De auteur van deze publicatie heeft toestemming van de persoon in kwestie (voor zover het een levende persoon betreft) voor het vermelden van de gegevens.
(1) Hij is getrouwd met Hendrikje Hendriks Heijmensen.
Zij zijn getrouwd op 12 april 1762 te Ermelo, Gelderland, Nederland, hij was toen 30 jaar oud.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Trijntje Jans Kuit.
Zij zijn getrouwd op 13 september 1778 te Ermelo, Gelderland, Nederland, hij was toen 47 jaar oud.
Kind(eren):
(3) Hij is getrouwd met Weijmtje Lubberts.
Zij zijn getrouwd op 2 juni 1782 te Ermelo, Gelderland, Nederland, hij was toen 50 jaar oud.
Notitie bij Jan: Niet alle kinderen dragen de achternaam ´Kuit´ in de officiële stukken. Zij zijn slechts met hun patroniem ingeschreven in de doopregisters.
Over de naam KUIT/KUIJT/KUYT is veel gespeculeerd. De meest voor de hand liggende verklaring is als volgt: Als beroep van een van de Nijkerkse Kuijten, overigens uit een andere tak die slechts zeer zijdelings verwant is aan de Ermelose Kuijten, wordt genoemd: ´kuitspinder´. In ORA 342 uit 1772 te Nijkerk wordt het beroep aangegeven als ´keutspinder´; in ORA 400 uit 1797, eveneens te Nijkerk, staat de naam ´Keut´ als geslachtsnaam/achternaam. Het middelnederlandse woord ´kutsen´ of ´kuiten´ betekende: ´ruilhandel doen´ oftewel het bij boeren opkopen van boter, kaas en eieren om die op de markt in Barneveld te ruilen tegen goederen die men zelf nodig had, of met winst te verkopen. In dit verband past dan ook het mnl. werkwoord ´cuijden´ dat ´ruilen´ betekende. Hiervan stamt het nog steeds in de Dikke Van Dale voorkomende werkwoord ´kuitjebuiten´ af dat meestal een ongunstige betekenis had: ´oneerlijke praktijken uitoefenen´, ´uitbuiten´, maar ook ´bemiddelen bij verkoop´. Al deze betekenissen wijzen in dezelfde richting: ´in het klein (ruil)handel bedrijven´. We vinden het ook terug in het Nederduitse werkwoord ´kütten´, dat ´bemiddelen bij verkoop´ betekende. Het woord ´spinder´ in ´kuitspinder´ is waarschijnlijk verwant met het oude woord ´spinde´= provisiekast, en met het huidige ´spenderen´= uitgeven, besteden. Het is dus zeer waarschijnlijk dat de naam KUIT/KUIJT/KUYT afkomstig is van het beroep dat de dragers van deze naam in de 18e eeuw uitoefenden: ´in het klein (ruil)handel bedrijven´. Hoewel pas in de Napoleontische tijd een geslachtsnaam/achternaam verplicht werd vanwege de invoering van de burgerlijke stand, werd de achternaam ´KUTSPINDER´ al veel eerder gebruikt. Zo vinden we in de Nijkerkse overlijdensregisters dat Gerrit Willemsen KUTSPINDER op 18-06-1770 is overleden en op 22-06-1770 te nIjkerk begraven. Van Petrus Eijbertsen Kuijt, is bekend dat hij in 1826 officieel de geslachtsnaam/achternaam KUIT liet vastleggen. Het is wel opvallend dat hij dat officiële stuk ondertekende met P.E. KUIJT! De drie verschillende schrijfwijzen zijn dus gelijkwaardig. Zelfs binnen één gezin komen soms twee verschillende achternamen voor. Een voorbeeld: de kinderen van ene Eijbert Willemsen, gedoopt te Voorthuizen op 29-01-1741, krijgen allen als achternaam het patroniem Eijbertsen. Als Eijbert Willemsen op 22-02-1815 overlijdt wordt hij in de overlijdensakte Eijbert Willemsen KUIT genoemd. In de overlijdensakte van zijn vrouw Jannetje Jans in 1822 staat dat zij de weduwe was van Eijbert Willemsen KUIJT.
Er zijn diverse boerderijen met de naam ´De Kuit´ in de omgeving van Barneveld (geweest). Mogelijk woonden hier ooit Kuit-en die hun (beroeps)naam ook aan hun boererij hadden gegeven.
Jan:
Jan Hendriksen Kuijt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1762 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrikje Hendriks Heijmensen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1778 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trijntje Jans Kuit | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1782 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weijmtje Lubberts |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.