Zij is getrouwd met Jozef de VOS.
Zij zijn getrouwd op 13 november 1871 te Sinaai, zij was toen 21 jaar oud.
Kind(eren):
Joanna Catharina Robijn (Kato Robijn) werd geboren te Sinaai op 18 maart 1850 als dochter van Fred Robijn, barbier en van Francisca De Witte, werkvrouw.
De Robijns hadden hun wortels in Kemzeke en de De Witte's woonden gedurende twee generaties op het Baudeloohof te Klein Sinaai.
Toen de jonge Kato huwde met de 14 jaar oudere Jozef De Vos hadden haar ouders een winkel in het dorp te Sinaai. Ze droomde van een eigen zaak.
Op de dag van hun huwelijk begonnen ze een herberg-kruidenierswinkel op de hoek van de Neerstraat en de Zwaanaardestraat te Sinaai.(zie pijl op de foto,achteraan de straat rechts. De andere hoek was de mouterij Claus.
Jozef De Vos had dit huis reeds enkele maanden voor zijn huwelijk gehuurd en hij was er ondertussen "brouwer " geworden in de mouterij Claus. De meestergast-brouwer was verantwoordelijk voor de produktie van het bier. Een gewaardeerde post.
Vader Frans Robijn, de barbier(= een soort kruidendokter) was algemeen geacht in Sinaai en hij had de nodige reklame gemaakt voor de nieuwe zaak van zijn dochter.
De dag van het huwelijk werd dan ook een formidabel succes voor de winkel-herberg. Ze ontvingen die dag meer dan 100 frank. Een reuze ontvangst in die tijd. Een grote pint biezr koste 5 cent(=10 centiem). Zelfde prijs voor 3 grote mastellen. Een groot brood: 9 cent: 1 kilo rijst: 65cent; en een doosje safraan: 5 cent(Inlichtingen van Jeanette de zuster van Edgard.
Kato Robijn zal een zegen blijken voor de stille maar hardwerkende Joizef De Vos. Onder haar inpuls wordt weldra verhuisd naar het dorp (rond 1880). Ondertussen volgen de kinderen elkaar op in snel tempoo( 12 kinderen in 16 jaar). Dan wordt de 13de n de rij geboren op 17 september 1890. Moeder Catharina Robijbn is dan 40 jaar.
Op het einde van de 19 eeuw schonk Mevrouw Goethals-Van Landeghem haar kasteel en landgoed te Sinaai-dorp aan het klooster van Maria Eerhestel.
In 1895 waren de eerste kloosterzusters toegekomen en op 7 september 1897 werd de eerste steen gelegd van de kapel. In afwachting dat ook het klooster gebouwd werd, woonden de zusters in het kasteel.
De regels van het slotklooster werden streng toegepast en er mochten dus geen heren tussen de muren.
Geen nood vond de pientere Kato. Ezo kwam het dat, gedurende de bouw(van 189/7 tot 1905) de architect van het klooser bij haar logeerde.
Wanneer Mgr. Stillemans de nieuwe kapel komt inwijden op 21 september 1899 is haar zoon Ernest de eerste misdienaar.
Een maand later koopt Kato van Augustijn Thuysbaert voor 3000 frank een stuk grond en een oud huisje naast het klooster en rechtover de kerk.
En de architect-logv© is bereid een nieuw huis te tekenen. Hij zal nog tot 1905 blijven logeren op de "schone kamer" boven de winkel.
Op 3 mei 1904 zal Jozef overlijden. Die dag werd de herberg afgeschaft. Deze ruime plaats diende van dan af alleen nog op zondag, voor de koffietafel van de klanten na de vroegmis en voor de familie te ontvangen.
Kato 54 jaar bleef op dat ogenblik achter met nog zes inwonende kinderen. Ernest en zijn vijf oudere zusters.
Kato zal haar man nog 11 jaar overleven.
Als dochter van de barbier die toen ook meestal chirurgijn was(een soort drogist-dentist-apotheker) had ze veel geleerd over verzorging. Ze maakte zelf o.a. een soort zwerenzalf die men van einde en ver bij haar kwam halen.een recept van het slotklooster naast haar deur.(!)
Door deze faam werd Kato in 1911 ontdekt door Mr Francois Tuypens. Deze St.Niklase apotheker had de beroemde poeders van het Witte Kruis uitgevonden tegen hoofdpijn e.a.. Het is Kato die de verpakking en de organisatie met haar dochters op zich nam.
Zo ontstond in Sinaai een zuiver agraische gemeente de eerste georganiseerde huisarbeid.
Het poeder kwam toe in grote kisten. Dat werd "uitgewogen" ten huize van Kato in zakken van 1 kilo.De thuiswerksters wisten hoeveel dosis uit v©v©n kilogram poeder verdeeld kon worden. Ze werden betaalt per prestatie.
Deze arbeid bracht een welkome verdienste voor ontelbare boeren - en arbeidsvrouwen en voor Kato een gouden zaak. Bij het afhalen en terugbrengen van de poeders kochten de vrouwen van hun loon eetwaren en linnen in de welvoorziene winkel.
Later, rond 1850, zullen haar dochters heel hun huis verbouwen en in 1955 zijn er zelfs 126 vrouwen die er vast werk hebben in de verpakkingsindustrie.
Het is ook bij Kato dat de eerste fonograaf van het dorp aan de verbaasde toehoorders zijn metaalachtige klanken liet horen.
Een tijd lang is er bij Kato een uitgeverij geweest.
Kato stierf op 11 april 1915, zij was 65 jaar oud.
Joanna Catharina ROBIJN | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1871 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jozef de VOS |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.