Genealogie Van Catz » Judocus Boudewijnz "Joost" van Cats (1581-1641)

Persönliche Daten Judocus Boudewijnz "Joost" van Cats 

• Spitzname ist Joost.
• Er wurde geboren am 29. November 1581 in Schoonhoven.
• Er ist verstorben am 12. Januar 1641 in Haarlem, er war 59 Jahre alt.
• Ein Kind von Boudewijn van Cats und Neeltgen Schalcksdr.
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 14. September 2023.

Familie von Judocus Boudewijnz "Joost" van Cats

Notizen bei Judocus Boudewijnz "Joost" van Cats

Judocus (Joost) Cats (ca. 1581 Gorcum-1641 Haarlem) is de zoon van Boudewijn Clasen Cats, rentmeester van de koning van Spanje, sterft in Groningen, weduwe Neeltje Boudewijn Clasen gaat terug naar Gorcum.

Joost van Cats Balduwijnsz. wordt te Schoonhoven geboren uit een bekend en vruchtbaar in geestelijke spruyten geslagt. Hij studeert in Leuven en wordt in 1613 overste van de begijnen in de Hoek in Haarlem. 8 juni 1623 stuurt Judocus van Cats vanuit Rome een brief met de mededeling dat de paus verkeerd is voorgelicht (internet 12). In 1628 wordt hij deken van Haarlem en gebruikt de schuilnaam Johan de Roij. Judocys wordtrd opgevolgd door zijn neef Boudewijn.

Joost is leraar op het priesterschooltje van Eggius in de Amsterdamse Warmoesstraat, in 1601 naar Haarlem overgebracht en in 1602 bij Eggius’ arrestatie gesloten. Joost gaat naar Leuven, waar hij in het Pauscollege woont, komt later terug naar Haarlem, studeert vervolgens in Keulen.
In 1606 werkt hij in Schagen, van 1613-1639 is hij pastoor te Haarlem, de Hoek (H. Bernardus), zeer gezien voor de vele kloppen die daar wonen. Verdere functies: 1615 kanunnik, provisor Pulcheria, kapitteldeken, 1630 aartspriester Kennemerland. Ook van Joost is een portret, toegeschreven aan Pieter Soutman, 1633, en een gravure uit 1641, Catharijneconvent, BMH s9204 en g1560. (mgr. Dick Schoon).

CATS (Joost Boudewijnsz.), geb. te Schoonhoven 29 Nov. 1581, overl. te Haarlem 12 Jan. 1641. Hij is de derde overste geweest van de Maagden in den Hoeck. Reeds vroegtijdig kwam C. onder leiding van Alb. Eggius; achttien jaren oud, werd hij als leraar aan diens kweekschool te Amsterdam verbonden. Daarna heeft hij gestudeerd te Leuven en daar het licentiaat in de godgeleerdheid verworven; hij woonde toen in het Pauscollege, door paus Adriaan VI gesticht. Een zijner vrienden te Leuven, was Jac. Trigland, in zijn jonge jaren nog vurig katholiek. Als afkomstig uit het voormalig aartsbisdom Utrecht, werd C. door den proost Zaffius onder de haarlemsche geestelijkheid opgenomen. In de jaren 1606-13 was C. pastoor van Schagen en omstreken; te Oude Niedorp (’t Veld), bracht hij toen een communiteit van klopjes bijeen. Aan zijn werkzaamheid te Schagen kwam een einde, toen Mr. Cornelis Arentsz., de tweede overste der haarlemsche klopjes, in 1613 overleden was, en hij tot diens opvolger werd aangesteld. C. behoorde toen reeds tot het haarlemsche kapittel; in 1628 is hij daarvan de deken geworden. In het voorbereidend proces tot de zaligverklaring van de martelaars van Gorcum, heeft hij een groot aandeel gehad; met een zijner medekanunniken, Nicolaas Nomius, werd hij in 1619 naar den Briel afgevaardigd, om in betrekking tot dit proces aldaar een onderzoek in te stellen naar de plaatselijke gesteldheid, alsook naar de voorafgegane opgravingen der relieken op het martelveld. Bij het sluiten van het verdrag tusschen seculieren en regulieren in de hollandsche missie (de z.g. Concordia van het jaar 1624) te Brussel is C. met N. Nomius, de gevolmachtigde geweest van den haarlemschen clerus. Op het laatst van zijn leven noodzaakte ziekelijkheid hem zijn ambt bij de Maagden in den Hoeck neder te leggen, en begaf hij zich naar Brabant.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)
Over dit hoofdstuk/artikel
AUTEURS
over Joost Boudewijnsz. Cats
Antonius H.L. Hensen
[p. 288]

Zijne Sermonen, opgeteekend door de klopjes Cath. Jans Oly en Mayken de Graef berusten in het archief van het seminarie te Warmond; daar ook een geschilderd portret. Zijn lijfspreuk was Justus ex fide vivit. (Rechtvaardige zal door het geloof zal leven),
Een gravure van P. Soutman (Gids Biss. Museum Haarlem, 5e dr., blz. 100).
Zie: Bat. Sacr. (fol.) 336; Bijdr. bisd. Haarlem, passim; Arch. aartsb. Utrecht, passim.

Tekst JOOST CATS (1581-1641)
Pieter Soutman (toegeschreven), 1633
BMH s9204

Joost Cats, geboren in Gorkum, is tussen 1613 en 1640 pastoor van de Haarlemse kloppen. Vanaf 1615 is hij kanunnik van het kapittel van Haarlem en vanaf 1628 deken. In deze laatste hoedanigheid heeft hij zich, getuige de bontkraag van zijn tabberd, laten schilderen. Als deken zorgt Cats ervoor dat apostolisch vicaris Rovenius te Haarlem in de ’Hoek’ de beschikking heeft over bisschoppelijke paramenten.

Dirkse schrijft het schilderij toe aan Pieter Soutman die ook een prent graveert naar dit portret (Hollstein 27, p. 232-233, nr. 22, afb.). Catz was pastoor van de schuilkerk Bernardus in de Hoek te Haarlem en vanaf 1628 deken van het Haarlems kapittel. Onderdeel van een verzameling portretten uit de in 1852 opgeheven statie H. Bernardus in de Hoek, Haarlem (BMH s150 t/m s153, s155 t/m s162, s9129, s9130, s9204, s9205, s9212, s9217). Literatuurverwijzingen. De schilderijen van Museum Catharijneconvent (Jeltje Dijkstra), 2002, p. 259, afb. Begijnen, pastoors en predikanten : religie en kunst in de Gouden Eeuw (Paul Dirkse), 2001, afb. 101, p. 237 nt. 7.
Pastoor Joost Cats en zijn betekenis voor de collectie van het Catharijneconvent (Paul Dirkse), 1992, p. 11-16, afb.
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (P.C. Molhuysen), 1911, dl. 7, p. 287-288
Hensen.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Judocus Boudewijnz "Joost" van Cats?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Judocus Boudewijnz "Joost" van Cats

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder