Er ist verheiratet mit Philippa Van Hennegouwen.
Sie haben geheiratet am 24. Januar 1328 in York, er war 16 Jahre alt.
Na de arrestatie van zijn vader in 1326 werd hij aangewezen als opvolger. Binnen enkele maanden werd hij tot koning gekroond. Zolang hij echter nog minderjarig was namen zijn moeder Isabella en haar minnaar Roger Mortimer de zaken waar.
In januari 1328 trouwde Eduard, vijftien jaar oud, met de nog jongere Filippa van Henegouwen, dochter van graaf Willem van Henegouwen en Holland. In 1330 liet hij Mortimer gevangennemen en ter dood brengen. Isabella werd opgesloten in Castle Rising.
In 1328 was Eduard, naast Filips VI van Frankrijk, medekandidaat voor het Franse koningschap, aangezien de Franse koning Karel IV geen kinderen had. De Franse edelen gaven de voorkeur aan Filips. Aanvankelijk erkende Eduard Filips als koning van Frankrijk en bracht hem leenhulde voor zijn bezitting in het zuiden van Frankrijk. Maar in 1337 kwam daar plotseling een einde aan. Hij trok de erkenning in en noemde koning Filips slechts hertog Filips van Valois en viel het land aan. Dit was het begin van de Honderdjarige Oorlog.
Eduard behaalde vele successen in deze strijd, waaronder de Slag bij Crécy (1346) en de Slag bij Poitiers (1356). In september 1340 werd hij in Gent zelfs tot koning van Frankrijk uitgeroepen, maar in 1360 moest hij zijn aanspraken opgeven. Uiteindelijk had hij praktisch al zijn gebied, op enkele steden na, verloren. In 1346 werd Eduard in Frankrijk vergezeld door zijn oudste zoon Eduard de Zwarte Prins, die met steun van John Chandos een bekwaam militair bleek. Hij liet veel van de Franse strijd aan deze zoon over en concentreerde zich zelf verder op de Schotten. Ook hier had Eduard aanvankelijk succes, maar in 1357 moest hij bij het Verdrag van Berwick de Schotten zelfstandigheid toezeggen.
Hoewel hij een goed huwelijk had, was Eduard een rokkenjager. Zijn minnares Alice Perrers had echter een slechte invloed op hem.
Een bekende gebeurtenis leidde tot de oprichting van de vermaarde Orde van de Kousenband. Tijdens een dans op een bal aan het hof verloor zijn danspartner een kousenband. Hij raapte deze op en, om haar gêne te besparen, bond hij het voorwerp om zijneigen been met de woorden: Honi soit qui mal y pense ('Schande over diegene die er kwaad van denkt’), een uiting die het motto werd van de ridderorde.
Eduards leger had aanvankelijk wel vele successen, maar de almaar voortdurende oorlogen hadden zeer veel geld gekost. Dit leidde tot de verdere ontwikkeling van het parlement, dat door de steeds terugkomende vraag om meer geld zijn macht wist uit tebreiden. Het parlement moest de financiering goedkeuren en daarmee gepaard gaande wetten voorbereiden. Het Lagerhuis ontwikkelde zich als een belangrijke factor als tegenwicht tegen de adel en de geestelijkheid in het Hogerhuis.
Tegen het eind van zijn leven liet Eduard de staatszaken grotendeels over aan zijn jongere zoon, Jan van Gent (John of Gaunt), zo genoemd omdat hij daar geboren was.
Eduard stierf op 64-jarige leeftijd aan een beroerte en werd begraven in Westminster Abbey. Zijn zoon Eduard was toen al overleden. Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon als Richard II
Edward Iii Van Engeland | ||||||||||||||||||
1328 | ||||||||||||||||||
Philippa Van Hennegouwen |