Doopgetuige: Aaltje Alberts
Hij is overleden in huis nr. 56 om 13.00u; aangifte overl op 10 mei 1813 door Dirk Sijmonsz Daalder, 66 jaar, boer en Jacob Knaap, 43 jaar, molenaar; beiden buren van de overledene; beiden wonende in Den Hoorn
Er ist verheiratet mit Martje Dirks Boon.
Die Eheerklärung wurde am 6. Januar 1791 zu Texel gegeben.Quelle 2
Sie haben geheiratet im Jahr 1791 in Texel.Kind(er):
Brieven burgemeester Reinbach
N 230 Pauvres 31-8-1813 Aan den Heer Onderprefect
In de maand mei dezes Jaars kwam aldaar te overlijden een weduwnaar genaamd Albert Pietersz Kikkert, nalatende 3 kinderen een van 20 jaar, die echter Ziek en gebrekkig is en niet instaat om zich zelve onderhoud te verschaffen, de tweede zijnde een meisje oud 15 Jaren en derde zijnde een jongen oud zes jaren wierd in het algemeen weeshuis opgenomen, waar den twee eersten uithoofde van hunne Jaren, ingevolge de fundator van het weeshuis geen aanspraak meer konden maken.-
De Boedel bestaande in een oud huis een boerenwagen twee oude paarden en een weinigje meubelen was zodanig met schulden bezwaard, dat er misschien geen stuiver van de gulden zoude hebben kunnen teregt komen, weshalve de Crediteuren resolveerden in deze boedel ten voordeele van het weeshuis en diaconen der Gereformeerde Kerk aan den Hoorn tot welke Corporatie deze kinderen behooren aftestaan; dan, genoemde diaconen blijven niettegenstaande dit aanbod en alle gedane instantien even als die van Oosterend volstrekt weigeren, zich met het onderhoud der kinderen te bemoeijen en wel op fondament van artikel 4 en ten opzigte van die van Oosterend van art. 8, eener zekere Conventie welke van het Jaar 1803 tusschen de onderscheiden Kerkgenootschappen en algemeene Armendirectie is gesloten waarvan ik de Eer heb Copie hierbij te voegen.-
De zaak is alzoo met opzichte tot den boedel van Albert Kikkert gebleven zo als zij was en de kinderen hebben uit denzelven tot heden geleefd, zo dat deze nalatenschap genoegzaam geaborteerd is, in het bezwaarlijk zal zijn de doodnaalden daaruit meer te kunnen vinden en de kinderen binnen korte dagen ten prooi van ellende en armoede zullen zijn overgelaten indien er geene middelen van Constuctie worden daargesteld, waardoor genoemde diaconie tot haren pligt kan worden gebragt.-
Het komt mij onder referentie voor dat gemelde Conventie geen langer stand meer kan houden, eensdeels omdat dezelve niet meer bestaanbaar is met de thans existeerende wetten, en dat de kinderen van geloovige ouders altijd aan de diaconale lasten hebben gecontibueerd.-
Ten anderen en hetgeen wel het voornaamste, is dat de algemeene armendirectie zich volstrekt buiten staat bevind, onderstand aan zoodanige kinderen te kunnen geven, daar zij geene andere fondzen heeft als de 2000 franc, welke haar nu eerst op het budget van 1812 zijn toegestaan en niet eens toereikende zijn om hare schulden te betalen, veelminder daaruit te kunnen alimenteren zodanige armen welke zo min als hare ouders ergens ledematen zijn geweest en dierhalven eene volstrekte aanspraak op onderstand uit deze kasse hebben.-
Meerdere disputen van dien aard bestaan alhier over het onderhoud van de armen, waarvan ik echter kortheidshalve geen melding zal maken, daar ik vertrouw dat de twee aangehaalden genoegzaam zullen zijn te overtuigen dat niet te spoedig hieraan een einde kan worden gemaakt; weshalven ik UHoogEdgestr zeer instantelijk verzoek indien het mogelijk is, mij per omgaande te willen melden welke middelen van Constrainte ik hieromtrent kan en mag bezigen, en of meer gemelde Conventie tusschen de onderscheidene Kerkgenootschappen en alhgemeene armen directie niet behoort te worden beschouwd als vervallen en strijdig met de thans bestaande ordre van zaken.-
Bron: Irene Maas
Albert Pietersz Kikkert | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1791 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martje Dirks Boon |