ook Paulus,
Zeuge: Elisabet Mieris
waarschijnlijk.
Uit de Staatscourant van 2 mei 1848:
Door familieleden worden Paulus van der Zee of nakomelingen van hem opgeroepen zich te melden in verband met de nalatenschap van Baartje van der Zee. Paulus, geboren in 1767 te Delft is in 1787 vertrokken naar Oost-Indië en sindsdien is
niets meer van hem vernomen. De familieleden verzoeken een verklaring van vermoedelijk overlijden op te stellen sinds 1787,
Plaats Delft
Dopeling Pouwelus
Vader Hendrik van der Zee
Inventarisnr.: 15
DTB Delft inv. 15, folio 79,
Archiefnaam: Gemeentearchief Delft
Datum doop 17-11-1767
Getuige Elisabet Mieris
Moeder Henderina Dikshoorn
Archief: DTB
17. November 1767
te Delft, en gelijk afschrift gegeven aan den Edel Achtbaren Heer
ster, wonende te Delft, in qualiteit als Moeder en wettige Voogdesse
reeds eenmaal bij Exploit van mij Deurwaarder dato vier
Voor de tweede maal Gedagvaard:
Aktenummer 17
der Zee;
heeft geteekend, en zullende dit Exploit wijders worden geplaatst in het
zoude worden opgeroepen, en welk verzoek, alsmede om ten deze
Bruidegom Abraham Antoni Dercksen
7. Johannes van der Zee, Pakdrager, wonende te Bergen op Zoom;
Van Kuijk, Procureur.
Raadzaal van meergemelde Regtbank, en aan het Huis der Gemeente
Heb ik Maximiliaan Smidts, Deurwaarder bij bovengemelde Regtbank,
Bruid Johanna van der Zee
van 's Gravenhage, alsmede aldaar op het Zieken ten huize van den
Archiefnr 0516
4. Christina van der Tand, Weduwe van Pieter van der Zee, Werk-
verzocht tot eene derde en laatste dergelijke over te gaan.
2. Elisabeth van der Zee, wonende te Berlicum; (mogelijk een dochter van Govert van der Zee en Elisabeth Arbouw, wonende te Berlicum)
Wetboek, alle termen aanwezig zijn om de verklaring van het Vermoedelijk
zijn aanwezen te doen blijken, met aanzegging dat bij gebreke van
En heb ik Deurwaarder, krachtens art. 523 van het Burgerlijk
edoch noch hij zelf noch iemand van zijnentwege daarop is ver-
Opmerkingen Bruid weduwe van: Aryaanus Johannes Tijken.
zijne jongelingsjaren en wel op twintigjarigen leeftijd, in 1700 zeven
Dingsdag 2 mei.
veld 1: Vermoedelijk overlijden
zeven en tachtig;
In den jare achttien honderd acht en veertig, den zes en
Oost-Indie is vertrokken, terwijl van zijn leven of dood niets bekend
zijnentwege van zijn aanwezen te doen blijken ter Griffie van meergemelde
Plaats Leiden
op deze Openbare Dagvaarding op te komen, vergunning zal worden
door iemand van zijnentwege ter Griffie van meergemelde Regtbank
Nederlandsche Staats-courant.
aangezien de Gedaagde, in 1700 zeven en zestig te Delft geboren, in
Baartje van der Zee belang hebben bij des Gedaagdens Overlijden ,
kosteloos te blijven procederen, hun bij dispositie in dato veertien April
Moeder bruid Elisabeth Arbout
Elisabeth en Pieter van der Zee;
Requiranten occuperen,
aangezien de Eischers in hunne betrekking van Bloedverwanten van
honderd acht en veertig, deel drie en dertig, folio een en vijftig,
In debet geregistreerd te Delft, den zes en twintigsten April achttien
De Ontvanger, (geteekend) v. d. Mandele.
aangifte op 06-05-1846 door Johannes Sprankhuise, 73 jaren en Pieter Christoffel Elfferich, 72 jaren, beiden zonder beroep, wonende alhier. Baartje van der Zee is overleden des namiddags ten een ure in het huis wijk 5, nr. 456 in de
Papesteeg, 84 jaren en bijna 10 maanden, zonder beroep, geboren en wonende alhier, ongehuwd, haar vader vas veerschipper van Delft op Maassluis, haar ouders zijn overleden. Door allen getekend.
Dagvaarding is opgeroepen, ten einde in persoon of door iemand van
wonende te Delft, Wijk 3, nommer 53,
Inventarisnummer 4833
aangezien de Gedaagde dan ook, ingevolge eener op zeventien December
Gezien bij ons Officier. (Geteekend) A. G. C. Alsche.
Mr. Johannes van Kuijk, Procureur bij de Arrondissements-Regtbank
Moeder bruidegom Antonia van Borselen
omdat zijne achtergelatene Goederen, Regten en -Erfportien daardoor
zich en als Toezienden Voogd van genoemden minderjarigen Johanna.
Vader bruid Govert van der Zee
Heer J. Langelaan, zullende voornoemde Procureur ten deze voor de
schenen;
3. IJda van der Zee, wonende te Delft; (mogelijk een dochter van Pieter en Christina)
Officier bij bovengemelde Regtbank, die het oorspronkelijke met gezien
Staats-Courant. De kosten zijn gratis en gereserveerd. (Geteekend)
Datum 03-02-1842
afschrift dezer Dagvaarding aangeplakt aan de voorname deur der
over hare nog minderjarige Kinderen Johanna Elisabeth en Pieter van
Wiehl, Opperman, wonende te Delft;
Domicilie kiezende te Delft, wijk 5, nommer 480, ten Kantore van
Vader bruidegom Abraham Dercksen
gewend tot meergemelde Regtbank, verzoekende bepaling van den
twintigsten April,
is, noch zijne verblijfplaats sedert is kunnen worden opsgespoord,
aangezien er alzoo meer dan vijf jaren verloopen zijn na het vertrek
1. Johanna van der Zee, Huisvrouw van en geadsisteerd met Abraham
Wetboek en art. 4, nommer 7 van dat van Burgerlijke Regtsvordering,
Alsnu, ingevolge de bepaling van genoemde dispositie, in persoon of
Voor afschrift,
Anthonie Derksen, Boekbinder te Goes;
van den Gedaagde, en derhalve, ingevolge artikel 523 van het Burgerlijk
aan hen Eischers zullen komen te vervallen;
den Gedaagde en als mede-erfgenamen in de Nalatenschap van zekere
Overlijden van den Gedaagde te provoceren en wel sedert 1700
vóór of uiterlijk op den eersten Augustus eerstkomende van
voor regt en opcenten, houdende anderhalf blad, geen renvooijen.
tweeden termijn waarop de Gedaagde alsnog bij Openbare Dagvaarding
1800 acht en veertig is toegestaan,
bestaan, woon- of verblijfplaats, sedert vele jaren onbekend is; -om:
nr. 104 1848
veel minder of er wettige Descendenten van hem in leven zijn;
Ten verzoeke van :
en tachtig, van daar, zonder eenige volmagt achter te laten, naar
Paulus van der Zee, geboren en gewoond hebbende te Delft, wiens
5. Elisabeth van der Zee, Huisvrouw en geadsisteerd met Hendrik
Aktejaar 1842
Januarij 1800 acht en veertig, behoorlijk geregistreerd, bij Openbare
1800 zeven en veertig door voormelde Regtbank verleende dispositie,
M. Smidts, Deurwaarder.
Regtbank, vóór of uiterlijk op den zesden April 1800 acht en veertig,
verso, vak zes; verschuldigd één gulden tien en een halve cent
aangezien de Eischers zich daarom andermaal bij Requeste hebben
door dezelve Regtbank aangewezen Nieuwspapier, zijnde de Nederlandsche
6. Willem van der Zee, Stukadoor, wonende te Delft, zoo voor
2. Mai 1848