Er ist verheiratet mit Ottolina Smit.
Sie haben geheiratet am 8. August 1846, er war 23 Jahre alt.
Kind(er):
Opgeleid voor de zeevaart, het vak dat zijn voorouders lange jaren beoefenden, ging hij reeds op 14-jarige leeftijd naar zee, en klom op tot 2e stuurman; hij bleef sedert 1845 aan de wal. In samenwerking met W.B. Diepenveen, Leendert Smit Fopzn. (1813-1893) en Jan Smit Jansz. (= Jan Smit III 1824-1911) richtte hij in 1856 een machinefabriek annex ijzer- en kopergieterij op onder de firmanaam Diepeveen, Lels & Smit te Kinderdijk. Hij richtte in 1864 met anderen de firma De Coningh, Carst & Lels op te Kanagawa-Japan. Later werd deze firma omgezet in Carst, Lels & Co. te Yokohama-Japan (zie ook 05.01.01 blz. 15 en 05.01.02 blz 16). In 1866 werd hij mede-eigenaar en boekhouder van de rederij sleepdienst L. Smit & Co. In totaal waren er 4 participanten in deze sleepdienst op dat moment. Naast Murk Lels waren dit Jan Smit II (1811-1875), Leendert Smit (1913-1893) en Jan Smit III (1824-1911), alle drie zonen van Fop Smit Jansz. (1777-1866). In 1901 werd de zetel van direktie en hoofdadministratie van Alblasserdam naar Rotterdam overgebracht. Als boekhouder/reder van een aantal rederijen op de grote vaart had Murk in 1869 negen grote zeilschepen met een totale inhoud van 7248 ton onder zijn beheer. Het eerste schip dat hij bestelde was tevens de eerste order voor de werf J. & K. Smit te Kinderdijk. De bark, genaamd "Eersteling" werd gebouwd van 1847-1848 en werd na 19 maanden bouwtijd, op 30 augustus 1848 te water gelaten. De start was slecht, want na vertrek naar zee op 13 december 1848 strandde het schip op 26 november 1849 op de kust van Formosa. De bemanning kon zich met grote moeite redden. Hij liet zich echter niet ontmoedigen, maar liet op initiatief van Cornelis Smit (1784-1858) meerdere schepen bij J. & K. Smit te Kinderdijk bouwen, waaronder de "Kinderdijk" en de "Cornelis Smit" (te water gelaten op 26 april 1851) welke voor die tijd wel de meest bekende waren. Van dit laatste schip werd vermeld, dat na vijf reizen de gehele kostprijs zijnde f 96.000 kon worden betaald ! Van het latere vlaggeschip Ottolina (1250 ton; 1870 - 1886) bestaat nog een fraai model. De rederijvlag van Murk Lels had rood-blauwe banen met een vijfpuntige ster in het midden. Het aantal punten van deze ster gaf het aantal eigenaren aan. Dit is de reden dat op diverse afbeeldingen ook vlaggen te zien zijn met zeven punten in de ster: Het aantal eigenaren op dat moment. Verder was hij oprichter en bestuurder van de koffie-onderneming Bendô gevestigd bij Banjuwangi, Java-Indonesië; in 1887 nam hij zijn zoon Cornelis Jan op in zijn zaken, welke hij van toen af dreef onder de firmanaam Murk Lels & Zoon. Hij dreef uitgebreide import- en exportzaken op Japan en China. Een houten en een koperen naamplaat zijn nog in de familie. Door het kiesdistrikt Sliedrecht werd hij van 1878 tot 1889 afgevaardigd naar de Provinciale Staten van Zuid-Holland. In 1879 richtte hij mede met Jan Smit Jzn. de Reederij Maas en Rijn op. Doel van de Reederij Maas en Rijn was de bouw van stoomschepen en de verhuur daarvan aan de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (NSBM), die in 1859 uit de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (afstoting Rijnvaartbedrijf) was voortgekomen. Aangezien de Nederlandsche Stoomboot Reederij (NSR) in 1886 niet aan haar verplichtingen kon voldoen (schuldeisers kregen slechts 32.7 % van hun vorderingen), vond een soort van "gedwongen fusie" plaats, waarbij reders van Maas en Rijn 55 % van het aandelenkapitaal van de Nederlandsche Stoomboot Reederij kregen en de crediteuren van de oude vennootschap de andere 45 %. Toch bleef ook voor de nieuwe onderneming de naam Nederlandsche Stoomboot Reederij gehandhaafd. Murk was commissaris van de NSR van 1885-1888.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.