De auteur van deze publicatie heeft toestemming van de persoon in kwestie (voor zover het een levende persoon betreft) voor het vermelden van de gegevens.
Kind(eren):
de oliemolen De Ram aan het Zuideinde in Wormerveer voor het eerst in 1643. De windbrief bleef hem onbekend, maar de Wormerveerse historicus Jan Aten meent deze stichtingsacte gevonden te hebben. Hij dateert de windbrief in 1639, waarmee de levensduur van De Ram met vier jaar wordt verlengd. Jan Jansz werd met zijn twee zoons als eigenaar van de molen genoemd in deze windbrief, waaruit Aten de conclusie trekt dat het om de Zaandammer Jan Jansz. Swager, van geboorte overigens een Wormerveerder, en zijn zoons Claes Jansz. Schaap en Jan Jansz. Mager ging. De afwijkende namen van de kinderen zijn te verklaren uit het oeroude gebruik door dergelijke vernoemingen uitstervende familie-takken eer te bewijzen. In 1670 was Claes Jansz Schaap in elk geval eigenaar van de molen, die hij toen verzekerde tegen brand. Drie-en-twintig jaar later was zijn zoon Dirk zijn opvolger, maar dat zou niet lang duren, want op 27 mei 1694 werd Dirk Jansz Schaap ingeschreven in de brandverzekering in plaats van zijn oom Dirk Claesz Schaap. Deze Schaap behoorde tot de oprichters van het fameuze Olieslagerscontract, dat op 14 juni1727 het levenslicht zag. Hetzelfde jaar zou Dirk overlijden en op 8 mei 1728 werd de lading van De Ram overgeschreven op naam van Jan Poulusz Schaap, die dus met de molen ging werken en mede namens de erfgenamen van Dirk Claesz Schaap optrad. De familie Schaap zou nog tot 21 mei 1746 actief blijven met de molen aan het Zuideinde.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.