouter, ged. 21 november 1683;
      Isack, ged. 6 oktober 1686;
      Anna, ged. 16 maart 1689;
      Catharina, ged. 14 juni 1691;
      Jacobus, ged. 4 juli 1693;
      Helena, ged. 5 februari 1696;
      Johanna, ged. 23 februari 1698;
      Ouwerling schrijft dat meester Willem een beste man schijnt te zijn geweest, maar dat zijn wederhelft en sommige van zijn kinderen er niet hoog op stonden.[1] Blijkbaar was hij slecht op de hoogte van de praktijken van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch op zedelijk gebied. In de gemeenterekening van Deurne over 1698 komt een rekening voor van de advocaat mr. Quiryn Crollius uit Den Bosch wegens een schriftelijk advies, ingewonnen door den drossaard over 't geesselen van de meisjes en kleine kinderen door deze schoolmeester.
      Drossaard Louis Caesteker, de vader van een van de meisjes waaraan Willem van Esch zich later zou vergrijpen, schreeft in 1690 over hem aan de heer van Deurne:
      Aengaende Meester Willem: ick heb van den predicant hooren seggen, alsmede van den president, dat Meester Willem bij een ieder van haer int particulier bij haer is geweest ende hem geëxcuseert, maer ick nogh niemant van de andere in den Cerkenraet en heeft hij minsweten niet gesproeken seder U Ho. Ed. vertreck van Deurne. Ick sal mijn uterste devoir doen, dat de heele saeck tot Doerne bij den Cercken Raedt wert afgedaen. De soon van Mr. Willem is hier geweest ende in dien tijt sijn de glaesen van Antonij Evers ingeslaegen (in den Leeuw) en de coeij van Abram van Hoeck op sijn stal met een mes door den hals gestoeken; doch can niet voor vast weten, wie dat het gedaen heeft, maer is seker dat de costers weijf haer seder dit voorval heeft bij diversche gaen beroemen op haeren soon Daniël, dat hij van die eijgen Natie was daer sij van was, dat sij als sij een man was in sulcken geval der op soude schieten. T'is seker, dat Willem door dat weijf ongeluckigh is en hem tot alle dese gedaene quaede abueijsen gebracht heeft. Ick sal soo veel doen als ic ievers can by den Cercken raet tot syn voordeel maer den cerkenraet moet haer rechten bewaeren.
      Na zijn overlijden in 1710 werd Willem opgevolgd door Antonie La Forme. Het baantje ging voorbij aan de neus van zijn zoon Isaac van Esch, die hem tijdens zijn leven nog als ondermeester terzijde stond.

      Referenties
      ↑ In zijn boek De geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden op blz. 574"
      Bron: http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Willem_van_Esch

      200 Rekest van Willem Esch schoolmeester te Giessen die men een schoolmeestersplaats wil geven in Deurne in plaats van Aert van Houck en men zal hem zijn akte van commissie geven.
      Datering:
      woensdag 22 juli 1676
      Pagina:
      301
      Plaats:
      Deurne
      Toegangsnummer:
      178
      Inventarisnummer:
      220
      Bron:
      Raad van State

      177 [...]; de regenten van Deurne worden gelast hun schoolmeester Willem van Esch te behandelen zoals de andere schoolmeesters in de meierij worden behandeld.
      Datering:
      donderdag 16 augustus 1685
      Pagina:
      244
      Plaats:
      Woensel / Erp / Oirschot / Boxtel
      Toegangsnummer:
      178
      Inventarisnummer:
      228
      Bron:

      Henk Beijers - "De praktijken van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch" – in: ''D'n Uytbeyndel'' – 1987, nr. 12 - blz. 4:"
      Voor hen die zich ooit verdiept hebben in de geschiedenis van Deurne, zoals die beschreven werd door H.N. Ouwerling, zal de schoolmeester Willem van Esch geen onbekende meer zijn.
      Deze schoolmeester-koster was rond 1700 zonder meer een van de meest vooraanstaande lieden, die o.a. de nodige energie stak in de opvoeding der jeugd die te Deurne "ter schoole quam!" Over de wijze waarop hij zich destijds van zijn taak heeft gekweten worden we uiteraard niet overvloedig geïnformeerd, maar af en toe duiken in de archieven historische notities op, die ons "Achter de mens van Esch" leren kijken! Zo legden op 18-02-1698 enige lieftallige jonge dames voor schepenen van Deurne een eerlijke verklaring af omtrent het functioneren van hun schoolmeester, in de periode dat ze zelf tot de schoolgaande jeugd behoorden. Degenen die voor de schepenbank aantraden waren allen dochters van protestantse ingezetenen, te weten:
      Juffrouw Françoise (17) dochter van de Heer Louis de Caesteker (de drossaard)
      Juffrouw Ida, de dochter van de plaatselijke predikant A. Pannebecker (ook 17 jaren oud)
      Adriana van Hoeck (17)
      Anna Maria Plaen (16)
      Anneken Peter Noyen (14)
      Anneken Diercx (18 à 19)
      Antonette Plaen (12)
      Juffrouw Elisabeth (13) dochter van de drossaard Heer Louis de Caesteker
      Lijsbeth dochter van Antony Hurckmans (10).
      Zij werden allen ondervraagd over hun ervaringen met meester Willem. De verklaringen lieten aan duidelijkheid niets te wensen over!
      De "eerbaere Juffrouwe Françoise" verklaarde dat 4 of 5 jaren geleden, "den presissen tijt niet hebbende onthouden" zei op school kwam en voor de meester diverse malen haar les moest opzeggen. Tijdens de overhoring echter werd zij door des meesters hand "aengeroert ende geraeckt op haer bloote lichaem, welcke hant hij door het sneijersgadt van haers rocken wist inne te steeken ende alsoo haer te voelen ende te hanttasten, telckens eenige tijt duerende".
      Haar medeklasgenoot Ida wist er nog aan toe te voegen, wat Françoise overigens ook meteen beaamde, dat zij "buyten de school sijnde bij een pannen ovenhuysken aldaer met een roede alsoettens ende spelende eenigen tijt lanck gijn gegesselt gewoorden, waer naer gebeurt is, dat als wanneer de mester haer wederom in de kleeren wilde tasten, dat sij doenmaels antwoorden aen den mester, dat hij sulcx soude laeten ofte sij soudent aen haers vaders seggen!"
      Ze deden er echter voor de schepenen nog een schepje bovenop, want ze waren bovendien volgens hun zeggen "present geweest ten tijde voorss. ende hadden oook gesien dat den mester aen andere meijsjes, haer les opseggende, gelijcke voelinge ende hanttastinge heeft toegebraght". De getuigenverklaringen van 3,4 en 5 lagen weliswaar op hetzelfde vlak, maar de plaats van handeling verschilde duidelijk, want volgens hen zouden ze zelfs "in het secreethuysken" door hun leermeester zijn lastig gevallen. Anna Maria Plaen stond kennelijk op zeer goede voet met meester Willem, want haar getuigenis luidde als volgt: "Anna verklaert dat 3 à 4 weken geleden sij seer vriendelijck is aengehaelt geweest inde schoole ende mester Willem Bijne handen op haere kneijen leggende als wanneer sij neffens hem bij het vuer sadt tastende naer ofte in haere klederen, haer belovende in de schoole alles toe te laten ende voor niet te leeren". Hij hield haar scherp in het oog en wachtte voortdurend het moment af, waarop hij haar nog eens alleen zou kunnen ontmoeten. Ook die gelegenheid deed zich uiteraard voor, want (zo vervolgt de verklaring), de meester, staande in de deur van zijn huis, "heeft huer geroepen ende geweijnckt om in huys te comen, seggende: "De matres ende Abraham (sijnde sijnen soon) sijn niet in huys, maar sijn naer het Hagheijnt gegaen!" Anna weigerde echter om binnen te gaan bij Van Esch. Dat was een tegenvaller voor de schoolmeester. Van Esch (de aanhouder wint immers!) gaf de moed niet op en zei vriendelijk: "Ghij most soo vies niet sijn, ghij plaght soo niet te wesen; com, wij sullen wat plaisier hebben!"
      Of Anna voor deze argumenten door de knieën is gegaan, verhaalt ons de geschiedenis niet. Enige tijd later waagde Van Esch een nieuwe poging, toen Anna bij hem in de keuken kwam "om pampier te coopen". De meester "heeft haer toen aengevat" en zei: "Comt eens hier achter in den schop!"
      Uit de verklaringen valt tevens op te maken, dat Van Esch ook buiten de normale werkdagen op school actief bleef in deze richting, want in de getuigenissen lezen we, dat hij op zaterdag aan Anna en haar vriendin Lijsbet vroeg of ze "naermiddaghs ter schoole soude comen", maar de beide meisjes gaven hem te verstaan dat het een "ordinaeris speeldagh" was, reden genoeg dus om te weigeren!
      Dan maar wachten op de zondag moet meester Willem gedacht hebben. Op zondag 26 januari immers verscheen Anna wat te vroeg in de kerk voor de tweede predicatie en de schoolmeester greep nu zijn kans en vroeg "om meede op den tooren te gaen ende den steen op te winden". Anna, niet op haar mondje gevallen, liet zich ontvallen "dat hij jongens genoch hadde om sulcx te doen!". Ondanks dat geraffineerde antwoord was de opvoeder der Deurnese jeugd allerminst uit het veld geslagen, want desniettegenstaande waagde hij het toch haar het voorstel te doen "om haer te beschijneken inde herberge genaemt De Swaen". 's Maandags de 27e kwam Anneke weer gewoon op school zoals altijd en toen presteerde Van Esch het om "in de volle schoole haer wederom naer de kleeren te tasten seggende: "Lieveken, lieveken". Dat werd Anna te gortig, ze duwde hem terug en is toen "al kijvende de schoole uytgegaen!".
      Ook de anderen in het getuigende gezelschap wonden er geen doekjes om en vonden unaniem, dat hun leermeester "hen soo ongeschickt was voelende, aentastende ende gesselde".
      De fantasie van de Deurnese schoolmeester bleek overigens nog verre van uitgeput. Daar wist Anneken Hikspoors van mee te praten, want haar was het overkomen, dat "hij ze trock achter den mesterstoel, om dat niemant sien soude (!) ende ter wijle sij haere lesse op seijde, stack sijn eene hant door het sneijersgadt van haeren rocken, daermede geduerende den tijt van het opseggen al soettens tastende ende kletsende was op haer bloot lichaem ofte billen". En als we Elisabeth de Caesteker mogen geloven, hanteerde Van Esch nog wel andere praktijken, want zij verklaarde dat onze pedagoog "haer hooft tusschen sijne beenen heeft gehouden ende also met gewelt heeft willen kletsen, doch dat sij het ontcomen ende ontloopen is!!".
      Literatuur[bewerken]

      folio 764 – donderdag 30 september 1694
      Missive van rentmeester Frans van Heurn geschreven vanuit Den Haag op een rekest van Willem van Esch schoolmeester te Deurne in het kwartier Peelland met opmerkingen over zijn achterstallige betaling van de combinatie van de kerkendienst te Deurne en Vlierden. De thesaurier generaal laat men dit nader onderzoeken

      MICROFICHE 241.11

      folio 803 verso – vrijdag 22 oktober 1694
      Rapport op het rekest van Willem van Esch schoolmeester Deurne over zijn toelage i.v.m. de combinatie met Vlierden over 1676-1689. Rentmeester van Heurn wordt gelast aan Van Esch 200 gl. uit te keren.
      Henk Beijers - "De praktijken van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch" – in: ''D'n Uytbeyndel'') – jaargang 1987, nr. 12 - blz. 4
      www.HenkBeijersArchiefcollectie.nl
      "folio 240 verso – donderdag 3 maart 1689
      Willem van Esch schoolmeester te Deurne krijgt een toeslag van 50 gl. het waarnemen van de dienst te Vlierden totdat te Vlierden een andere schoolmeester is aangesteld en ten aanzien van de paapse school te Bakel en te Vlierden wordt kwartierschout Gerard Crommon gelast om de plakkaten en ordonnanties die hierover zijn gepubliceerd punctueel te observeren en na te komen zonder de minste conniventie [= oogluiking] te gedogen."
    • zwischen 1676 und 1696 schoolmeester Vlierden 2 (ook nog in 1699, zie noot) in Vlierden, Noord-Brabant, Nederland.
      Henk Beijers archief: Raad van State 1696

      "folio 584 verso – woensdag 25 juli 1696
      Rekest van Willem van Esch schoolmeester te Vlierden in het kwartier Peelland die zijn ambt stelt in handen van de ED: Mo: met het verzoek hieruit ontslagen te mogen worden waarmee de raad akkoord gaat.

      folio 611 – donderdag 2 augustus 1696
      Rekest van Daniel van Esch waarop na deliberatie is goedgevonden de suppliant aan te stellen tot voorlezer, koster en schoolmeester te Vlierden in de plaats van Willem van Esch die op de 25e juli afstand heeft gedaan van dat ambt en hem zal de vereiste commissie verleend worden.

      folio 624 – donderdag 9 augustus 1696
      Rekest van Daniel van Esch te kennen gevende dat de Raad van State geliefd heeft hem goedgunstig te beneficiëren met de schoolmeestersplaats te Vlierden in plaats van zijn vader Willem van Esch die daarvan afstand heeft gedaan en dat de akte van traktement opgemaakt zal zijn maar daarover is enige moeilijkheid [difficulteit] gerezen omdat zijn vader niet meer dan 50 gl. per jaar heeft genoten wat hij bekent waar te zijn met de toevoeging dat dit is geschied uit consideratie dat zijn vader reeds schoolmeester van Deurne zijnde op een traktement van 200 gl. stond maar bij provisie tot schoolmeester te Vlierden was aangesteld geweest in de plaats van Barent Nieuhoff die 200 gl. jaarlijks getrokken heeft gelijk al zijn voorgangers. Daniel verzoekt daarom om een akte van een jaartraktement van 200 gl. zoals dat aan alle schoolmeesters daar is verleend. Na deliberatie is goedgevonden dat de Raad heeft verzoek zou afslaan en het is dus niet ingwilligd.
      hem zal de vereiste commissie verleend worden."

  • Tatsache: (Merged Gramps ID) I0228.
  • Wohnhaft:
  • Er ist verstorben rund 1710 in Deurne, Noord-Brabant, Nederland.
    www.docudeurne.eu/mediapool/68/681008/data/1710.doc
    "

    10-2-1712 Recht. arch. Deurne inv. nr. 183 map 8
    Rekening door Daniel van Esch, tevens procuratie hebbende van Wouter, Antonetta en Catarina van Esch, zijn broers en zusters, gepasseerd voor schepenen der stad Dordrecht op 3-11-1711, Isaacq van Esch, mede last en procuatie hebbende van Abraham van Esch, zijn broer, gepasseerd in het leger 17-10-1711, en Gerard Hanewinkel, schepen alhier, en Ant. La Forme, subst. secr., als geauthoriseerd uit de schepenstoel alhier, om in plaats van de momboirs het interest van Jacobus, Helena en Anna, minderarige broer en zusters van de voornoemde rendanten, van zodanige penningen als geprocedeert zijn van de verkochte meubilaire en vaste goederen metter dood ontruimd en nagelaten bij Maria Magdalena Sauvé weduwe van wijlen mr. Willem van Esch.
    uitgaveposten o.a.
    betaalt aan Jenneken Willem Hensen voor naijgelt van Catarina 0:16:8
    aan Peter Hensen wegens geleverde winkelwaaren 1:10:4
    aan Antoni Zegers wegens geleent gelt en waren aan de moeder van de rendanten 4:0:0
    item betaalt aan de grutter Peter, of Peter de Grutter wegens meel 0:8:0
    betaalt aan de collecteurs der vijandelijke contributien deser heerlijkheden Deurne en Liessel d´anno 1709 0:9:0
    item betaalt aan Cornelis van de Mortel wegens de dootkist van de rendanten hunne moeder 3:0:0
    item betaalt aan Jan Hendriks voor twee Peelvaarten 0:10:0
    item betaalt aan de weduwe Antoni Willem Hensen wegens gelevert vlas in en jaare 1702 en 1703 2:11:4
    betaalt aan Willem de kleermaker voor hermaken van een tabbert 0:18:0
    betaalt aan Jan Daniels van Bree wegens gelevert bier 1:2:0
    aan Jacobus van Esch gerestitueert wegens het geen hij verschoten wegens verwen of wollen van tierentaij 1:0:0
    item betaalt aan Marie Goortjens weegens spinnen van wol 0:17:0
    betaalt aan Cornelis Wanbas wegens winkelwaren 1:9:0
    betaalt aan toebak en pijpen door Isaacq van Esch verschooten 0:3:0
    Item heeft Isaacq van Esch ingebragt en overgelevert eene reekeninge van wijlen sijne vader Willem van Esch waarbij soude blijken dat Daniel van Esch soude schuldig wesen eene somme van 65 gulden en 4 st. volgens liquidatie daarvan gehouden den 14e meij 1699 en eijgenhandig ondertekent bij den voorn. Willem van Esch. Daniel van Esch gesien hebbende de voorenstaande reekeninge dewelke seijt de selve al over lange voldaan en betaalt te hebben, nemende aan het selve te sullen aantoonen ende bewijsen op sijn boek, of bij andere liquidatie, die hij sal vertoonen binnen 14 dagen, of pretendeert sijne actie in regt.
    Sijnde in de gemelte reekeninge ook aangeteijkent een conditioneel contract dat den voorn. Daniel van Esch soude uijtkeren jaarlijcx aan sijn vader de somme van 50 gulden als wanneer sijn vader voor hem het kosterampt van Vlierden soude verkrijgen.
    Daniel van Esch segt meester te sijn van sijn traktement, volgens acte van betalinge, en pretendeert als nog te blijven soo lange het haar ed.mo. sal gelieven.
    De rekening is opgenomen en gesloten op 10-2-1712 te Deurne.
    Op 21-2-1716 verklaart Isaacq van Esch van Peternella, de weduwe van Daniel van Esch, het restant kindsgedeelte ter somme van 3-17-6 te hebben ontvangen, tevens restant van enkele andere kinderen van Esch ontvangen.
    -
    Op 21-12-1711 verkoopt Daniel van Esch, koster te Vlierden, mede namens zijn broers en zusters een huis in het Kerkeijnd met hof en aangelag, afkomstig van wijlen Maria Magdalene Sauvé weduwe van mr. Willem van Esch.
    Het huis staat op den Corten Steenwegh, groot 4 ½ lop. e.z. president Hurkmans c.s. a.s. Gevert van Deurne, b.e. de gemeene straat. Los en vrij behalve een jaarlijkse last van 4 gld. 17 st. aan rentmr. Des Tombe en 6 st. aan de commandeur van Gemert en 10 st. aan de Armen van Vlierden. Item een stuk nieuwe erve alhier, in 1694 verkocht, met jaarlijks 3 st. grondcijns aan de heer van Deurne. Gekocht door Jan Cornelis van de Mortel voor 320 gulden
    Item een stuk teulland te Deurne op den Wolfsbergh, groot 3 lop., e.z. Jan Flipsen, a.z. de gemeijnen wegh, e.e. Gommer van der Voort, a.e. den Hoerepad, zoals Willem van Esch op 26-10-1695 heeft gekocht. Gekocht door Daniel van Esch voor 70 gulden.
    Item een stuk nieuwe erve van 3 lop. in 1694 aan Willem van Esch verkocht, met een jaarl. cijns van 3 st. aan de heer van Deurne, gelaten aan Cornelis van de Mortel voor de lasten.
    Item een weefgetouw aan Andries Hermen Kuijpers voor 12 gulden 10 st.
    -
    Op 11-9-1711 verkopen de kinderen van wijlen Willen van Esch alle meubilaire goederen - 12 blz. totale opbrengst 201 gld. 2 st."
  • Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 11. April 2020.

Familie von Mr Willem Danielsz van Esch

Er hat eine Beziehung mit Marie Magdaleine Sauvé.


Kind(er):

  1. Daniel van Esch  ± 1672-± 1715 
  2. Catarijn van Esch  1678-????
  3. Abraham van Esch  1681-????
  4. Wouter van Esch  1683-????
  5. Peeternel van Esch  < 1685-???? 
  6. Wouter van Esch  1685-????
  7. Isaac van Esch  1686-> 1722 
  8. Anna van Esch  1689-????
  9. Catharina van Esch  1691-????
  10. Jacobus van Esch  1693-????
  11. Helena van Esch  1696-????
  12. Johanna van Esch  1698-????


Notizen bei Mr Willem Danielsz van Esch

zie ook: Willem van Esch - Wikipedia

http://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=De_praktijken_van_de_Deurnese_schoolmeester_Willem_van_Esch:"
De praktijken van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch
Voor hen die zich ooit verdiept hebben in de geschiedenis van Deurne, zoals die beschreven werd door H.N. Ouwerling, zal de schoolmeester Willem van Esch geen onbekende meer zijn.

Deze schoolmeester-koster was rond 1700 zonder meer een van de meest vooraanstaande lieden, die o.a. de nodige energie stak in de opvoeding der jeugd die te Deurne "ter schoole quam!" Over de wijze waarop hij zich destijds van zijn taak heeft gekweten worden we uiteraard niet overvloedig geïnformeerd, maar af en toe duiken in de archieven historische notities op, die ons "Achter de mens van Esch" leren kijken! Zolegden op 18-02-1698 enige lieftallige jonge dames voor schepenen van Deurne een eerlijke verklaring af omtrent het functioneren van hun schoolmeester, in de periode dat ze zelf tot de schoolgaande jeugd behoorden. Degenen die voor de schepenbank aantraden waren allen dochters van protestantse ingezetenen, te weten:
Juffrouw Françoise (17) dochter van de Heer Louis de Caesteker (de drossaard)
Juffrouw Ida, de dochter van de plaatselijke predikant A. Pannebecker (ook 17 jaren oud)
Adriana van Hoeck (17)
Anna Maria Plaen (16)
Anneken Peter Noyen (14)
Anneken Diercx (18 à 19)
Antonette Plaen (12)
Juffrouw Elisabeth (13) dochter van de drossaard Heer Louis de Caesteker
Lijsbeth dochter van Antony Hurckmans (10).
Zij werden allen ondervraagd over hun ervaringen met meester Willem. De verklaringen lieten aan duidelijkheid niets te wensen over!
De "eerbaere Juffrouwe Françoise" verklaarde dat 4 of 5 jaren geleden, "den presissen tijt niet hebbende onthouden" zei op school kwam en voor de meester diverse malen haar les moest opzeggen. Tijdens de overhoring echter werd zij door des meesters hand "aengeroert ende geraeckt op haer bloote lichaem, welcke hant hij door het sneijersgadt van haers rocken wist inne te steeken ende alsoo haer te voelen ende te hanttasten, telckens eenige tijt duerende".
Haar medeklasgenoot Ida wist er nog aan toe te voegen, wat Françoise overigens ook meteen beaamde, dat zij "buyten de school sijnde bij een pannen ovenhuysken aldaer met een roede alsoettens ende spelende eenigen tijt lanck gijn gegesselt gewoorden, waer naer gebeurt is, dat als wanneer de mester haer wederom in de kleeren wilde tasten, dat sij doenmaels antwoorden aen den mester, dat hij sulcx soude laeten ofte sij soudent aen haers vaders seggen!"
Ze deden er echter voor de schepenen nog een schepje bovenop, want ze waren bovendien volgens hun zeggen "present geweest ten tijde voorss. ende hadden oook gesien dat den mester aen andere meijsjes, haer les opseggende, gelijcke voelinge ende hanttastinge heeft toegebraght". De getuigenverklaringen van 3,4 en 5 lagen weliswaar op hetzelfde vlak, maar de plaats van handeling verschilde duidelijk, want volgens hen zouden ze zelfs "in het secreethuysken" door hun leermeester zijn lastig gevallen. Anna Maria Plaen stond kennelijk op zeer goede voet met meester Willem, want haar getuigenis luidde als volgt: "Anna verklaert dat 3 à 4 weken geleden sij seer vriendelijck is aengehaelt geweest inde schoole ende mester Willem Bijne handen op haere kneijen leggende als wanneer sij neffens hem bij het vuer sadt tastende naer ofte in haere klederen, haer belovende in de schoole alles toe te laten ende voor niet te leeren". Hij hield haar scherp in het oog en wachtte voortdurend het moment af, waarop hij haar nog eens alleen zou kunnen ontmoeten. Ook die gelegenheid deed zich uiteraard voor, want (zo vervolgt de verklaring), de meester, staande in de deur van zijn huis, "heeft huer geroepen ende geweijnckt om in huys te comen, seggende: "De matres ende Abraham (sijnde sijnen soon) sijn niet in huys, maar sijn naer het Hagheijnt gegaen!" Anna weigerde echter om binnen te gaan bij Van Esch. Dat was een tegenvaller voor de schoolmeester. Van Esch (de aanhouder wint immers!) gaf de moed niet op en zei vriendelijk: "Ghij most soo vies niet sijn, ghij plaght soo niet te wesen; com, wij sullen wat plaisier hebben!"
Of Anna voor deze argumenten door de knieën is gegaan, verhaalt ons de geschiedenis niet. Enige tijd later waagde Van Esch een nieuwe poging, toen Anna bij hem in de keuken kwam "om pampier te coopen". De meester "heeft haer toen aengevat" en zei: "Comt eens hier achter in den schop!"
Uit de verklaringen valt tevens op te maken, dat Van Esch ook buiten de normale werkdagen op school actief bleef in deze richting, want in de getuigenissen lezen we, dat hij op zaterdag aan Anna en haar vriendin Lijsbet vroeg of ze "naermiddaghs ter schoole soude comen", maar de beide meisjes gaven hem te verstaan dat het een "ordinaeris speeldagh" was, reden genoeg dus om te weigeren!
Dan maar wachten op de zondag moet meester Willem gedacht hebben. Op zondag 26 januari immers verscheen Anna wat te vroeg in de kerk voor de tweede predicatie en de schoolmeester greep nu zijn kans en vroeg "om meede op den tooren te gaen ende den steen op te winden". Anna, niet op haar mondje gevallen, liet zich ontvallen "dat hij jongens genoch hadde om sulcx te doen!". Ondanks dat geraffineerde antwoord was de opvoeder der Deurnese jeugd allerminst uit het veld geslagen, want desniettegenstaande waagde hij het toch haar het voorstel te doen "om haer te beschijneken inde herberge genaemt De Swaen". 's Maandags de 27e kwam Anneke weer gewoon op school zoals altijd en toen presteerde Van Esch het om "in de volle schoole haer wederom naer de kleeren te tasten seggende: "Lieveken, lieveken". Dat werd Anna te gortig, ze duwde hem terug en is toen "al kijvende de schoole uytgegaen!".
Ook de anderen in het getuigende gezelschap wonden er geen doekjes om en vonden unaniem, dat hun leermeester "hen soo ongeschickt was voelende, aentastende ende gesselde".
De fantasie van de Deurnese schoolmeester bleek overigens nog verre van uitgeput. Daar wist Anneken Hikspoors van mee te praten, want haar was het overkomen, dat "hij ze trock achter den mesterstoel, om dat niemant sien soude (!) ende ter wijle sij haere lesse op seijde, stack sijn eene hant door het sneijersgadt van haeren rocken, daermede geduerende den tijt van het opseggen al soettens tastende ende kletsende was op haer bloot lichaem ofte billen". En als we Elisabeth de Caesteker mogen geloven, hanteerde Van Esch nog wel andere praktijken, want zij verklaarde dat onze pedagoog "haer hooft tusschen sijne beenen heeft gehouden ende also met gewelt heeft willen kletsen, doch dat sij het ontcomen ende ontloopen is!!".
Literatuur
Henk Beijers - "De praktijken van de Deurnese schoolmeester Willem van Esch" – in: ''D'n Uytbeyndel'') – jaargang 1987, nr. 12 - blz. 4"

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Mr Willem Danielsz van Esch?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Vorfahren (und Nachkommen) von Willem Danielsz van Esch

Willem Danielsz van Esch
± 1645-± 1710


Daniel van Esch
± 1672-± 1715
Isaac van Esch
1686-> 1722
Anna van Esch
1689-????

Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

Über den Familiennamen Van Esch

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Van Esch.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Van Esch.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Van Esch (unter)sucht.

Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Louk Box, "Schoolmeesters in de Meierij van 's-Hertogenbosch 1648-1795", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/schoolmeesters-in-de-meierij/I0975.php : abgerufen 21. Juni 2024), "Mr Willem Danielsz van Esch (± 1645-± 1710)".