Leen Hofstad Wateringen:
3 morgen land in een perceel van 18 morgen, belend ten westen: de jonkheer van Nassouwe, ten noorden: de heerweg, ten oosten: de abt van Egmond, ten zuiden: de Zwet en dijkland (ca. 1507: gebruikt door Engebrecht Adriaensz. te Wateringen).
20-9-1596: Maerten Cornelisz. na overdracht door Ariën Tyssen.
15-4-1619: Cornelis Maertensz. bij dode van zijn vader Maerten Cornelisz. en draagt het leen over aan zijn broer Pouwels Maertensz. en aan zijn zuster Maritge Maertens, elk voor de helft.
3-1-1622: Roelandt Pietersz., gehuwd met Maritge Maertens, die de helft van het leen houdt, na overdracht door zijn zwager Pouwels Maertensz. met de andere helft.
15-12-1664: Cornelis Roelands van der Marel bij dode van zijn vader Roelandt Pietersz. en van zijn moeder Maritge Maertens met het gehele leen en draagt de helft ervan over aan zijn zuster Lysbeth Roelands van der Marel.
Het leen 14 is gesplitst in 14A en 14B.
14A. De helft van 3 morgen land.
26-7-1724: Cornelis Cornelissen van der Marel de Jonge na overdracht door zijn vader Cornelis Cornelissen van der Marel de Oude, die het leen van zijn vader Cornelis Roelentsen van der Marel had geërfd.
26-4-1726: Annetie Cornelisse van de Marel en draagt het leen over aan meester Jacob Gaal.
14B. De helft van 3 morgen land.
1-8-1724: Marytge Dirkse Persoon bij dode van haar broer Pieter Dirkse Persoon, die het leen geërfd had van zijn moeder Lysbeth Roelantsen van der Marel, in leven echtgenote van Dirk Pietersen Persoon.
4-11-1730: Cornelis Pietersen van der Marel bij dode van zijn nicht Marytge Dirksen Persoon.
6-12-1730: Johan Gael, raadsheer, na overdracht van Cornelis Pietersen van der Marel.
Weeskamer Naaldwijk,
Nr. 2 d.d. 31-07-1654. Rekening door Arent van Leeuwen van de ontvangsten, door hem verkregen van Maerten Cornelisz. Roskam, nagelaten zoon van Cornelis Maertensz. Roskam en Maritgen Pietersdr., beiden zaliger, in leven wonende te Naaldwijk. Overgebracht door de rendant ter weeskamer op 31-07-1654.
28-09-1655. Rekening door Jan Pieterse Timmers notaris in ‘s-Gravenhage als administrateur van de nagelaten boedel van Cornelis Maertenssen Roscam en Maritgen Pietersdr., beiden zaliger, in leven wonende in Naaldwijk, van de ontvangsten en uitgaven sedert 06-07-1647. Overgebracht ter weeskamer van Naaldwijk voor de baljuw en weesmeesters als voogden van de nagelaten kinderen, mitsgaders Roelant Pietersz. van der Marel als oom en voogd van wegen zijn vrouw van vaders zijde van de kinderen, en Anthonis Jansz. van Foreest gehuwd met Maritgen Cornelisdr., zijnde een dochter van Cornelis Cornelisz. van der Vallick, verwekt bij de voorn. Maritgen Pietersdr. Gemaakt op 25-05-1648.
In de boedelbeschrijving o.a.: Betaald aan Maritgen Maertensdr. huijsvrouw van Roelant Pietersz. van der Marel voor kosten van Pouwels Cornelisz. Roscam.
Kinderen: Cornelis Cornelisz Roscam; Pouwels Cornelisz Roscam, Maritgen Cornelisdr Roscam,
Delft, notaris Nicolaes Vrienbergh, 6-5-1665: Boedelscheiding van zaliger Roeland Pietersz. van der Marel, in leven boomgaardman wonende in Wateringen en Marijtgen Maertens, overleden op 24-6-1664. De boedel wordt verdeeld over zijn kinderen en kindskinderen, te weten: Cornelis voor 1/8 part, Jan voor 1/8 part, Pieter voor 1/8 part, Leendert Gerritsz. van der Cleij gehuwd met Trijntgen van der Marel voor 1/8 part, Adriaen Gerritsz. Cleij gehuwd met Aechgen van der Marel voor 1/8 part, Gerrit Corsz. Hoochwerf gehuwd met Maertgen van der Marel voor 1/8 part, de kinderen van zaliger Aelbrecht Aelbrechtsz. van der Thuijn verwekt bij zaliger Annitgen van der Marel voor 1/8 part en laatst Dirck Pietersz. Persoon gehuwd met Lijsbeth van der Marel voor het laatste 1/8 part. Ieder 1/8 part bedraagt 3912 gulden 10 stuivers.
Sie ist verheiratet mit Roeland Pietersz van der Marel.
Sie haben geheiratet rund 1606.Quelle 1
Kind(er):
Maritgen Maartensdr Roscam | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1606 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roeland Pietersz van der Marel |