Kind(eren):
Kind(eren):
R. 1397, fol. 23vo, 15 november 1572: Theodericus Toelinck zoon van wijlen Petrus Toelinck en weduwnaar van Anna dochter van Theodericus die wolf heeft opgedragen aan zijn kinderen Petrus en Maria (vrouw van Wilhelmus Dirksz Otten) het vruchtgebruik in al zijn goederen. Daarop hebben de kinderen hun vader een lijfpacht gegeven van 100 Carolusguldens.
50
@Johannes Petrus Toelinck
R. 1345, fol. 498vo, 28 mei 1546: Rutgerus, Walterus, Lambertus en Arnoldus zonen van wijlen Lambertus van den Hezeacker en van wijlen Elisabeth Rutgers van Ophoven, en hun zuster Anna (x Henricus Henricusz die Hont), hebben opgedragen aan Johannes zoon van wijlen Petrus Toelinck, een perceel land te Vught Sint Lambertus naast de gracht geheten die Mangraeff voor 67 Karolusguldens.
45
@Walterus Petrus Gijsberts Toelinck
R. 1343, fol. 184vo, 31 januari 1545: Walterus, Goeswinus, Eymbertus, Theodericus en Johannes, broers,zonen van wijlen Petrus Gijsberts Toelinck, en Katharina weduwe van Gijsbertus Petrusz Toelinck, hebben opgedragen aan Wilhelmus Nicolaasz van Delft als man van Anna Toelinck, dochter van Petrus Toelinck 6/7e delen in een cijns van 8 gouden Rijnsguldens uit een huis aan de Markt, welke cijns Gijsbertus Jansz Toelinck verkregen had van Johannes zoon van Lodovicus van Craendonck,
Broederschap Idem, rekening 1513-1514: ter ierster vergaderinghe ende maeltyt die gehouden heeft Peter Toelinck den 17en dach Julij voir V gansen tstuck VJ1/2 st. X hoender tstuck 1 ? st. den weerdt ende twee dy men elck een mengelen wijns ende ons provisoir van Wesel met zijnen geselle oick elck een mengelen , den dieneren IIJ quaerten wijn die quaerte IJ ? st. J oert ende (ontbreekt), valet IIJ gulden I st. IIJ oirt.
Broederschap Item, rekening 1528-1529 (scan 483): Ierst ontfanghen iner scalen van die gezworen broederen voir huer defecten 13 ten huyse Peter Toelinckx als hij als afgaend proist syn rekeninghe gedaen hadde des saterdaichs voir synt Jan anno XXVIIJ. VJ gulden. En op scan 525: Peter Tolinck als outste proest afgaende doen hij sijn rekenynghe dede des saterdaichs voir sinte Jan Baptisten dach anno XXVIIJ betaelt aldaer voir wijn dranck ende keersen.XIIIJ st.