Hij is getrouwd met Grietjen Hendriks Aman.
Zij zijn getrouwd.
Notitie bij Harmen Claassen: turfschipper (blijkt uit stukken van een rechtzaak uit 1743) AHA inv. nr.1731.
familienaam Stroomer afgeleid uit stukken betreffende een gerechtelijk vooronderzoek inzake een vechtpartij in de woning/herberg van de schout (bron: Archief Huize Almelo inv. nr. 2932 d.d.10-4-1731), waarbij Harmen Claassen Stroomer als getuige optreedt en aangeeft "omtrent 24 jaeren" oud te zijn.
Bewoonde de boerderij aan het Oosteinde 312 (huidige nummering), bezat volgens het boterpachtregister van 1743 3 akkers land. In het boterpachtregister van 1763, (opgemaakt in 1764) wordt vermeld als eigenares de weduwe Harmen Claesen.
Heeft het erf waarschijnlijk omstreeks 1740 door koop -en dus niet door vererving- verworven. In 1736 staat als eigenaar van het goed Frerik Jansen Tuytertjen genoemd. Een familierelatie met hem is niet aan te tonen.
In het hoofdgeldkohier van 1737 wordt "Herm Klaassen" genoemd als bewoner aan het begin van het Oosteinde (de kant van Geesteren), hij wordt belast voor 2 personen en moet 80 cent betalen, met 40 cent zit hij wat onder het gemiddelde van dat jaar voor het Oosteinde, 46 cent).
Zijn vermogen werd in 1751 geschat op 50 gulden en een extra 50 gulden voor tewerkgesteld personeel, dat ook als vermogen meetelde (bron: 1000e penningkohier 1751; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2556). Hiermee zat de familie in de onderste sociale gelederen van het dorp.
In het hoofdgeldkohier van 1753 wordt "harmen klasen" aangeslagen voor 3 personen en moet hij 1,30 betalen. Daarmee zat de familie toen vreemd genoeg iets boven de gemiddelde aanslag per persoon nl. 0,43 tegenover gemiddeld 0,39 dat jaar voor Vriezenveen. Harmen Claassen staat in het register van de 1.000e penning uit 1751 vermeld met een geschat vermogen van 100 gulden en dat was niet veel. In 1760 wordt zoon "hendrijkes harms" inzake het hoofdgeld aangeslagen. Harmen Klaassen zal dan waarschijnlijk zijn overleden.
Op 23-12-1743 verklaren Harmen Claassen en Grietjen Hindriks enig bouwland, gelegen in het Jan Onweersland, liggend tussen de landerijen van Jan Onweer en Jan Jacobs, verkocht te hebben aan Jan Jacobs en zijn vrouw voor 118 car. guldens.
(bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Op 11-05-1756 verklaren Harmen Claassen en Grietjen Aaman 700 car. guldens schuldig te zijn aan Jan Jansen Does [ de naam Does komt in Vriezenveen ook voor als alias van de familienaam Hopster] te verrenten tegen 2 gulden en 10 stuivers per 100. Deze rente was lager dan gemiddeld voor die tijd. Jan Jansen Does was dan ook familie, hij was de zoon van Jan Berends Does en Jenneken Claassen [Stroomer]. Jenneken was de zuster van Harmen Stroomer, dus Jan Does was een oomzegger. Onderpand zijn 2 akkers land en huis en erf, dat gelegen was tussen de landerijen van Lucas Onweer (oostwaarts) en dat van Jan Berens Hoff (westwaarts) (bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Dit geld was nodig om de aankoop van 2 akkers land van het zogenaamde provinciale schoutengoed (van oudsher door de familie Hoff bewoond), te financieren, die van de provincie op 2 januari 1756 waren aangekocht (bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.