Jan werd begraven in de Oude kerk te Barneveld in graf nr. 3 bij de Noorderingang. Dit graf staat bekend als het graf van dem Leeuw en ligt direct naast het graf van zijn vader Gijsbert en van zijn oom Mor. Ooit is het verplaatst naar de grafkelder van de Familie Hackfort. Immers Jans dochter was getrouwd met Floris I van Hackfort. Later schijnt hij weer teruggelegd in zijn oude graf. De dr. A.H.J.Prins heeft daar uitgebreid onderzoek naar gedaan en dat onderzoek ook gepubliceerd in Het Laat Middeleeuwse grafregister van Barneveld.
Hij is getrouwd met LIJSBETH van SCHAFFELAAR.
Zij zijn getrouwd rond 1464.
Kind(eren):
In 1476 (Kroniek van Barneveld) komt hij voor op een monsterrol van honderden voetboogschutters die zich nabij Lausanne bij Karel de Stoute voegden. Hij was een vrije knegt.
Jan van Domselaar, beter bekend, door zijn huwelijk, als Jan van Schaffelaar. Zijn legendarische sprong vond plaats in de nadagen van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Deze periode zou later bekend staan als de Utrechtse oorlog die duurde van 1481 tot 1483. Aangenomen wordt dat Jan in die tijd al lang niet meer het familiebezit in de Glind bewoonde, maar was gelegerd in kasteel Rosendael bij Arnhem, waar hij een officiersrol vervulde, en dat als steunpunt voor David van Bourgondie dienst deed (de Kabeljauwen). In het najaar van 1481 trok een grote groep plunderende en brandstichtende soldaten van het Bisschoppelijke leger door deze omgeving. Amersfoort, dat aan de Hoekse zijde stond, sloeg alarm en trok ten strijde. Hierna volgde de slag bij Scherpenzeel op 22 september 1481. De Hoeken verloren de strijd. Onder de Kabeljauwse soldaten was ook ene Sweder, bastaard van Glashorst, zoon van KS 387328, die later om vergiffenis zou vragen voor zijn aandeel in de verwoesting van zijn eigen dorp. Tijdens een van zijn strooptochten kwam Jan met zijn ruiterpatrouille in Barneveld terecht. Daar werd hij door Hoekse soldaten afkomstig uit Amersfoort en Nijkerk belaagd en hij trok zich terug in de toren. IJlings lieten de Hoeken onder bevel van Willem van Wachtendonk, een vroegere buurman van Jan, ook woonachtig in de Glind op Schoonderbeek, kanonnen aanrukken om de bezetters te beschieten. Het succes van deze beschieting leidde er toe dat Jan van Schaffelaar op 16 juli 1482 met de belegeraars wilden onderhandelen. Zijn strijdmakkers weigerde Jan uit te leveren. Jan hield de eer aan zichzelf en sprak een kort afscheidswoord tot zijn strijdmakkers: Lieve gezellen, ik moet toch sterven en daarom wil ik jullie niet in de problemen brengen. Hij klauterde vervolgens op de tinnen van de toren, zette zijn handen in zijn zij en sprong naar beneden. Die sprong moet hij min of meer hebben overleefd, want hij werd vervolgens door de Hoeken gedood.
JAN van DOMSELAAR | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1464 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LIJSBETH van SCHAFFELAAR |