De stambomen Angel, van Eijken, Uiterwijk en van der Zee » Walram I van Nassau-Laurenburg (± 1146-1198)

Persoonlijke gegevens Walram I van Nassau-Laurenburg 

Bron 1
  • Hij is geboren rond 1146 in Laurenburg, Hessen Nassau, Duitsland.
    Is de oudste Nassau van wiens stamvaderschap men absoluut zeker is
  • Beroep: Graaf van Nassau.
  • Fysieke beschrijving: Nassau is een historische regio in het gebied van wat nu delen van de Bondslanden Hessen en Rijnland-Palts zijn in het westen van Duitsland. Het gebied wordt in twee vrijwel gelijke delen verdeeld door de rivier de Lahn. In het zuiden bevindt zich het Taunusgebergte. De eerste Graaf van Nassau was Walram I (gestorven 1198), een telg uit het geslacht der Graven van Laurenburg. Deze Walram van Laurenburg bouwde het in 1100 legde hij de fundamenten voor wat de burcht Nassau moest gaan worden. Hij voltooide het en noemde zich voortaan Graaf van Nassau in plaats van Laurenburg. Daardoor was Walram - zoals reeds was vermeld - de eerste Graaf van Nassau uit de geschiedenis van dit Geslacht..
  • (Functies en titels) van 1176 tot 1191.
    Graaf van Laurenburg
  • (Functies en titels) vanaf 1193.
  • Hij is overleden op 1 februari 1198 in Kloster Arnstein, Hessen Nassau, Duitsland. Hij was ongeveer 51-52 jaar oud.
  • Een kind van Rupert van Laurenburg

Gezin van Walram I van Nassau-Laurenburg

Hij is getrouwd met Kunegonda Ziegenhain.

Zij zijn getrouwd rond 1171 te Nassau.


Kind(eren):



Notities over Walram I van Nassau-Laurenburg

Walram I van Nassau (ca. 1146  1 februari 1198) ook bekend als Walram I van Laurenburg, was graaf van Nassau en is de oudste Nassau van wiens stamvaderschap men absoluut zeker is Hij wist tijdens zijn regering zijn grondgebied aanzienlijk uit te breiden. Hij nam deel aan de Derde Kruistocht.

Biografie

 
 

Walram was waarschijnlijk een zoon van graaf Rupert II van Laurenburg en een onbekend gebleven vrouw.Mogelijk heette zijn moeder Beatrix, onzeker is of die vermelding niet ‘grootmoeder’ had moeten luiden (namelijk Beatrix van Limburg, een dochter van graaf Walram II ‘de Heiden’ van Limburg)

Walram wordt tussen 1176 en 1191 vermeld als graaf van Laurenburg en daarna, vanaf 1193, als graaf van Nassau.Hij lijkt zijn residentie eerst te hebben gehad op de Burcht Laurenburg, daarom voerde hij aanvankelijk de naam graaf van Laurenburg, terwijl in zijn huis de naam Nassau allang werd gebruikt. Nog in 1198 zegelde zijn weduwe met het zegel van Walram van Laurenburg.Walram regeerde samen met zijn neef Rupert III, en later met diens zoon Herman, die hij uiteindelijk opvolgde

Uitbreiding van grondgebied

Walram verwierf de Herborner Mark, de Kalenberger Zent (inclusief Mengerskirchen, Beilstein en Nenderoth, de laatste twee onderdeel van Greifenstein), en het Gericht Heimau (inclusief Driedorf en Löhnberg) als een leengoed van het landgraafschap Thüringen. Zodoende wist Walram een verbinding te maken tussen de familiebezittingen de voogdij van Weilburg (met zijn talrijke eigendommen en heerlijke rechten in het Westerwald en het gebied van de rivier de Dill), de burchten Laurenburg en Nassau aan de rivier de Lahn, en de voogdij in het Siegerland (de streek rond de stad Siegen). In dezelfde periode kan ook de heerlijkheid Westerwald zijn aangebracht (inclusief Marienberg, Neukirch en Emmerichenhain, nu onderdeel van Rennerod). Walram kocht ook de voogdijen van Koblenz en Ems.

Ten zuiden van zijn bezittingen nam Walram de gedeeltelijke heerschappij van de Einrichgau over, later het Vierherrengericht genaamd, met zijn belangrijkste stad Marienfels. Die stad was een deel geweest van het voormalige graafschap Arnstein. De laatste graaf van Arnstein, Lodewijk III, had geen erfgenaam en had de Burcht Arnstein omgezet in een klooster: Klooster Arnstein. Bij zijn eigen intrede in het klooster in 1139/40, had Lodewijk de controle over Marienfels overgedragen aan zijn neef Reginbold van Isenburg. In 1160 verkocht Reginbold het aan zijn neven, de graven van Nassau en de graven van Katzenelnbogen. De graven van Nassau konden een deel van de erfenis opeisen door het huwelijk van hun voorvader Dudo van Laurenburg met een van de zeven dochters van graaf Lodewijk I van Arnstein.

Walram raakte in 1179 verbonden met keizer Frederik I ‘Barbarossa’ bij de Vrede van het Rijnland. Hij plaatste zijn land onder de directe suzereiniteit van de Duitse koning, in plaats van vazal van de aartsbisschop van Trier te blijven. Hij zou een trouw aanhanger van de Hohenstaufen blijven. Walrams nauwe banden met het keizerlijke huis werden beloond met de Koningshof Wiesbaden.Tezelfdertijd ontving hij ook het jachtrecht in de bossen van de Rheingau (een leengoed van het aartsbisdom Mainz), zodat zijn heerschappij zich over de Taunus uitstrekte, zuidwaarts tot de Midden-Rijn.

Walram had voortdurende vetes met de naburige huizen van Eppstein, Solms en Katzenelnbogen.

Derde Kruistocht

Walram nam, samen met zijn neef Rupert III, deel aan de Derde Kruistocht onder keizer Frederik I ‘Barbarossa’Waarschijnlijk heeft Walram op de Hofdag van Mainz op 27 maart 1188 met de keizer het kruis opgenomen. Aan het begin van de tocht werd hem een belangrijke taak opgedragen. Met zijn neef Rupert en graaf Hendrik van Diez vormde hij de begeleiding van de in het najaar van 1188 als gezant naar keizer Isaäk II Angelos afgevaardigde bisschop Herman II van Münster. De delegatie kwam wel in Constantinopel aan, maar werd hier door de Byzantijnse keizer slecht behandeld en in slechte omstandigheden gevangen gehouden. Ze werden eerst verlost bij het naderen van het kruisleger.Op 28 oktober 1189 sloten Walram en zijn lotgenoten zich bij Philippopel weer bij het kruisleger aan. Vanaf die dag verdwijnt hij uit het kruisleger. De veronderstelling dat hij aanwezig was bij de oprichting van de Duitse Orde in Akko is, voor zover bekend over het verloop daarvan, niet houdbaar. Evenmin is er voldoende bewijs dat hij op dat moment, in strijd met zijn kruistochtgelofte, het kruisleger heeft achtergelaten. Het is zeker dat in 1190, voordat het nieuws van de dood van de keizer in Duitsland arriveerde, Walram getuige was in een te Keulen opgestelde oorkonde van aartsbisschop Filips I van Keulen.

Laatste jaren

Er is weinig bekend over de daaropvolgende jaren van Walram. Hij wordt soms als getuige vermeld, ook in keizerlijke oorkonden, maar over het algemeen lijkt hij ver van de keizer afgestaan te hebben en aan diens militaire activiteiten niet deelgenomen te hebben. Walram sloot op 6 november 1195, na bemiddeling en goedkeuring van keizer Hendrik VI, met bisschop Hendrik I van Worms het voor zijn huis belangrijke verdrag waarin de wederzijdse rechten – de heerlijke rechten van de bisschop en de voogdijrechten van de graaf – op het slot, de stad en de heerlijkheid Weilburg vastgelegd werden. Slot en heerlijkheid Weilburg verschijnen hier voor de eerste keer als bezit van het Huis Nassau. In de jaren na het verdrag van 6 november 1195 schijnt Walram aan het keizerlijke hof verbleven te hebben, zo nam hij deel aan de Rijksdag van Worms, waar de keizer over een nieuwe kruistocht onderhandelde. Het staat vast dat Walram aan de tocht van het Duitse leger in 1197 niet deelnam, meerdere vermeldingen als getuige in oorkonden bewijzen dat hij het vaderland niet verliet.[4]

Walram overleed op 1 februari 1198 en werd begraven in Klooster Arnstein.Hij werd opgevolgd door zijn zoons Hendrik II en Rupert IV.

 

Huwelijk en kinderen

Walram huwde met een zekere Kunigunde († 8 november in of na 1198, laatst vermeld op 20 maart 1198  mogelijk een dochter van een graaf van Spanheim of een dochter van graaf Poppo II van Ziegenhain
Uit dit huwelijk werden geboren

  1. Hendrik II ‘de Rijke’ (ca. 1180 – 26 april 1247/48/49/50), vermeld als graaf van Nassau 1198–1247.
  2. Rupert IV († na 1 januari 1239), vermeld als graaf van Nassau 1198–1230.
  3. Beatrix, in 1222 vermeld als non in Klooster Affolderbach bij Nastätten.

 

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Walram I van Nassau-Laurenburg?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Walram I van Nassau-Laurenburg

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Walram I van Nassau-Laurenburg

Voorouders (en nakomelingen) van Walram I van Nassau-Laurenburg

Beatrix van Limburg
± 1115-> 1164
Rupert van Laurenburg
± 1130-± 1162

Walram I van Nassau-Laurenburg
± 1146-1198

± 1171

    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. van Moerkerk Website, Hein van Moerkerk, Walram I van Nassau-Laurenburg, 15 december 2021
      Toegevoegd via een Smart Match

      Stambomen op MyHeritage

      Familiesite: van Moerkerk Website

      Familiestamboom: 385852972-1

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:
    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Van Nassau-Laurenburg


    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Jan Willem de Jong (Angel), "De stambomen Angel, van Eijken, Uiterwijk en van der Zee", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/de-stambomen-angel-van-eijken-uiterwijk-en-van-der-zee/I504198.php : benaderd 14 juni 2024), "Walram I van Nassau-Laurenburg (± 1146-1198)".