Er ist verheiratet mit Sara NEUWIT.
Sie haben geheiratet am 12. Juni 1919 in Amsterdam, Netherlands , er war 26 Jahre alt.Quelle 6
Kind(er):
Ereignis (WITN): Hartog/Prins/.
Ereignis (WITN): Gerrit/Roodveldt/.
Heden vijf juli negentienhonderd twintig, verscheen voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam:
Isra?l Roodveldt, kleerenperser, oud achtentwintig jaren, wonende alhier, die verklaarde dat op vijf dezer, des voormiddags ten een ure in deze gemeente, Zwanenburgwal vierentwintig is geboren een kind van het mannelijk geslacht, uit zijne echtgenoote,
Sara Neuwit, zonder beroep, wonende alhier aan welk kind wordt gegeven de voornaam van
Abraham.
Gedaan in tegenwoordigheid van Johannes Jacobus Hamel, kantoorbediende, oud zesentwintig jaren, wonende alhier en van Johan Christiaan Schook, kantoorbediende, oud achtentwintig jaren, wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Was getekend,
1. I. Roodveldt
2. J.J. Hamel
3. J.Ch. Schook.
Heden negenentwintig Januari negentienhonderd negentien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Louis Roodveldt, sigarettenmaker, geboren en wonende alhier, oud acht en twintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, oud acht en vijftig jaren, diamantversteller, en wonende alhier en Sientje Presser, overleden en
Rachel Roet, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige dochter van Joseph Roet, oud twee en veertig jaren, diamantslijper en Rachel Veffer, oud een en veertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den een en twintigsten December negentienhonderd achttien.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Israel Roodveldt, broeder des echtgenoots, kleermaker, oud zes en twintig jaren en Salomon Goedel, zwager des echtgenoots, diamantslijper, oud acht en dertig jaren, beiden wonende alhier.
Heden, 12 Juni negentienhonderd negentien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Israel Roodveldt, kleerenperser, geboren en wonende alhier, oud zesentwintig jaren, meerderjarige zoon van Abraham Roodveldt, oud negenenvijftig jaren, diamantversteller, wonende alhier en Sientje Presser, overleden en
Sara Neuwit, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Simon Neuwit, oud negen en veertig jaren, diamantversteller en Naatje Luks, oud acht en veertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den een en dertigsten Mei laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouweijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Gerrit Roodveldt, broeder des echtgenoots, diamantslijper, oud zeven en dertig jaren en Hartog Prins, winkelier, oud vier en twintig jaren, beiden wonende alhier.
Op acht en twintig Februari negentienhonderd drie en veertig is in Oswiecim in Polen overleden: Roodveldt, Israël, geboren drie Juli achttienhonderd twee en negentig in Amsterdam, wonende in Amsterdam, laatstelijk gehuwd met Neuwit, Sara, zoon van: Roodveldt, Abraham en: Presser, Sientje./ Amsterdam
De aangifte van dit overlijden is aan mij, Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Amsterdam, schriftelijk gedaan van wege de Minister van Justitie.
Waarvan Akte, welke door mij is ingeschreven op heden, zeven December negentienhonderd vijftig.