Aleijda Johanna is gedoopt in de Nederduits Gereformeerde kerk.
Getuigen waren de vader en Jenneken van Essen.
Het overlijden van Aleijda Johanna Wennink werd aangegeven door Cesar Christoffel Lether, oud 47 jaar en Aalt Boerman, oud 36 jaar, dagloners wonende te Brummen.
Aleida is overleden ten haren huize Wijk B, huis nr. 3.
Tijdstip: 09:00
Sie ist verheiratet mit Jacobus Schut.
Sie haben geheiratet am 17. April 1812 in Dieren, Gelderland, Nederland, sie war 24 Jahre alt.Quelle 5
Het voorgenomen huwelijk van Jacobus Schut en Aleida Johanna Wennink werd afgekondigd op 29 maart en 5 april 1812.
De ouders van de bruidegom waren aanwezig en gaven hun toestemming; de ouders van de brud waren overleden.
Getuigen waren Jan Evers, oud 36 jaar, Hendik Jacobs, oud 34 jaar en Cornelis Rheebergen, oud 60 jaar, alle drie wonende te Ellecom en Philippus Ferger, oud 51 jaar wonende te Dieren.
Memorie van aangifte betreffende de nalatenschap van wijlen Aleida Johanna Wennink weduwe van Jacobus Schut in leven zonder beroep gewoond hebbende en overleden te Leuvenheim onder Brummen den 20 december 1800 twee en veertig, opgemaakt doorGerritje Schut huisvrouw van en ten dezen gemagtigd en bijgestaan door Hendrik Brink dagloner in Leuvenheim onder Brummen, Elisabeth Schut ongehuwd dienstmeid mede onder Brummen, voorts door Gerrit Schut dagloner in Voorstonden onder Brummen, in hoedanigheid van voogd over Grada, Teuntje, Marten en Arend Schut alle minderjarige kinderen van voornoemde overledene, kiezende in dezen domicilie ten huize des eerstgenoemde aangevers onder Brummen wijk B no. 3.
........................ mids ............. aangegeven
1. dat de overledene bij versterf tot haar erfgenamen heeft nagelaten hare zes kinderen boven genoemd.
2. dat de onroerende goederen in de nalatenschap aanwezig bestaan in de helft in en huis en erf met tuin en bouwland in Leuvenheim onder Brummen op het kadaster bekend Sectie H no. 463, 464, 465, 466, 467 te zamen groot 59 roeden.
3. dat door het overlijden van gemelde Aleida Johanna Wennink geen fidei commis gedebvolveerd vruchtgebruik afgestorven noch eigendom van lijftuchtelijk kapitaal of goed is overgegaan.
In waarheid opgemaakt en geteekend te Brummen den 27 Mei 1842.
(was getekend) G.Schut
Hendrik Brink, Gerritjen Schut en Elisabeth Schut hebben verklaard niet te kunnen schrijven noch naamteekenen.
Aleijda Johanna Wennink | ||||||||||||||||||
1812 | ||||||||||||||||||
Jacobus Schut |