De familie Hengeveld en haar voorzaten » Prof. Jacobus Arminius (1560-1609)

Persoonlijke gegevens Prof. Jacobus Arminius 


Gezin van Prof. Jacobus Arminius

Hij is getrouwd met Lijsbeth Jocobsz. Reael (Reaal).

Zij zijn getrouwd op 18 september 1590 te Amsterdam, Noord-Holland, Nederland, hij was toen 29 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Geertruyd Arminius  1608-1652 
  2. Engeltje Arminius  1593-????
  3. Herman Arminius  1594-????
  4. Pieter Arminius  1596-????
  5. Jan Arminius  1598-????
  6. Laurens Arminius  1601-1646 


Notities over Prof. Jacobus Arminius

Professor theologie te Leyden, kwam door zijn van Calvijn afwijkende opvattingen in strijd met ds Gomarus (163-1643). In 1610 dienden de Arminianen bij de Staten van Holland een Remonstratie in om te bewijzen dat hun leer niet staatsgevaarlijk was. Huwelijk in de "oude kerk" te Amsterdam. Wikipedia 13 oktober 2013: Op het moment van zijn geboorte was zijn vader, die wapensmid was, al overleden. Jacobus Arminius werd opgevoed door Theodorus Aemilius, een priester met protestantse sympathieën. Omstreeks 1572 (het jaar dat Oudewater veroverd werd door de opstandelingen) verhuisde Aemilius met Arminius naar Utrecht. Waarschijnlijk studeerde Arminius daar aan de Hieronymusschool. Nadat Aemilius in 1574 of 1575 overleed, kwam Arminius in contact met de wiskundige Rudolphus Snellius, die ook uit Oudewater kwam. Snellius liet Arminius studeren aan de Universiteit van Marburg, waar Snellius hoogleraar was. In 1576 schreef Arminius zich als student vrije kunsten en theologie in aan de (pas opgerichte) Universiteit van Leiden. Tijdens zijn studie viel hij zo op, dat hij van het kramersgilde van Amsterdam een beurs kreeg om verder te studeren in Genève. Arminius studeerde daar onder de opvolger van Calvijn, Theodorus Beza. Na zijn studie in Genève (waarbij hij enkele semesters in Bazel doorbracht), reisde hij in 1586 naar Italië. In 1587 werd hij geroepen als predikant in Amsterdam. In 1588 werd Arminius bevestigd als predikant van de Oude Kerk. In Amsterdam trouwde Arminius in 1590 met Lijsbet Reael (1569-1648) en werd de zwager van Laurens Reael. Vanaf 1591 werd Arminius aangevallen door zijn collega-predikant Petrus Plancius, vanwege Arminius' vrije interpretatie van de predestinatie (goddelijke uitverkorenheid). In 1593 werd hun ruzie gesust. In 1603 werd Arminius hoogleraar theologie te Leiden. Zijn collega-hoogleraar Franciscus Gomarus protesteerde hier heftig tegen. Vrijwel direct, in 1604, kwamen de hoogleraren met elkaar in botsing. Hun conflict draaide om de rechtvaardigingsleer en het daaraan grenzende leerstuk van de predestinatie. Voor Arminius was het geloof van een mens tot op zekere hoogte voorwaarde voor het vergevend oordeel waarin God die mens 'rechtvaardigt', dat wil zeggen rechtvaardig verklaart. Het geloof is geen voldoende,maar wel een noodzakelijke voorwaarde voor Gods vergeving. Voor Gomarus was de rol van het geloof hier louter een instrumentele: het was de door de Geest gewekte aanvaarding door een mens van Gods rechtvaardigend oordeel. Als Gods vergeving in alle opzichten aan het geloof voorafgaat (zoals Gomarus dacht), is het een logische volgende stap om daarbij te onderstrepen: dit oordeel en het besluit om een mens tot geloof daaraan te brengen zijn bij God niet opeens opgekomen, maar vormen zijn verkiezing van eeuwigheid. Als men (met Arminius) de vrije keuze voor het geloof onderstreept, moet men Gods eeuwig raadsbesluit ook als mede afhankelijk van deze menselijke keuze opvatten. Zo komt men van de rechtvaardigingsleer als vanzelf op de predestinatieleer. Deze verschuiving heeft zich in de discussie tussen arminianen en gomaristen inderdaad voltrokken. De Amsterdamse predikant Plancius mengde zich in de strijd en koos partij voor Gomarus. Al snel groeide het religieuze meningsverschil uit tot een nationale, politieke strijd. In 1607 werd een commissie in het leven geroepen die het conflict moest beslechten. Gedenksteen voor Arminius in de Pieterskerk te Leiden. Om het conflict te stoppen werden Arminius en Gomarus opgeroepen voor het Hof van Holland en de Staten van Holland te verschijnen. Dit loste niets op. In 1609 belegden de Staten van Holland een nieuwe zitting om de theologen bij elkaar te brengen. JacobusArminius moest deze zitting wegens ziekte verlaten: hij stierf op ongeveer vijftigjarige leeftijd in Leiden in oktober van dat jaar en werd in de Pieterskerk begraven.[1] Wat volgde[bewerken] De remonstranten waren (en zijn) tegen bindende belijdenisgeschriften, waarin wordt vastgelegd hoe je de Bijbel moet interpreteren. In diverse steden raakten Remonstrantse predikanten in conflict met de vroedschap; in andere steden werden contra-remonstrantse predikanten afgezet. In 1610 kwamen de Remonstranten met Vijf artikelen. De Staten-Generaal der Nederlanden kreeg veel verzoeken binnen om meer contra-remonstrantse predikanten aan te stellen.[2] In 1616 gaf Hugo de Groot een lezing in Amsterdam overtolerantie tussen de strijdende partijen. Amsterdam was min of meer het centrum van het verzet tegen de Remonstranten. In februari 1617 kwam het daar tot rellen op zondagochtend voor het huis van Joachim Rendorp en Rem Bisschop. Jacob Taurinus schreef een pamflet waarin hij de overheid voorhield het heft in handen te blijven houden en de steden opriep hun oude privileges op te eisen.[3] De Staten gaven de vroedschappen toestemming waardgelders aan te nemen, want de schutterijen waren veelal calvinistisch. De regering onder Johan van Oldenbarnevelt hield een synode zo lang mogelijk tegen, omdat het afbreuk zou doen aan haar gezag. Op 6 oktober 1617 sprak Dudley Carleton in naam van Jacobus I van Engeland zich in de Staten-Generaal der Nederlanden uit voor het houden van een synode. Hij was in staat op juridisch vlak met Grotius en Van Oldenbarneveldt te redetwisten [4] en slaagde erin de relaties tussen Engeland en de Nederlanden te verbeteren, dankzij zijn polariserende houding tegenover de Arminianen.[5][6] Op 26 oktober 1617 vertrok Stadhouder Maurits stilletjes uit Den Haag, om Delft, Schiedam, Rotterdam, Dordrecht en Gorinchem tot de synode te bewegen en aan te dringen op het opheffen van de waardgelders.[7] In maart en mei 1618 probeerde de prins bijzijn bezoek aan Gelderland en Overijssel de gewesten over te halen tot een synode. Van Oldenbarnevelt werd ondertussen beschuldigd van het aannemen van steekpenningen van Spanje. Hij kreeg nog meer kritiek over zich heen toen de raadspensionaris een briefschreef aan de stadhouder. Eind juli 1618 vertrok de prins naar Utrecht. Het aanhouden van waardgelders werd door de kapitein-generaal van het Staatse leger als rebellie beschouwd en Van Oldenbarnevelt, Grotius en Hogerbeets zijn gevangen gezet. De Prinsbesloot de waardgelders in Utrecht te dwingen de wapens neer te leggen; daarvoor werden alle straten naar de Neude afgezet. De Provinciale Staten besloten al spoedig tot afdanking van alle waardgelders; op 25 augustus gingen ook de Staten van Holland akkoord met een synode, die in november bijeenkwam en waarvan de uitkomst min of meer al duidelijk was. De Synode van Dordrecht besloot dat de leer van Gomarus de leer van de Gereformeerde Kerk was. Een afscheiding kon niet langer worden tegengehouden en deremonstranten richtten in september 1619 de Remonstrantse Broederschap op. Theologie[bewerken] In zijn theologie week hij onder andere op het punt van de predestinatie, de vrije wil en de erfzonde af van het kerkelijk-calvinistische belijden zoals dat was vastgelegd in de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus. Hij is de grondlegger van het Arminianisme, aanvankelijk een stroming binnen de Nationaal Gereformeerde kerk die streefde naar aanpassing van de belijdenis. Na zijn dood kwamen de volgelingen van Arminius in 1610 met een verweerschrift of 'remonstrantie' dat in de kernde dikwijls als de vijf artikelen van de remonstranten aangeduide verdediging bevatte. Na de Synode van Dordrecht in 1618-1619, waar het arminianisme werd veroordeeld en afgewezen, hebben de volgelingen van Arminius de Remonstrantse broederschap gesticht.Overigens was het nooit de bedoeling van Arminius, noch van de remonstranten, een eigen kerk te stichten. Zij wilden binnen de kerk ruimte vragen voor Arminius' gedachten. Door zijn geleidelijk toenemende en verder afwijkende gedachten kwam Arminius, nadat hij overigens eerst bij hem was gepromoveerd en er aanvankelijk geen tegenstellingen waren, uiteindelijk in conflict met zijn collega-hoogleraar Franciscus Gomarus. Het leer-conflict tussen Arminius en Gomarus en hun respectievelijke aanhangers leiddeuiteindelijk ook tot een politiek conflict waarbij het ging om de relatie tussen kerk en overheid, zeker in de 17e eeuw een uitermate gevoelige kwestie. In die relatie (kerk en staat) was Johan van Oldenbarnevelt, hoewel persoonlijk geen aanhanger van detheologische gedachten van Arminius en ook geen partijganger van Arminius (hetgeen abusievelijk vaak wordt gesteld!), van mening dat er binnen de kerk ruimte moest zijn voor de verschillenden opvattingen. Prins Maurits echter was van oordeel dat de vaderlandse kerk calvinistisch behoorde te zijn. Uiteindelijk is dit conflict over de visie op de kerk en op haar verhouding tot de staat in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een van de factoren geweest die geleid hebben tot de politieke ondergang ende executie van Johan van Oldenbarnevelt. De Synode van Dordrecht heeft de calvinistische leer onderstreept en vastgelegd in de Dordtse Leerregels, dikwijls nog steeds aangeduid als 'de vijf artikelen tegen de Remonstranten'. De Dordtse Leerregels vormden sindsdien een belijdenisgeschrift van de Nederlandse kerk; dat bleven ze ook in de volgende eeuwen, bijvoorbeeld in de periode van schisma's, waaruit naast de Gereformeerde Kerk ook de Nederlands Hervormde Kerk en bijvoorbeeld later weer de ChristelijkGereformeerde Kerk zijn ontstaan. Ook bij het weer samengaan van de protestantse hoofdstromen in het het zogenoemde 'Samen-op-Weg-proces' dat uitmondde in de Protestantse Kerk Nederland (PKN) in 2004, bleven de Dordtsche Leerregels (de Vijf Artikelen tegen de Remonstranten) als belijdenisgeschrift gehandhaafd. Dat heeft er enigszins toe bijgedragen, naast andere argumenten, dat de Remonstranten geen deel uitmaken van PKN, maar er voor gekozen hebben een zelfstandig kerkgenootschap te blijven. Bron: Kerk in Stad. Opinie en –informatieblad van de Protestantse Gemeente Groningen 23 oktober 2009 l Arminius herdenken – Sybren Sybrandy Op 19 oktober 2009 is het vierhonderd jaar geleden dat Jacobus Arminius overleed; hij was waarschijnlijk geboren in 1559. Door de hulp van belangrijke beschermers kon hij studeren, ondanks het feit dat hij al jong door oorlogsgeweld wees was geworden. Hij studeerde vlot en kon hij tenslotte in Genève bij Beza, een bekende leerling van Calvijn, zijn studie afronden. In 1588 werd hij predikant in Amsterdam en in 1603 hoogleraar te Leiden. ?Er rees echter twijfel aan Arminius’ rechtzinnigheid, onder andere bij zijn collega-hoogleraar Franciscus Gomarus, wat leidde tot een steeds groeiende reeks strijdschriften over en weer. In vredesgesprekken werd wel geprobeerd tot elkaar te komen, maar uiteindelijk bleef de onenigheid bestaan. Tijdens zo’n vredesconferentie overleed Arminius, die al jaren aan tuberculose leed, maar de strijd werd door zijn aanhangers voortgezet. ?Zij werden bekend als de Arminianen of Remonstranten, die in 1610 de Remonstrantie publiceerden, waarin in vijf artikelen de opvattingen van Arminius werden verdedigd en werd gepleit voor tolerantie. Pas op de synode van Dordrecht in de jaren 1618-1619, tijdens het Twaalfjarig Bestand in de Tachtigjarige Oorlog, werden de Arminianen in het ongelijk gesteld en werden hun vijf artikelen weerlegd in de Dordtse leerregels of Vijf artikelen tegen de Remonstranten, die ook nu nog tot de belijdenisgeschriften behoren waarmee onze kerk “zich verbonden weet”, zoals de officiële formulering luidt. In 1619 werd officieel de Remonstrantse Broederschap opgericht.?Waar ging het conflict nu over? Nog steeds over voorzienigheid, uitverkiezing en rechtvaardiging, kwesties waarover in verband met de Calvijn-herdenking al veel is gesproken en waarover we in 2010, bij de herdenking van het verschijnen van de bovengenoemde Remonstrantie, ook nog wel zullen horen. Het gaat om ingewikkelde zaken, die beter passen in een stevig theologisch artikel. Maar het probleem is dat de manier waarop men vier eeuwen geleden probeerde op grond van allerlei teksten een sluitend theologisch systeem te ontwerpen, nu ver van ons af staat en we ons bij destijds gehanteerde begrippen vaak maar weinig kunnen voorstellen. Overigens is er onlangs bij het Instituut voor Reformatieonderzoek te Apeldoorn een dikke studie verschenen over de leer van Arminius, getiteld Duplex amor Dei, van de hand van Willem den Boer. Duplex amor Dei betekent De dubbele liefde van God, want volgens Arminius hield God van de gerechtigheid en (of moeten we zeggen: maar?) ook van de mens. (Vergelijk de Heidelbergse catechismus, die zegt: God is wel barmhartig, maar ook rechtvaardig).?Hoe kwamen onze voorvaderen aan al die kennis over God? Professor Heiko Oberman, die in verband met de uitverkiezingsleer van Calvijn al hier en daar geciteerd is, maakt er mooie opmerkingen over. Hij legt uit dat we ons moeten realiseren dat Calvijn in Genève werkte in een gemeente van vluchtelingen. Zij hadden alles verloren en geen ander houvast dan de rotsvastetrouw van God, die de zijnen kent. De kerk-op-de-vlucht ontdekte de troost van voorzienigheid en uitverkiezing, aldus Oberman. Toen de kerk van kerk-op-de-vlucht echter een gevestigde kerk werd, was er geen behoefte meer aan troost, maar kreeg de theologische nieuwsgierigheid de overhand en werden er - in Oberman’s woorden - afluisterapparaten in Gods geheime raadskamer geplaatst, om maar steeds meer te weten te komen omtrent de verkiezing, de verwerping en de verschillende soorten voorzienigheid. ?Dat was toen. Tegenwoordig zwijgen we vaak maar liever over de belijdenisgeschriften der vaderen en de bovengenoemde verbondenheid ermee komt nog maar zelden tot uitdrukking. Het is jammer dat het na 1619 nooit meer tot een nieuw belijdenisgeschrift is gekomen. De tolerantie waar in 1610 om gevraagd werd, is er intussen wel, en zo bezien is het ook jammer dat het vasthouden aan die Vijf artikelen tegen de Remonstranten voor de Remonstranten een struikelblok vormde om mee te doen aan een verenigde Protestantse kerk, terwijl de Lutheranen zich wel aansloten. Arminius was een Calvinist, hij had niet voor niets bij Beza in Genève gestudeerd. Noch de PKN in oprichting noch de Remonstranten waren kennelijk in staat over hun eigen schaduw heen te springen. Temeer jammer omdat de Remonstranten er in 2006 wel in geslaagd zijn een eigentijdse belijdenis op te stellen. We zouden ons misschien door hun voorbeeld kunnen laten inspireren?

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Prof. Jacobus Arminius?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Prof. Jacobus Arminius

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Jacobus Arminius

Harmen
????-

Jacobus Arminius
1560-1609

1590
Jan Arminius
1598-????

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • Graaf Filips III (Oostenrijks Huis) was van 1555 tot 1581 vorst van Nederland (ook wel Graafschap Holland genoemd)
  • In het jaar 1560: Bron: Wikipedia
    • 31 januari » Paus Pius IV creëert drie nieuwe kardinalen, onder wie zijn neef, de in 1610 heilig verklaarde Carolus Borromeus.
  • Stadhouder Prins Maurits (Huis van Oranje) was van 1585 tot 1625 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1590: Bron: Wikipedia
    • 4 maart » Inname van Breda door prins Maurits in de Tachtigjarige Oorlog. Zie: Turfschip van Breda.
    • 14 maart » Slag bij Ivry: Hendrik van Navarra verslaat de Katholieke Liga.
    • 15 september » Kardinaal Giambattista Castagna wordt gekozen tot Paus Urbanus VII.
    • 8 december » Kroning van Paus Gregorius XIV in Rome.
  • Stadhouder Prins Maurits (Huis van Oranje) was van 1585 tot 1625 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1609: Bron: Wikipedia
    • 9 april » Begin van het Twaalfjarig Bestand tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tijdens de Tachtigjarige oorlog.
    • 25 augustus » Galileo Galilei demonstreert zijn eerste telescoop.
    • 4 september » Henry Hudson ontdekt het eiland Manhattan.
    • 11 september » Henry Hudson vaart de naar hem genoemde rivier op.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Arminius

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Arminius.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Arminius.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Arminius (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Bart Hengeveld, "De familie Hengeveld en haar voorzaten", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/de-familie-hengeveld/I3066.php : benaderd 19 mei 2024), "Prof. Jacobus Arminius (1560-1609)".