Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Johan van Rechteren

Persönliche Daten Johan van Rechteren 

Quelle 1

Familie von Johan van Rechteren

Er ist verheiratet mit Evertje (Ermgard) van Ewsum.

Sie haben geheiratet im Jahr 1486.


Notizen bei Johan van Rechteren

Vermeld 1478-1500. Heer van Almelo, tot Rechteren en Bredenhorst.
Akte waarin Otto van den Rutenberg belooft Johan van Rechteren schadeloos te zullen houden van een voor hem gedane borgstelling, 1482. 1 charter:
570 1482 maart 15 (opten naesten vrijdach nae Gregorii pape) Otto van Rutenberch en zijn vrouw Marie verklaren dat zij hebben beloofd Johan van Rechteren, heer tot Almelo, en Godert van Reede schadeloos te zullen houden voor de door hen voor hun gedane borgstelling tot betaling van de jaarlijkse rente van vijf Rijnse guldens uit hun erve en goed geheten het Heynenhues aan de provisoren en raadslieden van de kerk van St. Plechelmus te Oldenzaell. Origineel charter (inv.nr. 72), met het zegel van Otto van Rutenberch.

Kwitantie van Lubbert van Langen voor Johan van Rechteren voor de ontvangst van 50 rijnse guldens, 1483. 1 charter:
583 1483 juni 23 (up sunte Johannesaevent in den myddenzoemer) Lubbert van Langen verklaart ontvangen te hebben van Johan van Rechteren, heer van Almelo, een som van 50 RIJNSE GULDENS als laatste termijn van een schuld, en bekent daarmee volledig voldaan te zijn. Origineel charter (inv.nr. 73), met het zegel van Lubbert van Langen.

Akte waarin Johan van Rechteren c.s. beloven Steven van den Rutenberg en Wolter van Ooy schadeloos te zullen stellen van een ten behoeve van hen door Steven uit zijn huis verkochte rente, 1484. 1 charter:
593 1484 mei 11 (op sente Pancraciusavent des heilighen mertelers) [Derick van Keppel, Johan] van Rechteren en Johan van Twickelo verklaren dat zij hebben beloofd Steven van Rutenberghe Brantssoen en Wolter van Oy schadeloos te zullen houden van een jaarlijkse rente van 12½ Rijnse guldens uit het huis bewoond door Steven in de Nijestrate te Swolle, naast het huis van mr. Henrick Knoppert, door Steven verkocht aan burgemeesters, schepenen en raad van Swolle ten behoeve van de oorkonders, onder verband van vrijwillige gijzeling binnen Swolle. Origineel charter (inv.nr. 74), waarvan de zegels van de oorkonders zijn afgevallen.

Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Johan van Rechteren en Evertje van Ewsum, 1486. 1 charter:
609 1486 april 25 (up sunte Mercusdach ewangliste) Heer Vincencius, heer tot Bueren en tot Bozinckhem, ridder, heer Aloff van Rutenberge, proost van St. Marie te Utrecht, jonker Seygher van Rechteren van Voerst, Roeloff van Langhen en heer Hinrick van Hulsscher, pastoor te Almelloe, aan de zijde van de bruidegom, en heer Wolter, abt van Adewert, heer Johan Rengers van den Poste, ridder, heer Wolter van Overhagen, commandeur te Bunne, mr. Herman Elderwolt, licentiaat, pastoor ter Ae binnen Gronyngen, verklaren, huwelijkse voorwaarden gemaakt te hebben tussen jonker Johan van Rechteren van Almelloe en jonkvrouwe Evert, dochter van heer Onno van Ewesma, ridder, hoofdeling te Middelstum, en van vrouwe Gele, waarbij wordt bepaald dat de bruidegom zal aanbrengen de heerlijkheid Almelloe c.a., onder bepaling dat zijn broers jonker Vrederick, jonker Aloff en jonker Seygher van Rechteren, die hieraan hun goedkeuring hebben gegeven, afstand doen van al hun rechten op deze heerlijkheid, waartegen de bruid zal aanbrengen 1000 RIJNSE GULDENS, benevens grasland in Vreeslandt ter waarde van 3000 RIJNSE GULDENS, dat aangewezen zal worden door genoemde mr. Herman Elderwolt en verder door mr. Doeke, pastoor te Middelstum, Johan Tedema en Sijbrant Ulfers. Origineel charter (inv.nr. 75), met de zegels van Johan van Rechteren van Almelloe, heer Vincencius, heer tot Bueren en Bozinckhem, ridder, heer Adolfus van Rutenberch, Johan, heer van Voerst en van Ceppelen, en Seyger van Rechteren van Voerst, namens de bruidegom, en van Onno van Ewesma, ridder en hoofdeling te Middelstum (afgevallen), Enno, heer en graaf van Oestvreeslanden (afgevallen), heer Oemkona, ridder en hoofdeling te Esense, Dydo Mannynge, hoofdeling te Bergum en Abeko Tammynge, hoofdeling te Horhusen (beschadigd), namens de bruid. Eenvoudig afschrift [begin 16e eeuw] (inv.nr. 80).

Akte van schuldbekentenis door Johan van Rechteren aan Johan van Twickelo ten bedrage van 25 rijnse guldens en 20 mudden rogge, 1486. Gecancelleerd. 1 charter:
614 1486 juni 19 (des manendages na sunte Vitusdach des hilligen mertelers) Johan van Rechteren en van Almelo verklaart schuldig te zijn aan Johan van Twicklo 25 RIJNSE GULDENS en 20 mudden rogge, die hij belooft te betalen op eerstkomende sunte Mertensdach in den winter (11 november). Origineel charter (inv.nr. 76), met het zegel van van Rechteren.
NB. Gecancelleerd.

Akte waarin de prior van het convent te Sibculo aan Johan van Rechteren belooft een borgstellingsakte voor de betaling van een lijfrente te zullen overgeven, zodra de persoon op wiens leven deze lijfrente is gesteld zal zijn overleden, 1487. 1 charter:
626 1487 september 28 (op sunte Michaelsavent des heiligen archangels) Broeder Gherlich, prior te Zybekeloe, verklaart dat hij heeft beloofd aan jonker Johan van Rechteren, heer tot Almeloe, diens borgstellingsakte voor de betaling van een lijfrente van 25 RIJNSE GULDENS per jaar, welke Wolter van Oy had verkocht aan het convent te Zybekeloe, aan hem te zullen teruggeven, zodra de persoon op wiens leven deze lijfrente is gesteld zal zijn overleden. Origineel charter (inv.nr. 77), waarvan het zegel van de prior is afgevallen.

Akte waarin Johan van Rechteren c.s. beloven Geert van Reede en diens vrouw schadeloos te zullen houden van een voor hen gedane borgstelling, 1488. 1 charter:
630 1488 februari 21 (up sunte Petersavent ad cathedram) Johan van Rechteren, bastaard, richter van Almeloe, verklaart dat Johan van Rechteren geheten van Almelo, en zijn vrouw Evert [van Ewsum], alsmede zijn broer Frederick van Hyekeren geheten van Rechteren, hebben beloofd Goert van Reede en diens vrouw Jutte schadeloos te zullen houden van hun borgstelling voor de betaling van een jaarlijkse rente van 17 mudden rogge door Johan voornoemd aan de deken en het kapittel van de kerk van St. Plechelmus te Oeldenzall. Origineel charter (inv.nr. 78), met het zegel van de richter, terwijl het zegel van Johan van Rechteren tot Almelo is afgevallen.

Akte waarin de weduwe en de schoonmoeder van Johan van Rechteren verklaren dat Johan kort voor zijn overlijden heeft verklaard dat hij Geert Wyfferdinck, met wie hij een geschil had over een roggerente en over de bouw van het koor aan de kerk te Almelo, onrecht had aangedaan, 1502. 1 charter:
742 1502 maart 30 (Tho Schuttorpe in der hilligen kercken) Gerardus Frijthoff, Munsters notaris, verklaart dat vrouwe Bele van Ewesum en juffer Everdt van Rechteren, weduwe, een getuigenis hebben afgelegd dat wijlen Johan van Rechteren, heer tot Almeloe, kort voor zijn overlijden had verklaard dat hij Gerdt Wijfferdinck, burger [en kerkmeester] te Almeloe, die met hem een geschil had over een roggerente en over de bouw van de kerk te Almeloe, onrecht had aangedaan en hem deswege vergiffenis had geboden. Getuigen: Johannes Tiddeken en Egidius Fabri, vicarissen te Schuttorpe. Origineel op perkament (inv.nr. 79), met de signatuur van de notaris.
Stukken betreffende het geschil tussen Onno van Ewsum en de broers Hendrik en Otto van Rechteren over de uitleg van de huwelijkse voorwaarden eertijds gesloten tussen Johan van Rechteren en Evertje van Ewsum, 1534-1559. Met retroacta, 1486-1506. Gedeeltelijk afschriften, [begin 16e eeuw]. 6 charters, waarvan 2 getransfigeerd en 1 omslag:
609 1486 april 25 (up sunte Mercusdach ewangliste) Heer Vincencius, heer tot Bueren en tot Bozinckhem, ridder, heer Aloff van Rutenberge, proost van St. Marie te Utrecht, jonker Seygher van Rechteren van Voerst, Roeloff van Langhen en heer Hinrick van Hulsscher, pastoor te Almelloe, aan de zijde van de bruidegom, en heer Wolter, abt van Adewert, heer Johan Rengers van den Poste, ridder, heer Wolter van Overhagen, commandeur te Bunne, mr. Herman Elderwolt, licentiaat, pastoor ter Ae binnen Gronyngen, verklaren, huwelijkse voorwaarden gemaakt te hebben tussen jonker Johan van Rechteren van Almelloe en jonkvrouwe Evert, dochter van heer Onno van Ewesma, ridder, hoofdeling te Middelstum, en van vrouwe Gele, waarbij wordt bepaald dat de bruidegom zal aanbrengen de heerlijkheid Almelloe c.a., onder bepaling dat zijn broers jonker Vrederick, jonker Aloff en jonker Seygher van Rechteren, die hieraan hun goedkeuring hebben gegeven, afstand doen van al hun rechten op deze heerlijkheid, waartegen de bruid zal aanbrengen 1000 RIJNSE GULDENS, benevens grasland in Vreeslandt ter waarde van 3000 RIJNSE GULDENS, dat aangewezen zal worden door genoemde mr. Herman Elderwolt en verder door mr. Doeke, pastoor te Middelstum, Johan Tedema en Sijbrant Ulfers. Origineel charter (inv.nr. 75), met de zegels van Johan van Rechteren van Almelloe, heer Vincencius, heer tot Bueren en Bozinckhem, ridder, heer Adolfus van Rutenberch, Johan, heer van Voerst en van Ceppelen, en Seyger van Rechteren van Voerst, namens de bruidegom, en van Onno van Ewesma, ridder en hoofdeling te Middelstum (afgevallen), Enno, heer en graaf van Oestvreeslanden (afgevallen), heer Oemkona, ridder en hoofdeling te Esense, Dydo Mannynge, hoofdeling te Bergum en Abeko Tammynge, hoofdeling te Horhusen (beschadigd), namens de bruid. Eenvoudig afschrift [begin 16e eeuw] (inv.nr. 80).
625 1487 september 15 Jacobus de Lipp[um], notaris van het Hof van Keulen, verklaart dat Adam Becker, officiaal van het Hof van Keulen, bij afwezigheid van de commissaris Henricus Steynwech, door Hermannus [IV van Hessen], aartsbisschop speciaal aangesteld in zaken van gedelegeerde pauselijke jurisdictie, aan de geestelijkheid van zijn ressort bekend maakt: dat eertijd Nicolaus de Asselen, in dezelfde kwaliteit als Becker voornoemd, de zaak in appèl tussen Gerhardus de Bevervoirde, knape, uit het bisdom Münster, als appellant, en Johannes de Rechteren, knape, uit het bisdom Utrecht, geappelleerde, waarbij appèl werd aangetekend tegen een vonnis gewezen door Johannes de Diepholt, scholaster en kanunnik te Deventer, in kwaliteit als door de bisschop van Utrecht aangewezen rechter en commissaris in deze zaak, had aangehouden, maar dat daarna de commissaris Steynwech zelf, na diens terugkeer, op 19 november 1485 vonnis had gewezen. Becker verklaart nu, de kosten van dit kwalijk appèl, door appellant, bijgestaan door Lambertus Vogt, procureur, te voldoen te hebben vastgesteld op 15 guldens, twee marken en drie witten, en geeft tevens de geestelijkheid in zijn ressort opdracht om Van Rechteren, bijgestaan door zijn procureur Gerhardus de Wesalia, bij de invordering van dit bedrag behulpzaam te zijn en Van Bevervoirde bij onwilligheid te excommuniceren. Origineel charter (inv.nr. 80), met een fragment van het officiaalszegel van het Hof van Keulen.
627 1487 oktober 21 (up der Elvendusent magedendach) Henric van den Water en Spaen van Kamphusen verklaren zich borg te stellen voor de nakoming door jonker Johan van Rechteren van Almelloe van de voorwaarden waarop hij van heer Unna van Ewesma, ridder, hoofdeling te Middelstum, een deel van de bruidsschat, 1000 RIJNSE GULDENS, voor diens dochter jonfer Evert had ontvangen. Authentiek gelijktijdig afschrift door Egbertus Kremer, notaris te Bremen (inv.nr. 80). NB. In dorso o.a.: "dese pryspal lycht op dat rathus".
682 1494 februari 3 (op maendach naest onser liever Vrouwen to lychtmyssen) Frederick van Cleve, richter van Almeloe, verklaart dat Johan van Rechteren van Almeloe en zijn vrouw juffer Evert van Ewesum hebben ontvangen van haar moeder vrouwe Geele Menynge, weduwe van heer Onne van Ewesum, ridder, een som van 200 RIJNSE GULDENS, waarvoor zij haar zullen geven het recht van bewoning van hun beider huis te Almeloe en een jaarlijkse rente van 12 mudden gerst en 24 mudden haver uit de watermolen te Almeloe, en alle verdere inkomsten in natura uit het huis Almelo; wanneer dit bedrag van 200 guldens zal zijn afbetaald, zal vrouwe Geele het huis Almelo weer ontruimen. Johan Smyt en Geert Wyferynck, schepenen van Almeloe. Eenvoudig afschrift [16e eeuw] (inv.nr. 80).
717 1498 februari 21 (up sunte Petersavent ad cathedram) Henrick van den Oesterhoff, richter de Dalffsen, verklaart dat Johan van Rechteren heeft betuigd schuldig te zijn aan zijn vrouw juffer Ewert van Ewessum, geassisteerd met haar gekozen voogd Sweder Sobben, 900 RIJNSE GULDENS, zijnde 700 guldens door hem opgenomen door bezwaring, t.g.v. Jacob Henricksz. te Groenyngen, van haar goederen gelegen in Friesland, zijnde haar bruidsschat, en 200 guldens wegens een gouden speld en enkele andere kleinoden van haar, die hij had verkocht, waarvoor hij tot zekerheid in pand geeft de hoven te Hessem en te Myllingen alsmede de erven op 't Reckvelt, ten Velthuyse en de Slendebroick, alle gelegen in het kerspel en gericht Dalffsen; voorts dat hij haar heeft geschonken al zijn levende have, voorraden en gereedschappen alsmede zijn edelmetalen m.u.v. een gouden kroes, twee zilveren mispullen, twee ijzeren brandroeden en de beslagen "hertehoern", die na zijn overlijden op het huis Rechteren dienen te blijven. Wermbolt Gerlichsz. en Otte Schroeder. Authentiek afschrift op papier door Egbertus Frericks(?), notaris uit het bisdom Bremen [16e eeuw] (inv.nr. 80).
718 1498 maart 13 (des dinxdages na den sonnendage Reminiscere) Henrick van den Oesterhoff, richter te Dalffzen, verklaart dat Johan van Rechteren het levenslang vruchtgebruik heeft gegeven aan zijn vrouw juffer Evert van Ewesum van het huis te Rechteren, de huizen op de dijk te Rechteren met de visserijen, de hof te Rechteren met de weerd en de windmolen te Rechteren en het erve ten Duveler, alles gelegen in het kerspel en gericht Dalffzen. Wermbolt Geerlichs en Otto Scroeder. Eenvoudig afschrift [16e eeuw] (inv.nr. 80).
732 1500 februari 9 (Up 't slot to Almeloe) Ludolphus van Itterssum, notaris, verklaart dat Johan van Rechteren, ziek, heeft verklaard schuldig te zijn aan zijn broer Seyger van Rechteren 2000 RIJNSE GULDENS aan geleend geld, wegens het ouderlijk erfdeel dat Seyger was toegevallen, speciaal het huis en de heerlijkheid Almeloe, waarvan Seyger ten behoeve van Johan afstand had gedaan, onder verband van al zijn goederen. Getuigen: Evert Muller en Wilhelmus van Monster, priesters en vicarissen te Almeloe. Authentiek vertaling uit het Latijn door notaris Albertus Sommerhuys [16e eeuw] (inv.nr. 80).
774 1506 juni 19 (Daventrie in domo et camera dicti Martini [Maess] inibi sita) Hermannus Knipe, notaris, verklaart dat jonkvrouwe Everharda de Eyffzen (van Ewsum), weduwe van Johannes, jonker van Rechteren, met haar voogd Martinus Maess, burger van Deventer, heeft verklaard dat haar zwager Segerus de Rechteren, door haar aangesteld als procureur over zekere goederen welke eertijds aan haar man hadden toebehoord, deze in goede orde aan haar heeft overgegeven. Getuigen: Arnoldus de Waermele en Theodericus de Greydt. Origineel op perkament (inv.nr. 80), met de signatuur van de notaris. Authentiek afschrift door P.T. Golts, secretaris 1750 (inv.nr. 1445).
901 1534 augustus 7 (Gegeven to Vollenho) Hyddo Onsta, hoofdeling te Sauwert, Johann Hilbrants J.U.D., Eltet to Lellens, burgemeester van Groningen, en Reyner van Dockom, J.U.D. en secretaris der stad Groningen, als scheidslieden aan de zijde van Onna van Ewesum Roloffsz., hoofdeling te Roeden, en juffer Betke van Raswert, weduwe van Wickbolt van Ewesum, hoofdeling te Middelstum, met haar kinderen ter ener zijde en Johan van Twickel, drost van Twenth, Adriain van Reede, maarschalk en drost van Laege, Hinrich Hagen en Herman van den Cloister, als scheidslieden aan de zijde van de broers Hinrich en Otto van Rechterenn, erfgenamen van wijlen Johan en Adolff van Rechteren, ter andere zijde, onder super?arbitrage van heer Georg Schenck, heer tot Tautenburch, stadhouder van Vrieslandt en Overijssel, verklaren vonnis gewezen te hebben in het geschil dat was ontstaan over de uitvoering van de huwelijkse voorwaarden van Johan van Rechteren en juffer Evert van Ewesum, waardoor de Van Ewesum's meenden een vordering te hebben op de Van Rechteren's en waarbij nu wordt bepaald dat de Van Rechterens binnen een jaar 700 RIJNSE GULDENS en binnen de volgende 26 jaren nog een 1222 RIJNSE GULDENS aan de Van Ewesum's moeten betalen. Origineel charter (inv.nr. 80), met de handtekeningen van de arbiters en partijen alsmede van Betke's zoon Hidde van Ewesum Wickboltsz, terwijl het zegel van de stadhouder is afgevallen; getransfigeerd met het charter d.d. 1534 augustus 7 (regest nr. 902). Eenvoudig gelijktijdig afschrift op perkament (inv.nr. 80).
902 1534 augustus 7 (Up onsen schloete to Vollenhoe) Kaerl, Rooms keizer etc., verklaart bij monde van zijn stadhouder van Vrieslant en Overijssel Georg Schenck tot Tautenburch dat hij de akte d.d. 1534 augustus 7 (regest nr. 901, zie voorgaande) bevestigt. Origineel charter (inv.nr. 80), met het zegel van de keizer als heer van Overijssel; getransfigeerd met de akte d.d. 1534 augustus 7 (regest nr. 901, zie voorgaande). Eenvoudig gelijktijdig afschrift op perkament (inv.nr. 80).
905 1535 augustus 24 (op dach Bertholomei apostoli) Elthet to Lellens, burgemeester van Gronyngen, als zaakgelastigde van juffer Beetke van Raswert, weduwe van Wygbolt van Euwsum, hoofdeling te Middelstum, en haar kinderen, verklaart dat hij heeft ontvangen van Hinderick van Rechteren, heer tot Armeloe, 350 goudguldens, ter voldoening van de uitspraak d.d. 7 augustus 1534 (regest nr. 901, zie hiervoor). Origineel op papier (inv.nr. 80).
947 1544 januari 12 Beetke van Raswert, weduwe van [Wigbolt van] Ewsum, namens haar minderjarige kinderen Johan en Hidde van Ewsum, verklaart volmacht te hebben gegeven aan Hinrick van Weerst tot het innen van de gelden die Hinrick van Rechteren, voor zichzelf en als voogd over de andere erfgenamen van wijlen Otto van Rechteren, nog schuldig is ter voldoening van de uitspraak d.d. 7 augustus 1534 (regest nr. 901, zie hiervoor). Origineel op papier (inv.nr. 80), met de handtekeningen van Beetke en haar beide zoons en haar opgedrukte zegel, terwijl de opgedrukte zegels van Johan en Hidde zijn afgevallen.
990 1549 april 2 Mr. Jan van der Braken en Henric van Weerst, als gevolmachtigden van Jan en Christoffer van Ewsum, broers, verklaren ontvangen te hebben van jonker Henric van Rechteren, heer tot Almeloe, 100 guldens ter voldoening van de uitspraak d.d. 7 augustus 1534 (regest nr. 901, zie hiervoor). Origineel op papier (inv.nr. 80), met de handtekeningen van de oorkonders.
1108 1557 mei 24 (Bynnen Deventer in mynnerbroderen cloisters haus) Berndt van Bevervorde en Herman van Westerholt, als scheidslieden aan de zijde van Hinrich en Johan van Rechterenn, enerzijds, en mr. Johan van der Brake aan de zijde van Onno von Ewsum en Bethikenn van Raswordt, weduwe Von Ewsum, met haar zoon Hidde von Ewsum, anderzijds, verklaren het geschil tussen partijen beslecht te hebben, waarbij is bepaald dat de Van Rechterens hun achterstallige betalingen, groot 1292 guldens, voortvloeiende uit de uitspraak d.d. 7 augustus 1534 (regest nr. 901, zie hiervoor) in twee termijnen, binnen twee jaar, zullen voldoen, te betalen in Dwingell in Drenthe, voor welke betaling van Hinrick van Rechterenn zich borg stelt zijn zwager Herman van Westerholt, terwijl Herman van den Cloister belooft dat binnen een maand hij of zijn broer Johan van den Cloister van Haverhorst zich schriftelijk voor hun zwager Johan van Rechteren borg zullen stellen bij Wigbolt van Ewsum, ridder, op de Nienort [nabij Leek]. Origineel op papier (inv.nr. 80), met de handtekeningen van de oorkonders, partijen en borgen. Eenvoudig gelijktijdig afschrift (inv.nr. 80).
1122 1558 juni 3 Johann en Wigbolt von Ewsum, broers, voor henzelf en namens hun broer Christoffer, bekennen van Agness van den Closter, vrouw van jonker Johan von Rechtern, ontvangen te hebben een som van 223 guldens, waarmee zij bekennen voldaan te zijn van het aandeel van de schuld die Johan von Rechtern had volgens de uitspraak van 7 augustus 1534 (regest nr. 901, zie hiervoor). Origineel op papier (inv.nr. 80), met de opgedrukte zegels van Johan en Wigbolt van Ewsum.
1136 1559 mei 19 De broers Johann en Wigbolt van Eewssum, mede optredende namens hun broer Christoffer van Eewssum, verklaren ontvangen te hebben van de broers Hindrick en Johann vann Rechterenn 1292 guldens, die deze verschuldigd waren volgens de overeenkomst d.d. 1557 mei 24 (regest nr. 1108, zie hiervoor). Origineel charter (inv.nr. 80), met de zegels van Johann en Wigbolt van Eewssum, met contrazegels, waarvan het zegel van de eerste in twee kleuren was (rood en blank) is uitgevoerd.
Akten van belening van Johan van Almelo en zijn rechtsopvolgers met de heerlijkheid Almelo c.a., leenroerig aan de bisschop van Utrecht, naderhand de landsheren en tenslotte de Staten van Overijssel, 1453-1784. 17 charters en 3 omslagen.
1412. Johan van Rechteren, 1485.
603 1485 september 15 (Op onsen slote tot Vollenhoe) David van Bourgoengen, bisschop van Utrecht, verklaart Johan van Rechteren beleend te hebben met de vrijheid van Almelo c.a., met de botergulden, de hof te Lyndeloe, de watermolen te Rijssen c.a., het huis ten Damme bij Goer c.a. en de Rumersch te Wederden c.a., na opdracht door Johan van Voerst, heer tot Keppell. Getuigen: Roeloff van Bevervoerde, hofmeester van de bisschop, en Derick van Voerst, huismaarschalk van de bisschop. Origineel charter (inv.nr. 1412), waarvan het zegel van de bisschop is afgevallen. Authentiek afschrift door de griffier van de Staten van Overijssel [eind 16e eeuw] (inv.nr. 1426); idem door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr.485). Eenvoudig afschrift [begin 16e eeuw] (inv.nr. 1562 fol. 115); idem van een eerder afschrift door notaris Johannes Oostendorp [18e eeuw] (inv.nr. 1430-1433); idem, [18e eeuw] (inv.nrs. 1426, 1445 en 1464); idem, [begin 19e eeuw] (inv.nr. 2836).
Stukken betreffende het geschil tussen de erfgenamen van Hendrik van Rechteren en diens weduwe Agnes van Westerholt en haar familie over de opvolging in de heerlijkheid Almelo, 1568-1620. Met retroacta, 1363-1561. Afschriften. 1 pak en 2 charters:
603 1485 september 15 (Op onsen slote tot Vollenhoe) David van Bourgoengen, bisschop van Utrecht, verklaart Johan van Rechteren beleend te hebben met de vrijheid van Almelo c.a., met de botergulden, de hof te Lyndeloe, de watermolen te Rijssen c.a., het huis ten Damme bij Goer c.a. en de Rumersch te Wederden c.a., na opdracht door Johan van Voerst, heer tot Keppell. Getuigen: Roeloff van Bevervoerde, hofmeester van de bisschop, en Derick van Voerst, huismaarschalk van de bisschop. Origineel charter (inv.nr. 1412), waarvan het zegel van de bisschop is afgevallen. Authentiek afschrift door de griffier van de Staten van Overijssel [eind 16e eeuw] (inv.nr. 1426); idem door Gerhard Boom, richter van Almelo [ca. 1750] (inv.nr.485). Eenvoudig afschrift [begin 16e eeuw] (inv.nr. 1562  fol. 115); idem van een eerder afschrift door notaris Johannes Oostendorp [18e eeuw] (inv.nr. 1430-1433); idem, [18e eeuw] (inv.nrs. 1426, 1445 en 1464); idem, [begin 19e eeuw] (inv.nr. 2836).
703 1496 december 10 (Actum Vullenhoe) Frederick van Baden, bisschop van Utrecht, verklaart beleend te hebben Johan van Heeckeren van Rechteren met de vrijheid van Almeloe, met Vreesenveene c.a., met de botergulden, de hof te Lyndeloe, de watermolen te Rijssen c.a., met het huis then Damme bij Goer en met de Rumersch te Wederden c.a. Getuigen: Johan van Zulen van Nijevelt, ridder, en Aloff van den Ruytenberge. Authentiek afschrift door Roelinck, griffier van de Staten van Overijssel uit het bisschoppelijk leenregister [eind 16e eeuw] (inv.nr. 1426).

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Johan van Rechteren?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Vorfahren (und Nachkommen) von Johan van Rechteren


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Johan van Rechteren

Quellen

  1. rob_gomes.ged

Über den Familiennamen Rechteren

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Rechteren.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Rechteren.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Rechteren (unter)sucht.

Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I85415.php : abgerufen 10. Mai 2024), "Johan van Rechteren".