Gerrit de Klark en voorgeslacht » Jan Wenninck (1770-1833)

Persönliche Daten Jan Wenninck 

• Er wurde geboren Februar 1770 in Brummen, Gelderland, Nederland.

  Jan is gedoopt in de Nederduits Gereformeerde kerk.

• Er wurde getauft am 28. Februar 1770 in Brummen, Gelderland, Nederland.Quelle 1
• Beruf: Landbouwer.Quelle 2
• Er ist verstorben am 17. Juni 1833 in Rhienderen, gemeente Brummen, Gelderland, Nederland, er war 63 Jahre alt.Quelle 3

  Het overlijden van Jan Wenninck werd aangegeven door Goossen Damen, oud 42 jaar, schoenmaker en Hendrik Hogenkamp, oud 34 jaar, landbouwer, beiden wonende te Rhienderen.
  Jan is overleden ten zijnen huize; huis nr. 32.
  Als moeder staat abusievelijk vermeld Gerritjen Honders.

  Tijdstip: 07:00

• Sterberegister am 19. Juni 1833.Quelle 2
• Die leiblichen Eltern sind Anthonij Wenninck und Gerritjen Teunissen
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 12. November 2019.

Familie von Jan Wenninck

Er ist verheiratet mit Janna Garretz.

Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 20. Mai 1808 in Brummen, Gelderland, Nederland erhalten.Quelle 4

Uit het trouwboek van de huwelijkscommisarissen van het Ambt Brummen:
1808 20 Maij
Bruidegom Jan Wennink jongman oud 40 Jaren geboren en woonachtig te Brummen. Ouders Toon Wennink en Gerritjen Teunissen beide overleden en hij volgens zijne verklaring aan de Bruid niet verwand.
Bruid Janna Gerrits oud 44 Jaaren weduwe van Jan Hendriks bij wien geen kinderen heeft verwekt, geboren en woonachtig te Brummen. Ouders Gerrit Gerrits en Aaltjen Willems Ehel beide overleden en zij volgens hare verklaring aan den Bruidegom niet verwand.
Getuigen geen
Gepasseerd voor J.J.Valckenier Scholtus des Ampts Brummen, geauthoriseerd door den Richter in Veluwenzoom. geërfden C.L.Dijkman en G.Bovendorp.
1e gebod d. 22 Maij; 2de gebod d. 29 dito; 3de gebod d. 5 Junij; Solemnisatie Volgens op den 8e Junij 1808 vertoond attest van J.H.Meiling predicant te Brummen aldaar den 5e dito getrouwt.

Uit het trouwboek der Nederduits Gereformeerde kerk:
1808 5 Junij Jan Wennink j.m. geb. en won. te Brummen en Janna Gerrits
wed.v. Jan Hendriks geb. en won. te Brummen.

Notizen bei Jan Wenninck

Jan was getuige bij het tweede huwelijk van zijn schoonzuster Willemina Gerritsen. Hij staat in die akte als zijnde haar broer.

Voor Josua Marinus de Kruijff, openbaar Notaris des Kantons Brummen, Kwartier Arnhem, Provincie Gelderland te Brummen residerende, en in tegenwoordigheid der hieronder te noemene en mede ondergeteekende getuigen is gecompareerd Jan Wennink, landbouwer wonende te Brummen in de buurtschap Rhienderen, gezond naar lighaam, en zijn verstand wel hebbende, zooals bleek uit zijne redeneringen en gesprekken, die hij was houdende zoo met den Notaris, als met de natemelden vier getuigen, welke zich allenmet den Comparant, ten dezen expresselijk naar het Kantoor van den Notaris begeven hebben.
Welke Comparant, willende over zijne met de dood te ont........... en na te laten goederen disponeren, aan den Notaris, in bijzijn der vier getuigen, heeft opgegeven en voorgedicteerd zijn Testament en bevel van uiterste wille, zoo als hier volgt.
Ik geef en legateer aan mijne huisvrouw Janna Garrits, met mij wonende, het vruchtgebruik van alles wat mij op den dag van mijn overlijden zal toebehoren, en mijne nalatenschap zal uitmaken, haar ontslaande van de verpligting tot het stellen van Cautie of het beleggen van het gereede.
Ik benoem en stelle tot mijne eenige en algeheele erfgenamen in alle mijne na te laten goederen, gereede gelden, schulden, effecten, actien en krediten, niets hoe dan ook genaamd uitgezonderd, mijnen neef en nicht Fredrik Buijink, landbouwer en Teuntje Hendriks, echtelieden bij mij inwonende, of in cas van vooroverlijden van een derzelve, die geene hunner welke op den dag van mijn overlijden nog in leven zijn zal. ofte wel in geval zij beiden voor mij mogten komen te overlijden, hunne kinderenbij repraesentatie in derzelver ouders plaatse, dewelke ik wil dat mij, onder den last van voorschreven vruchtgebruik, met uitsluiting van alle anderen in mijne nalatenschap zullen opvolgen.
Ik herroep alle testamenten of andere acten van uiterste wil dispositien, welke ik voor dato dezes mogte hebben gemaakt, mij alleen bij het tegenwoordige bepalende.
Aldus is hetgeen voorschreven staat, door den Comparant opgegeven aan den Notaris, door den Notaris eigenhandig geschreven, en geschreven zijnde voorgelezen aan den Comparant, die gezegd heeft al hetzelve wel verstaan en begrepen te hebben en daarbij te blijven, als volkomen uitdrukkende zijne wil en bedoeling, welk opgegeven door -- voorgelezen aan -- en opgevolgd verklaren van -- den Comparant alles is geschied in tegenwoordigheid der vier getuigen.
Gedaan en gepasseerd te Brummen ten kantore van den voornoemden Notaris, op heden den drie en twintigsten februarij achttien honderd acht en twintig des avonds in tegenwoordigheid van Jan Jurriens, deurwaarder, van Frans Aigoin, kastelein, van ArendNoorman, metselaar en van Jan Willem van Grol, koperslager allen wonende te Brummen, als getuigen ten deze opzettelijk verzogt, dewelken, na herhaalde voorlezing van geheel het vorenstaande, met den Comparant en den Notaris geteekend hebben, de tegenwoordige minute, welke in het bezit en onder de bewaring van den voornoemden Notaris zal blijven berusten.
(Was getekend) jan wenink, J.Jurriens, J.W.van Grol, F.Aigoin, A.Noorman, J.M.de Kruijff Not.

Geregistreerd te Arnhem den vijfden Julij 1800 drie en dertig deel vijf en twintig folio twee en twintig verso vak vier en vijf, eenblad en geene renvoijen. Ontvangen voor regt van testament twee gulden veertig cents, voor dat van dispense tot hetstellen van Cautie tachtig cents, makende te zamen met de acht en dertig opcenten vier gulden twee en veertig cent.
test. ƒ 2,40, dispense ƒ 0,80, samen ƒ 3,20, 38 opc ƒ 1,22 totaal ƒ 4,42.
(was get.) De ontvanger, onleesbaar.

Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Jan Wennink in leven landbouwer gewoond hebbende en overleden te Rhienderen den zeventienden Junij 1800 drie en dertig, opgemaakt door Fredrik Buijink landbouwer en Teuntjen Hendriks echtelieden wonende te Rhienderen voornoemd, en neef en nicht van den overledenen, tot zijne erfgenamen benoemd bij testamentaire dispositie opgemaakt voor wijlen den Notaris J.M. de Kruijff en getuigen te Brummen den drie en twintigsten februarij 1800 acht en twintig kizende domicilie in dezen ten hunnen woonhuize wijk D no. 32 onder Brummen.
En wordt mids deze aangegeven:
1. Dat het actief door den overledene nagelaten bestaat in:
De klederen en lijfstoebehoren getaxeerd op ƒ 50,--; bedden, huismeubelen, koper en tin ƒ 240,--; de bouw, deel, melk en andere gereedschappen ƒ 166,--; drie boerenwagens ƒ 150,--; vier paarden op ƒ 407,--; zes koeijen op ƒ 312,--; vijf vaersen opƒ121,--; acht kalverenop ƒ 57,--; zes varkens op ƒ 60,--; het gewas op het land en ander zaad ƒ 639,--; opbrengst van bijen ƒ 130,--; aanwezige bijen ƒ 20,--; contanten in den boedel gevonden ƒ 124,--; eene pretentie op W.Lettink te Brummen groot ƒ11,--; Totaal van het Actief ƒ 2487,--.
Het Passief bedraagt:
Aan den Heer Capel verschuldigd wegens drie jaren achterstallige pacht à ƒ 500 jaars ƒ 1500,--; aan de voorkinderen van wijlen Janna Gerritz huisvrouw van den overledene nog uit den boedel uittekeeren ƒ 350,--*; eene pretentie van G. Bloemenkoek groot ƒ 50,--; drie jaren loon van Frederik Buijink en Teuntjen Hendriks ƒ 180,--; eene pretentie van Teuntje Bos wegens voor den overledene betaalde pachtgelden aan H.L. Groneman te Zutphen volgens kwitantie ƒ 300,--; aan wijlen den Notaris de Kruijffwegens op een erfhuis gekochte koe ƒ 42.--; diverse doodschulden ƒ 24,--. Totaal van het Passief ƒ 2446,--.
Het actief bedraagt ƒ 2487,--; Het Passief bedraagt ƒ 2446,--'; Zuiver overschot ƒ 41,--.
2. Dat de overledene tot zijne erfgenamen bij versterf heeft nagelaten zijn neef en nicht bovengenoemden.
3. Dat in gemelde nalatenschap geene onroerende goederen gevonden worden.
4. Dat door het overlijden van gemelde Jan Wennink geen fidei commis gedevolveerd, noch vruchtgebruik vervallen, noch eigendom van lijftuchtelijk Kapitaal of goed overgegaan is.
In waarheids Kennis is deze opgemaakt en geteekend en overgegeven ten Kantore der Registratie enz. te Arnhem
Brummen den 24e Augustus 1833.
(was getekend) F.Buijink, T.Hendriks.

Likwidatie van het Regt.
Volgens deze Memorie is het actief ƒ 2487,--, verminderd bij suppletoire memorie met ƒ 439,--, zoodat overblijft ƒ 2048,-.
De eerste post in het passief naar luid de suppletoire memorie op geene schriftelijke overenkomst gegrond zijnde, zoo kan slechts één jaar achterstallige pacht en de loopende termijn worden toegelaten, dus ƒ 500,-- en sedert 22 februarij Jl tot densterfdag 3 M. 25 D. ƒ 159,72; in het geheel derhalve slechts admissibel voor ƒ 659,72.
de 2e, 3e en 5e post worden insgelijks verworpen als door geene bewijzen gestaafd zijnde, zoodat overblijft de 4e, 5e en 7e post te zamen ƒ 246,-- en de beide pretentien volgens de supplt memorie ƒ 250,--
Weshalve het passief slechts is toe te laten tot ƒ 1155,72, zuiver saldo ƒ 892,28.
Abintestato en extestamento verkregende worden door eenen vollen Neef en aangehuwde Nicht, de aangevers in deze.
dus ƒ 446,14 à 6% ƒ 26,77 en ƒ 446,14 à 10% ƒ 44,63½, samen ƒ 71,38½ met 25 en 13 opcenten ƒ 27,12½ wordt ƒ 98,51.
Blijkende alzoo dat op deze memorie is verschuldigd acht en negentig gulden één en vijftig cents. Geene fondsen voorhanden betaald 21 September 1833.
Arnhem den 21 September 1883.
De ontvanger,
(was getekend) J.H.Boom.

In de marge staat: Zie de nieuwe berekening onderkant van 't memoriaal.

Suppletoire memorie van aangifte der Nalatenschap van Jan Wennink landbouwer gewoond hebbende en overleden te Rhienderen onder Brummen den 17 Junij 1833.
Wij ondergetekende Fredrik Buijink voor mijzelve en als man en meester der regten mijner echtgenoote Teuntje Hendriks te Rhienderen verklaren ter aanvulling en verbetering der memorie van aangifte wegens deze nalatenschap den 31 augs. Jl ten Kantoreder Registratie enz. te Arnhem ingeleverd en onder verkiezing van het zelfde domicilie wijk D no. 32 te Brummen. dat de pacht vermeld sub .No. 1 van het passief verschuldigd is tengevolge een notarieel pachtContract den 25 Januarij 1825 voor de Kruijff Nott te Brummen verleden, hetwelk ofschoon in de jare 1831 geexpireerd zijnde op dezelfde voet nog zes jaar is gecontinueerd volgens mondelinge overeenkomst en waarvan drie jaar achterstallige huur is verschuldigd.
Dat het erfhuis, waarvan is gemeld in debe. post van het passief gehouden is den 18 februarij 1833 ten overstaan van Notaris de Kruijff te Brummen voor de erven v.d.Kemp
Dat Janna Gerrits des overledens huisvrouw, bij testament met het vruchtgebruik der nalatenschap begiftigd, vóóroverleden is.
Dat Fredrik Buijink's vader en die van Jan Wennink zijn geweest halve broeders, zoodat de aangever een volle neef van de overledene is.
En voorts dat nog geomitteerd is in het passief te brengen, hetwelk bij deze alsnog wordt geredresseerd:
1. Een vordering van de Heer E. Gerdner of order groot tweehonderd gulden, solidair schuldig beleden door J. Wennink en Jan Meijnen Farnhout bij acceptatie Zutphen den 16 Junij 1832 waarvan alzoo nog de helft een last der onderhavige nalatenschap uitmaakt ad ƒ 100,-- en
2, Een dito van Jenneken Hendriks volgens obligatie 27 dec. 1824 per resto groot Honderdvijftig gulden zegge ƒ 150,--, met welke posten het passief derhalve nog moet verhoogd worden.
Terwijl in het actief ten onregte is opgegeven dat het gewas op het land en ander zaad, eene waarde van ƒ 639,-- heeft gehad, al zijnde zulks de waarde van hetzelve nadat het volwasen en ingeoogst is geworden, daar integendeel dit gewas op den sterfdag niet meer dan hoogstens twee honderd gulden waardig was.
Brummen den 21 September 1833
(get.) f.Buijink.
* Hoezo? Uit het testament blijkt hiervan niets.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Jan Wenninck?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Jan Wenninck

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder