aktenummer: 4-80.
Getuige: Aron Levie Presser, 40 jaar, venter, Lange Houtstraat 338, Amsterdam.
bron: Sjef Kesnar.
Sie ist verheiratet mit Abraham ROODVELDT.
Die Eheerklärung wurde am 11. Juli 1879 zu Amsterdam, Netherlands gegeben .
Sie haben geheiratet am 23. Juli 1879 in Amsterdam, Netherlands , sie war 20 Jahre alt.aktenummer: 14-45V
bron: Sjef Kesnar
Kind(er):
Sientje PRESSER | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1879 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Abraham ROODVELDT |
Heden, viertien Augustus negentienhonderd negentien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Willem Roodveldt, diamantversteller, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, oud negen en vijftig jaren, diamantversteller, wonende alhier en Sientje Presser, overleden en
Elisabeth Rabbie, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige dochter van Jacques Rabbie, oud een en vijftig jaren, roosjesslijper en Joanna Peeper, oud zeven en veertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden voor mij tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den tweeden dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Louis Roodveldt, broeder des echtgenoots, sigarettenmaker, oud negen en twintig jaren en Louis Boog, portier, oud vier en veertig jaren, beiden wonende alhier.
Heden negenentwintig Januari negentienhonderd negentien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Louis Roodveldt, sigarettenmaker, geboren en wonende alhier, oud acht en twintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, oud acht en vijftig jaren, diamantversteller, en wonende alhier en Sientje Presser, overleden en
Rachel Roet, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige dochter van Joseph Roet, oud twee en veertig jaren, diamantslijper en Rachel Veffer, oud een en veertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den een en twintigsten December negentienhonderd achttien.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Israel Roodveldt, broeder des echtgenoots, kleermaker, oud zes en twintig jaren en Salomon Goedel, zwager des echtgenoots, diamantslijper, oud acht en dertig jaren, beiden wonende alhier.
Op heden dertien Februari negentienhonderd een, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Salomon Goedel, diamantslijper, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige zoon van Meijer Goedel, overleden en Saartje Trijtel, zonder beroep, wonende alhier, ten eenre en
Betje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud eenentwintig jaren, minderjarige dochter van Abraham Roodveldt, diamantversteller en Sientje Presser, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden de moeder des bruidegoms en de ouders der bruid voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zevenentwintigsten Januari en derden Februari laatstleden.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen,welke door de wet aan den huwelijkschen staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud vier en dertig jaren, Albert Johannes Imicken, bode, oud zevenenvijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud zesenvijftig jaren en Adrianus van Dieren, bode, oud veertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de beide moeders die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Heden, vier en twintig Juni negentienhonderd drie, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Gompel Roodveldt, sigarenmaker, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, minderjarige zoon van Abraham Roodveldt, werkman en Sientje Presser, wonende alhier, ter eenre en
Clara Groen, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, minderjarige dochter van Filip Groen, sigarenmaker en Klaartje Schraal, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den veertienden en een en twintigsten dezer.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Na bevestigende beantwoording dezer vraag, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud zeven en dertig jaren, Albert Johannes Imicken, bode, oud negen en vijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud achte en vijftig jaren en Wilhelmus Johannes Koelewij, bode, oud negen en dertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de moeder des echtgenoots en de ouders der echtgenoote die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Heden drie November negentienhonderd negen zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Isaac Roodveldt, kleermaker, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, briljantversteller en Sientje Presser, wonende alhier en
Elisabeth de Leeuw, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud negentien jaren, minderjarige dochter van Gerard Isaac de Leeuw, overleden en Leentje van de Kar, zonder beroep, wonende alhier. De ouders des bruidegoms, de moeder der bruid en de voogd der bruid met name Levie Isaac de Leeuw, klokkenmaker, wonende alhier, verklaarden voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vier en twintigsten en een en dertigsten October laatstleden.
Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Nathan Presser, oom des echtgenoots, zonder beroep, oud vijf en zeventig jaren, Meijer Visser, werkman, oud vijftig jaren, Benjamin de Vries, zonder beroep, oud een en tachtig jaren en Isaac de Leeuw, broeder der echtgenoote, winkelbediende, oud vier en twintig jaren, allen wonende alhier.
De beide moeders verklaarden niet te kunnen naamteekenen als hebbende geen schrijven geleerd.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden twee Januari negentienhonderd vier en twintig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Marcus Roodveldt, kleermaker, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, oud drie en zestig jaren, diamantslijper, wonende alhier en Sientje Presser, overleden en
Leentje Cosman, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud negentien jaren, minderjarige dochter van Simon Cosman, oud drie en vijftig jaren, diamantslijper en Abigail Polak, oud zeven en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den twee en twintigsten December laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Anthonius Johannes Jansen, chauffeur, oud zes en twintig jaren, en Henri Silverenberg, zwager des echtgenoots, kleermaker, oud acht en twintig jaren, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden, 12 Juni negentienhonderd negentien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Israel Roodveldt, kleerenperser, geboren en wonende alhier, oud zesentwintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, oud negenenvijftig jaren, diamantversteller, wonende alhier en Sientje Presser, overleden en
Sara Neuwit, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Simon Neuwit, oud negen en veertig jaren, diamantversteller en Naatje Luks, oud acht en veertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den een en dertigsten Mei laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouweijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Gerrit Roodveldt, broeder des echtgenoots, diamantslijper, oud zeven en dertig jaren en Hartog Prins, winkelier, oud vier en twintig jaren, beiden wonende alhier.
Op zestien Augustus negentienhonderd veertig, vijftien uur vijftig minuten, is in de gemeente Amsterdam overleden:
Roodveldt, Gompel, oud acht en vijftig jaar, zonder beroep, geboren en wonende alhier, echtgenoot van Groen, Clara, zoon van: Roodveldt, Abraham en Presser, Sientje, beiden overleden.
De aangift van dit overlijden is gedaan door: Coopman, Simon, van beroep waker, oud vijf en zestig jaar, wonende alhier, die verklaarde uit eigen wetenschap van het overlijden kennis te dragen.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is opgemaakt en voorgelezen op zeventien Augustus negentienhonderd veertig. De aangever weigerde te teekenen wegens den Sabbath.
Op elf Juni negentienhonderd een en veertig, een uur nul minuten, is in de gemeente Amsterdam overleden:
Roodveldt, Jacob, oud een en vijftig jaar, van beroep diamantslijper, geboren en wonende alhier, echtgenoot van: Sturkop, Esther, zoon van Roodveldt, Abraham en Presser, Sientje, beiden overleden.
De aangifte van dit overlijden is gedaan door: Komkommer, Joel, van beroep perser, oud twee en dertig jaar, wonende alhier.
Waarvan akte, welke door mij, ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, overeenkomstig de wet is opgemaakt en voorgelezen op elf Juni negentienhonderd een en veertig.
Heden, achtentwintig Juli negentienhonderd twintig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Henri Silverenberg, kleermaker, geboren in de gemeente Eindhoven, wonende alhier, oud vijfentwintig jaren, meerderjarige zoon van Theodore Silverenberg, broodbakker en Caroline Zeligman, zonder beroep, beiden wonende in de gemeente Eindhoven en
Saartje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vijfentwintig jaren, meerderjarige dochter van Abraham Roodveldt, oud zestig jaren, diamantversteller, wonende alhier en Sientje Presser, overleden.
De vader der bruid verklaarde, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in deze echt. De ouders des bruidegoms hebben, blijkens hierbij overgelegde authentieke akten, in dezen echt toegestemd.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zeventienden dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Hartog Troeder, zonder beroep, oud twee en vijftig jren en Hijman Cozijn, diamantversteller, oud zes en twintig jaren, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Op dertig Maart negentienhonderd veertig, om negen uur vijftien minuten, is in de gemeente Amsterdam overleden:
Roodveldt, Willem, oud drie en dertig jaren, van beroep diamantbewerker, geboren en wonende alhier, gehuwd met Rabbie, Elisabeth, zoon van Roodveldt, Abraham en van Presser, Sientje, beiden overleden.
De aangifte van dit overlijden is gedaan door: De Wilde, Barend, van beroep dieamantbewerker, oud vijf en vijftig jaar, wonende alhier, die verklaarde uit eigen wetenschap van het overlijden kennis te dragen.
Waarvan akte, welke door mij, ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, overeenkomstig de wet is opgemaakt en voorgelezen op een April negentienhonderd veertig.
Heden, een November negentienhonderd vijf, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Machiel Buitekant, schoenmaker, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige zoon van Isaac Buitekant, koopman en Vrouwtje Komkommer, wonende alhier ter eere en
Roosje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud negentien jaren, minderjarige dochter van Abraham Roodveldt, diamantversteller en Sientje Presser, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vijftienden en twee en twintigsten October laatstleden.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Aron Buitekant, oom des echtgenoots, koopman, oud negen en veertig (?) jaren, Aron Buitekant, broeder des echtgenoots, lompensorteerder, oud vijf en twintig jaren, Gompel Roodveldt, broeder der echtgenoote, diamantslijper, oud drie en twintig jaren en Israel Bromet, oom des echtgenoots, koopman, oud vijf en vijftig jaren, allen wonende alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, naar voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd door de moeder der echtgenoote, die verklaarde niet te kunnen schrijven.