Diverse vermeldingen in zijn rol als exploiteur van de Staten.
1683-1687, 1688-1694, 1708-1710
28-03-1719, 06-02-1720
28-05-1720, 09-09-1723, 27-06-1728
20-03-1730
Door voogd Nicolaes van Solingen.
Namens de kerkeraad van tekenen ouderling Hendrik van Reumst en diaken Gijsbert Verkroost beroep aan tegen het vonnis van de classis. Conflict met predicant Anthonius van Blankendael.
Verkoop hof van familie van Borculo., bijzonderheid: Gijsbert verschijnt daar als weduwnaar van Johanna van Borculo
Ontslag van Nicolaes van Solingen als voogd ivm het bereiken van de mondige leeftijd (25).. Nicolaes was oud raad van de vroedschap van Utrecht.
Blijkens verklaringen bij Notaris van Brinckesteijn in Amersfoort (12-12-1681,
akten AT015, a004, 15v (verklaring) en AT015, a004, 16v (ontslag van
momberschap) is het conflict met Anthonius van Blankendaal al ouder. Het gaat
om de volgende inhoud:
De attestante (Johanna van Blanckendael, laatst weduwe van Peter Luts, in leven
schepen van Amersfoort) legt een verklaring af op verzoek van Ds. Antoni van
Blanckendael, predecant tot Seijst, die 2 november 1681 bij haar logieerde.
's Avonds bij thuiskomst, werd hij door Margareta van Eede, de dochter van haar
zoon, kwalijk bejegend. Zij, attestante, had noch die avond noch tevoren,
gehoord of gezien dat Ds. Van Blanckendael aan haar nichte onkuise voorstellen
zou hebben gedaan. Zij heeft de volgende dag van hem in vrintschap afscheid
genomen en zij had hem naar gewoonte, weer uitgenodigd te komen logieren.
Akte ten huijse van Johan Draackenburgh (tevens getuige).
Mede-getuige: Ghijsbert Vercroost (tekent: Verkroost)
(*): getuigen en plaats als voorgaande akte.
Johanna ontslaat bij dezen Ds. Anthoni van Blanckendael van het momberschap
over haar zoons kinderen, zoals zij dat per testament (datum niet ingevuld) had
bepaald.
Hoewel Johanna hem in de eerste akte vrijpleit, trekt zij in de tweede wel het
momberschap in. Kennelijk is men toch niet geheel zeker van de integriteit van
dominee van Blankendael.
In een verklaring voor notaris van Egmont 1685 in Leiden delen 2 getuijgen uit
Zeist op verzoek van Gijsbert mee dat Blanckendaal hen verteld had dat Gijsbert
het met de meid deed etc.
1685 Zeisterstraat Zeist
Bij overlijden. Was vanaf 1691/2 in Utrecht woonachtig.
Volgens De oude kerk van Zeist moet Gijsbert zich rond 1691/2 in Utrecht
gevestigd hebben in verband met zijn ambt als Exploiteur van de Staten. In het
register van nieuwe burgers staat dat hij op 3 juni 1707 als nieuwe burger is
genoteerd. Kennelijk ontving hij het burgerschap pas jaren later.
Bronnen: Hinsbergen, Ph.J.C.G. van, en J.C. Andries en A. Graafhuis, 1964,
Bronnen voor de geschiedenis van Zeist, deel 2, aflevering 2 (1552-1600), Van
Gorcum, Assen
Manuaal van het oudsgildgeld in het Nedersticht van 1600 deel "Het
Overkwartier" (Inventaris van het archief der Staten van Utrecht, no. 971)
vergeleken met dat van 1685 (Inventaris als voren, no. 972) beide berustend in
het Rijksarchief te Utrecht.
Bron: Notarisarchieven Utrecht (diverse)
Bron: Register van overdrachten van onroerend goed in Utrecht
Bron: Verzoekschriften momboirkamer, stadsarchief II, 1391/10, p.293
Gijsberth Verkroost
Gijsberth Verkroost was naar de maatstaven van destijds een vermogend man. Hij
had de functie van Exploiteur van de Staten van Utrecht, vermoedelijk een soort
rentmeesterschap. Het feit dat hij redelijk belangrijk was, blijkt al bij de
geboorte van zijn eerste kind, waarbij een aantal notabelen uit de stad Utrecht
als susceptoren optreden.
Zijn persoonlijk vermogen bestond in elk geval uit een aantal gronden in de
omgeving van Zeist. In het manuaal van het oudschildgeld (een soort belasting)
van 1685 wordt een overzicht gegeven van zijn bezittingen. Het relevante deel
van het manuaal is verderop afgedrukt. Verder bezat hij een aantal panden in
Utrecht. Verderop is daar ook wat van opgenomen.
De herkomst van zijn vermogen is nog niet geheel duidelijk. Op grond van
gegevens over de geschiedenis van Zeist (ontleend aan bovengenoemde bron) is
duidelijk geworden wie zijn vader was (voor zover bekend pas na zijn dood
vermeld onder de naam Verkroost). Het geslacht is al eerder redelijk bemiddeld.
Bij de afwerking van de erfenis van zijn vader (notarisarchief) ontvangt hij in
elk geval een aantal gronden in Zeist en omgeving. Daarbij moet hij zijn
halfbroer Jan Corneliss Verkroost afkopen. Dat gebeurde in 1678 voor een bedrag van 700 gulden.
Opmerkelijk is dat zijn zoon Cornelis hem opvolgt als Exploiteur van de Staten
na zijn dood. Daartoe was het nodig dat de familie voor hem borg stond. Ook
zijn zoon komt in verschillende notariële akten voor, deels vanuit zijn functie
en deels als privé-persoon, samen met zijn zussen waarmee hij samenwoonde. Geen van de kinderen is getrouwd en deze tak eindigt dan ook tussen 1750 en 1760 met het overlijden van het laatste kind van Gijsberth.
Geertruy Verkroost
Dit laatste kind was dochter Geertruy. Kort voor haar dood heeft zij in
testamenten en codicillen het beheer over haar goederen en uiteindelijk de
nalatenschap geregeld. (Bron: Notarisarchief Utrecht (Notaris Van Vloten),
21-11-1753 (testament en Codicil), 30-11-1753, 29-01-1754, 20-08-1756.
Uit het codicil van 21-11-1753 blijkt nadrukkelijk de familierelatie, maar
blijkt ook dat zij de laatste van haar gezin was. Zij vermaakt goederen aan de
kinderen (en kleinkinderen) van oom Jan Verkroost (Jan Cornelisse Verkroost in
Tienhoven). Het gaat daarbij om:
Huis en herberg De Swaen in Zeist (Herberg De Swaen was toen bijna een eeuw
familiebezit, want in 1668 werd haar grootmoeder al vermeld als waardin van
deze herberg. Zie aldaar: kaart!)-& Jannetje Cornelis)
8 morgen grond in Stoetwegen
Verder heeft zij een testament aan Elisabeth Voogd (relatie is onduidelijk).
In 1754 draagt zij het beheer over het goed in Zeist en Stoetwegen over aan
notaris Van Vloten. Deze voert in 1756, na de dood van Geertruy, de openbare
verkoop van het huis aan de Voorstraat en van een huis en schuur in Zeist uit.
Omdat dit in de erfenis zit van een minderjarige (Elisabeth) moet hiervoor
toestemming gevraagd worden aan de momboirkamer (27-06-1756). De opbrengsten dienen om de kosten van de afwikkeling van de erfenis te kunnen dekken.
Manuaal van het outschildgeld
Het manuaal is samengesteld door aan het begin van iedere post de omschrijving uit het manuaal van circa 1540 over te nemen, en vervolgens de toestand in 1600 en 1685.
Uitsluitend de bezittingen van Gijsbert(h) Verkroost in 1685 zijn opgenomen.
Seyst
1540 Amersfoort 6 mergen lands behorende Tryntgen Gijsbers Mouriss, bruykt
Thomas Corneliss, int gerecht van Cattenbroek sjaars om 16 kar. gld, facit 7
ouds. 26 st.
1600 Eygenaars Goort Franss. ende Aert van Schaeyk t'Amersfoort ende bruykt
Meyns Peterss.
1685 Den heer van Odijck eygenaar van 3 mergen bruyckt Hendrick Aartsz. van
Ruomst. Van de twee mergen eygenaar de heer van Kersbergen, bruyckt Gijsbert
Willemsz. van Oostveen. Van de eene mergen eygenaar Gijsbert Verkroost ende
betaalt selffs de ongelden.
1540 Cornelis Ottenss. 2,5 mergen bruykt Peter Cornelisz. sjaars om 7 car. gld.
facit 3 ouds. 14 st.
1600 Eygenaar Otto de Witt t'Utrecht ende heefft gebruykt Cornelis Thoniss.
Raep.
1685 Eygenaar ende bruycker Gijsbert Verkroost.
1540 't Convent van Oostbroek 8 mergen lands bruykt Heyndrik Gerrits. sjaars om
11 Utrechtse mudde rogge 't mud 25 st. facit 6 ouds. 23 st.
1600 Den eygendom blijfft ende bruykt nu Jan Anthoniss, aan de Brenk
1685 Nu eygenaar den Domheer Egbert de Leeuw 2 mergen, Gijsbert Verkroost 2
mergen ende Jan Abrahamsz. 6 mergen, betalen haar ongelden selffs.
1540 Pauwels Peterss. 2 mergen lands bruykt Thomas Huybertss. sjaars om 3
Utrechts mud rogge elke mud 25 st., facit 1 ouds. 33 st.
1600 Eygenaar Tonis Janss. van Garderen ende bruykt Meins Peterss.
1685 Eygenaar ende bruycker Gijsbert Verkroost.
1540 Nogh een mergen lands Claas die Coster, selffs toebehorende sjaars om 1
phil. gld
1600 Eygenaer Otto de Wit ende bruykt Cornelis Thoniss. Raep.
1685 Eygenaer ende bruycker Gijsbert Verkroost.
1540 Cornelis Lambertss. 3 mergen lands bruykt Hendrik Aerts. sjaars om 4 mud
rogge Utrechts 't mud tot 25 st., facit 2 ouds. 16 st.
1600 Eygenaar Otto de Wit ende bruykt Meyns Peterss.
1685 Eygenaar ende bruycker Gijsbert Verkroost.
1540 Jan van Wael ende Dirck sijn broeder een hoeffgen bruykt Gijsbert
Willemss. sjaars om 2 goude gld., facit 1 ouds. 13 st.
1600 Joncker Adolff van der Waal ende bruykt Neeltgen weduwe van Jan Aelbertse.
1685 Eygenaar den heere van Odijck ende bruyckt nu Gijsbert Verkroost.
1540 Jacob Janss. aan den Brenk bruykt van de heeren van den Dom t'Uytrecht 4
hond lands geseth op 1,5 ouds.
1600 Den eygendom blijft ende bruyckt nu Tonis Jansen Keyser.
1685 Eygenaar ende bruycker Gijsbert Verkroost, betaalt zijn ongelden selfs.
Bezittingen in Utrecht
De bezittingen in Utrecht omvatten een aantal panden. Verder blijkt, na het
overlijden van de laatste dochter, dat er, naast grond, ook nog panden in Zeist
tot de bezittingen hoorden. In de onderstaande opsomming komen de panden voor
die op enig moment van Gijsbert of zijn kinderen waren.
Huis aan de Voorstraat
In dit huis hebben de kinderen tot hun overlijden gewoond. In 1709 is er, na
het overlijden van Gijsbert, een plecht op genomen van 1000 gulden. In 1724
hebben zij het als borg voor Cornelis gebruikt voor Burgemeester en Vroedschap
van Utrecht.
Het huis lag aan de zuidzijde van de Voorstraat, bij de Boothstraat en
tegenover het Begijnensteegje.
Bronvermeldingen: Transportakten Utrecht, 08-06-1709 (252-255, 256-260),
21-07-1724 (250-252), 24-11-1756 (784-787)
Huizen aan de Haverstraat
Aan de zuidzijde van de Haverstraat (kennelijk ook wel Gortsteeg genoemd)
schaffen de kinderen van Gijsbert in 1732 een groot huis aan, genaamd Het
Groote Mijnwerk. Eraan vast zit een tweede huis (of deel van een huis) dat
voorheen als winkelruimte in gebruik was.
Bronvermeldingen: Transportakten Utrecht, 29-03-1732 (120-124)
Huis aan de Lysbethstraat
Aan de westzijde van de Lysbethstraat.
Bronvermeldingen: Transportakten Utrecht, 29-10-1734 (447-449)
Er ist verheiratet mit Jannickje van Borculo.
Sie haben geheiratet am 27. Januar 1678 in Utrecht.Quelle 12
Getuige Thimotheurs van Borculo, (vader bruid)
Kind(er):
Gijsbert Verkroost | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1678 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannickje van Borculo |
Gerecht Doorn
Not Houtman, U82a5-37, 06-08-1677, overdracht vee en onroerend goed.
Not. Zwaerdecroon, U80a5-51 en U80a5-52, 20-03-1686
Notaris Utrecht, 15-07-1696
Not. Ribbius, U094a001-48, 30-11-1677
Not. Van Noortdijck, U106a6-24, 04-08-1688
Not. Van Noortdijck, U106a13-8, 15-07-1696
Not. Zwaerdecroon, U80a5-390, 31-08-1679
Not. Van Brinckesteijn, AT015, a00004, f32r, Amersfoort, 02-03-1682
Hinsbergen, Ph.J.C.G. van, en J.C. Andries en A. Graafhuis, 1964, Bronnen voor de geschiedenis van Zeist, deel 2, aflevering 2 (1552-1600), Van Gorcum, Assen
BB Utrecht, 12 dragers en te laat in de kerck, mondige+onmondige knd
NH Utrecht, Zeist, Doorn