Pastoor. Opvolger van B.H. Kokkeling.
Op 25 november 1826 deed hij zijn Priesterwijding in Munster
Hij werd in 1827 Kapelaan aan de Kalkovens, een bijkerk van de Statie Vogelenzang te Amsterdam.
Hr Steins-Bisschop was daarna van 1828 tot 1834 reeds een aantal jaren als kapelaan op het Begijnhof geweest en daarna van 1834 tot 1840 pastoor in Zwaag.
Van 1840 tot 1857 dus Pastoor Rector op het Begijnhof, waarna hij van 1857 tot 1859 in de St. Catharinakerk op het Singel te Amsterdam resideerde.
Op 8 september 1857 werd hij tevens Provisor van het Seminarie in Warmond. Van 1859 tot zijn overlijden op 8 april 1861 was hij Rector van St. Joseph te Haarlem,
Rond 1840 heeft deze pastoor en overste het Begijnhof voor de ondergang behoed door een beroep op de Amsterdamse overheid en zijn burgers te doen om het Begijnhof te redden.
Het Begijnhof had toen nog steeds grote financiele problemen en verkeerde in een allerberoerdste staat en was bijna rijp voor de sloop.
De heer Steins-Bisschop kwam op het goed uitgevallen idee om de Amsterdamse katholieken tot hulp te roepen om het Begijnhof in stand te houden door een blijvende gave.
Ieder werd verzocht om gedurende tien jaren wekelijks tien cent te schenken, met als tegenprestatie iedere eerste donderdag van de maand voor het welzijn van alle deelnemers een Heilige Mis op te dragen ter ere van het Heilig Sacrament van Mirakel.
Mede door het welslagen van dit plan had men de inspiratie om in maart 1845 groots opgezet het vijfde eeuwfeest van het Mirakel te vieren.
De belangstelling voor de viering was zo groot dat er tegen de gevel van de kerk een houten "schuur" werd aangebouwd en van de kerk de ramen en deuren waren uitgenomen.
In de jaren die volgden raakte het Begijnhof langzaam van zijn schulden af en op 1 januari 1857 bij de parochiale indeling van de stad werd de Begijnhofkerk als Algemene Hulpkerk aangewezen en als parochiekerk alleen voor de bewoonsters van het Begijnhof. De tekst boven het Hoofdaltaar dateerd ook uit zijn periode, (zie brief in Latijn van zijn hand daterend 1 december 1852).
In de driehonderd jaar hiervoor was zij de vervangster geweest voor "De Heilige Stede" . Rector Steins-Bisschop heeft in de zeventien jaar van zijn ambtstermijn drie nieuwe Begijnen aangenomen. Op 1 januari 1857 werd hij pastoor van de St. Catharinakerk gedurende 1 jaar, waarna hij vertrok naar de St. Joseph te Haarlem.
Archief 740-722 bevat verklaring van hr. Mehler uit 1853 dat Steins-Bisschop een officie van goudlaken aan de kerk schenkt.
Een schilderij van hem ( Lijst met afgeronde hoeken) hangt in de Regentenkamer der pastorie.
Staat ook op het Processieschilderij.
Hij werd opgevolgd door W.F.A. Mehler.
Ter gelegenheid van zijn 25 jarig Priesterschap welke plechtig werd gevierd op 25 november 1853 hield de Wethouder van Amsterdam een toespraak waarvan de tekst bij de afbeeldingen vermeld is.
Nicolaus Joannes Antonius Steins-Bisschop |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.