Er hat eine Beziehung mit Brechta Rolland.
Die Beziehung begann.
Kind(er):
Notitie bij Floris de:
(Bastaard) vermeld 1291 als broeder van Heer Dirc van Brederode (Hollandse Oorkonde nr 759) en vermeld (genoemd) in 1300 en 1305 als broeder en mombaer door Alverade van Brederode, ridder
Floris de trouwde met Brechta van Rollant. Brechta is overleden op 11-10-1335.
Notitie bij Brechta: (haar broeder Peleginus overlijdt 13-2-1306)
.
Hij is een bastaard van zijn vader bij een onbekende moeder. Vermeld in 1291. Hij was de stamvader van het geslacht Adrichem.
Abdij van Egmond; toegangsnummer: 356; 4. Regestenlijst:
1121290 januari 14 (in octavis Epiphanie)
Theodericus, priester in Akersloot, verklaart met goedvinden van zijn broeder Bertholomeus en zijn zusters te schenken en te legateren aan God, S. Adalbertus en het convent in Hecmunda een stuk land in Akersloot, geheten "de aght gherden", 7 weide naldaar (gekocht van Florentius van Scoten, broeder van heer Theodericus de Brederode, ridder), 6 maden in Uytersloot, een erf in Heemskerc, 5 jukken land in Haimout (gekocht van zijn bloedverwant Theodericus van Wiic), verder 2 akkers in Wiic na dendood van zijn zusters, die deze thans bezitten onder voorbehoud van de rechten, die zijn broeder hierop zal hebben; met bepaling, dat de inkomsten van de goederen tijdens zijn leven aan hem afgedragen zullen worden, dat na zijn dood de inkomsten aanzijn beide zusters en aan zijn nicht en neef gedurende hun leven zullen komen, en met verdere regelingen omtrent de uitkeringen aan het altaar, waar dagelijks een mis voor het heil van de ziel van hem, zijn broeder Arnoldus en zijn weldoeners en dievan het klooster gehouden zal worden, omtrent de uitkering voor een pitancie op zijn jaardag, en omtrent het gebruik van het restant voor de cariteit.
a. Afschrift (Inv.no. 1, fol, 40).
b. Afschrift (Inv.no. 3, fol, 50).
1711311 Mei 23 (des anders daghes nae Pinxterdach)
Gheriit van Heemskerck, ridder, Wouter van Egmond, FIorens van Aderkem en Wouter die Vriese oorkonden, dat Machteld, dochter van Dirc van Rollant, bijgestaan door haar momber Symon van Teylinghe vóórden abt ten behoeve van deze afstand gedaan hee ftvan de rottienden, en dat de abt haar met deze tienden opnieuw be]eend heeft op de voorwaarden, die in haar brief vermeld zijn.
Afschrift (Inv.no. 1, fol, 12).
Floris I de Scoten van ADRICHEM | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brechta Rolland |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.