(1) Hij is getrouwd met Anna Catharina Cheriex.
Gemeente: Amsterdam Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: reg.2H;fol.8 Datum: 15-10-1914
Bruidegom Asser Baars Leeftijd: 22 Geboorteplaats: Amsterdam
Bruid Anna Catharina Cheriex Leeftijd: 29 Geboorteplaats: Weltevreden (Nederlands Indie)
Vader bruidegom Benjamin Baars Moeder bruidegom Judith Nerden
Vader bruid Adrianus David Cheriex Moeder bruid Anna Catharina van der Star
Nadere informatie beroep Bg.:civiel ingenieur;beroep vader Bg.:diamantsnijder
Scheiding 9 juli 1920
Zij zijn getrouwd op 15 oktober 1914 te Amsterdam, NH, Nederland , hij was toen 22 jaar oud.
Kind(eren):
Het echtpaar is gescheiden.
(2) Hij is getrouwd met Onok Sawinah.
Scheiding 10 april 1934 Den Haag
Zij zijn getrouwd op 17 mei 1921 te Noi, hij was toen 29 jaar oud.
Kind(eren):
Het echtpaar is gescheiden.
(3) Hij is getrouwd met Aleida Cornelia Lansink.
Zij zijn getrouwd op 24 oktober 1934 te 's-Gravenhage, ZH, Nederland , hij was toen 42 jaar oud.
kaarthouder: Amsterdam
Baars, A.
Gezinskaarten; NL-SAA-2031959
geboortedatum:20-04-1892
Persoon ASSER BAARS
Plaats 's-Gravenhage
Geboortedatum 20-04-1892
Periode 1913 - 1939
Bevolkingsregister 's-Gravenhage 1913-1939
Achternaam Baars Voornamen Adolf Voorletters A. Geboorteplaats Amsterdam Geboortedatum 20-04-1892 Overlijdensplaats Auschwitz Overlijdensdatum 06-03-1944 Gedenkplaats Conc. kamp Auschwitz te Oswiecim
Gemeente Oswiecim Land Polen Gedenkboek 4
Bron: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
Asser Baars werd geboren op 20 april 1892 in Amsterdam, als oudste zoon van Benjamin Baars, diamantbewerker en Judith Nerden, huisvrouw. Reeds vanaf jonge leeftijd werd hij Dolf of Adolf genoemd en om die reden liet hij in 1937 zijn naam ook officieel wijzigen.
Hij doorliep in Amsterdam de HBS en studeerde van 1909 tot 1914 aan de Technische Hogeschool in Delft voor civiel-ingenieur. Tijdens zijn studie sloot hij zich aan bij de SDAP in Delft. Na zijn afstuderen, in juli 1914, woonde hij weer enige tijd in Amsterdam en was daar lid van de SDAP-afdeling V.
In deze jaren schoolde hij zich terdege in de marxistische theorie. In september 1914 stelde hij zich ter beschikking van de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië en werd hij benoemd tot adspirant-ingenieur bij de Staatsspoorwegen aldaar.
Voor het vertrek naar Indië trouwde Baars op 15 oktober 1914 met Anna Catharina Cheriex. Zij werd To genoemd en was arts. Zij kregen twee kinderen: Robert, geboren 24-8-1915 en Anna Catherina, geboren 28-8-1919. Baars en Cheriex scheidden van elkaar op 9 juli 1920. De kinderen werden aan Cheriex toegewezen.
Baars verbleef in Indië van februari 1915 tot februari 1919, keerde toen voor een jaar naar Nederland terug en was weer in Indië van maart 1920 tot mei 1921. Toen werd hij door de koloniale autoriteiten het land uitgezet.
Baars woonde in Indië achtereenvolgens een half jaar in Bandoeng en ongeveer vier maanden in Batavia, eind december 1915 verhuisde hij naar Soerabaja, waar hij tevens een andere baan vond. Hij werd leraar aan de middelbare technische school 'Koningin Emma'. Uit deze betrekking werd hij in oktober 1917 ontslagen wegens zijn politieke aktiviteiten. Tot februari 1919 bleef hij wel in Soerabaja wonen. Na zijn terugkomst in 1920 werkte Baars als ingenieur bij de gemeente Semarang; in die plaats vestigde hij zich dan ook. Kort na zijn aankomst in Indië sloot Baars zich aan bij de Indische Sociaal Democratische Vereeniging (ISDV) en knoopte hij hechte betrekkingen aan met Henk Sneevliet, die reeds twee jaar langer in de kolonie verbleef. Naast hem speelde Baars al snel een zeer actieve rol in de ISDV. Hij nam deel aan de redactie van het in oktober 1915 uit de ISDV voortkomende blad Het Vrije Woord. Hiervan bleef hij redacteur tot zijn externering. Vele belangrijke (theoretische) beschouwingen van zijn hand verschenen in dit blad. Hij schreef onder andere over de veranderende verhoudingen in Azië, over industrialisatie en imperialisme, over de ontwikkelingen in Europa en met name in Rusland, over inlandersorganisaties en nationalisme en vooral veel over de landbouwers en hun ontwikkeling in Indië en hiermee samenhangend over grondhuurkwesties. Baars leerde al snel Maleis en legde contact met de Indonesische massa-organisatie Sarekat Islam. Deze band werd door de ISDV sterk uitgebreid en zou van veel betekenis worden voor de ontwikkeling van de socialistische/communistische beweging in Indonesië.
Baars trad regelmatig in het openbaar als spreker op. Tevens richtte hij, begin 1917, een Indonesische zusterorganisatie van de ISDV op: de Sama Rata Hindia Bergerak. In 1918 ging deze organisatie op in de ISDV. In 1917 werd Baars voorzitter van het hoofdbestuur van de ISDV. Dit bleef hij tot zijn vertrek uit Indië in 1919. Ook was hij redacteur van de Maleise bladen die de ISDV verzorgde, eerst Soeara Merdika (1917) en vanaf 1918 de Soeara Rajat. Zijn denkbeelden over politieke organisatie in de kolonie ondergingen tijdens zijn verblijf belangrijke wijzigingen, hoewel zijn opstelling steeds radicaal-socialistisch genoemd kon worden. Dit bracht hem niet alleen in botsing met de autoriteiten, maar ook met enkele leiders van bijvoorbeeld de Sarekat Islam en met personen binnen zijn eigen partij. In eerste instantie met de gematigde socialisten daarin. Later ontstond er ook een conflict met Sneevliet.
Gedurende het kleine jaar dat Baars in 1919-1920 in Nederland doorbracht trad hij politiek niet bijzonder op de voorgrond. Wel bevestigde hij in deze periode zijn aansluiting bij de Communistische Partij. Teruggekeerd in Indië pleitte hij op de Algemene Vergadering van mei 1920 van de ISDV voor het omzetten van de vereniging in een Communistische Partij (PKI), hetgeen gebeurde.
Baars werd bestuurslid. Hij trad in deze periode niet in het openbaar op als propagandist voor de PKI, maar speelde wel een belangrijke rol op de achtergrond, met name in de scholing. Op een bijzonder congres, dat op 24 december 1920 gehouden werd, besloot de PKI formeel tot aansluiting bij de Komintern. Baars was hier ook voorstander van, hoewel hij het pro-nationalistische standpunt van de Komintern reeds kritiseerde.
Het Nederlands bestuur zag in Baars nog steeds een groot gevaar voor de openbare orde en bij gouvernementsbesluit van 8 mei 1921 werd hij Indië uitgewezen. Vlak voor zijn definitieve vertrek uit de kolonie, trad Baars op 17 mei 1921 opnieuw in het huwelijk, met Onok Sawinah. Uit deze verbinding zouden drie kinderen worden geboren: een zoon, die kort na de geboorte in 1924 overleed, en twee dochters: Mascha, 4 oktober 1925 in Amsterdam en Lucie, 27 augustus 1927 in Stalino (USSR). Het huwelijk eindigde met een scheiding op 10 april 1934 in Den Haag. De kinderen werden aan Baars toegewezen.
Eind mei 1921 verliet Baars met zijn nieuwe vrouw Indië. Hij reisde via China naar Sovjet-Rusland. Daar kwam hij snel in contact met Ir. S.J. Rutgers en werd hij een van de eerste werknemers van de Autonome Industriële Kolonie (AIK) Kuzbass. Dit experimentele project van buitenlandse arbeiders in de Sovjetunie was toen nog in de voorbereidende fase en zou het jaar daarop in Kemerovo (Siberië) gevestigd worden.
Baars bleef tot begin 1927 aan de AIK verbonden. Hij bekleedde diverse functies, o.a. die van hoofd van het technische bureau en vertegenwoordiger van de organisatie in Berlijn. Na zijn vertrek van de AIK werkte Baars nog enige tijd bij de hoogovens in Stalino. Eind 1927 ging hij naar Nederland terug. Tijdens zijn jaren in de Sovjetunie was Baars lid van de Russische communistische partij. Toen hij vanuit Indië naar de Sovjetunie vertrok, was hij overtuigd communist. De taal had hij reeds enigszins geleerd en maakte hij zich, eenmaal in de Sovjetunie gevestigd, zeer snel eigen. Zijn ervaringen deden hem echter al na enige jaren twijfelen aan het communisme. Toen hij naar Nederland terugkeerde was hij anti-communist. Van 1928 tot 1940 bleef Baars een nogal wisselvallig leven leiden. Zijn grote technische en theoretische capaciteiten garandeerden geen bevredigende carriere. Oorzaken daarvan waren de crisis, Baars' moeilijke karakter en zijn bekendheid als ex-communistisch agitator. Hij bekleedde diverse ingenieursbetrekkingen, richtte voor enige tijd een eigen handelsbureau op en was vertegenwoordiger in diverse zaken, met name op het terrein van de zware industrie. Van 1931 tot 1937 werkte hij op wisselende basis voor het Nederlands Economisch Instituut te Rotterdam. Dit Instituut leidde ook de tijdschriften Economisch-Statistische Berichten en De Economist, waaraan Baars bijdragen leverde. Theoretisch ontwikkelde hij zich dan ook voornamelijk in de economische wetenschap. Dit resulteerde in 1937 in een promotie tot doctor in de technische wetenschap te Delft op een proefschrift getiteld: "Onderzoek naar de mogelijkheid tot beïnvloeding der conjunctuurbeweging door kapitaaluitgaven der overheid en door andere overheidsmaatregelen". Van ongeveer 1935 tot 1939 was Baars tevens verbonden aan het 'Internationaal Handels Consortium' onder leiding van de heer Kresin. Waarschijnlijk was het voor deze onderneming dat Baars enkele malen voor vrij langdurig verblijf werd uitgezonden naar de Verenigde Staten en naar Mexico.
Op 24 oktober 1934 hertrouwde hij in Den Haag met Leida Lansink. Dit huwelijk bleef kinderloos. Lansink verbleef in 1939 met Baars in New York.
Baars poogde daar een vaste baan te vinden en zijn dochters uit het huwelijk met Onok Sawinah over te laten komen. Waarschijnlijk omdat dit laatste niet lukte, keerde hij eind 1939 naar Nederland terug.
Over Baars' politieke oriëntatie na de periode in de SovjetUnie is vooralsnog niet veel bekend. Wel nam hij in de jaren '30 een duidelijk anti-nazistisch standpunt in. Tijdens de oorlog werkte hij in 1942 enige tijd vrijwillig in Duitsland. Daar vandaan teruggekeerd dook hij onder, maar eind 1943 werd Baars gearresteerd. Waarschijnlijk kwam toen ook naar voren dat hij joods was. Kort erna werd hij op transport gesteld.
Op 6 maart 1944 kwam A. Baars om in Auschwitz.
Geschiedenis van het archief
Het bestaan van het archief Baars werd in januari 1985 bij het IISG aangemeld door Baars' dochter Lucie, thans mw. Lucie Lloyd-Baars. Zij bood het archief ter kopiëring aan; het originele archief wilde zij graag behouden. Tevens verbond zij beperkingen aan de raadpleging.
Volgens de informatie van mw. Lloyd-Baars werd in de oorlog om veiligheidsredenen een deel van Baars' archief vernietigd. Waarschijnlijk is men daarbij vrij willekeurig tewerkgegaan. Wat resteert is een collectie, die voornamelijk uit brieven bestaat. Daarnaast is er een aantal officiële bescheiden en een beperkte hoeveelheid gedrukten. De brieven beslaan Baars' periode in Nederlands-Indië, zijn verblijf in de USSR en fragmenten uit de periode 1927-1939. Uit de tijd na 1939 zijn alleen enkele kranteknipsels in het archief aangetroffen.
De inventaris is opgemaakt in vijf delen, te weten: Algemeen, Indische periode 1915-1921, Russische periode 1921-1928, Periode eind 1927-1939 en Overige stukken.
Adolf (Asser) Baars | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1914 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Catharina Cheriex | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1921 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onok Sawinah | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1934 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.