Op 14 mei 1524 werd Cannius ingeschreven als student op de universiteit van Leuven.
Van 1524 tot 1530 was hij secretaris van de bekende Erasmus.
In 1530 werd hij tot priester gewijd en verkreeg hij de Vicaris van het PancratiusAltaar in de Oude Kerk.
In 1532 werd hij Rector van het St. Ursulaklooster in Amsterdam en Memoriemeester der Oude Kerk.
Bijna gelijktijdig was hij enige jaren Pastoor van de Nieuwe Kerk, als opvolger van de overleden Claes Hillebrantsz Boelens den Otter.
Het schilderij dat in bezit is van het Begijnhof, wordt toegeschreven aan Cormelis Anthonisz gedateerd 1534. (Jacob Cornelisz van Oostzanen), Latere onderzoekers vinden het waarschijnlijker dat Dirck Jacobsz de schilder is.
Opschrift onderaan, een distichon van de Latijnse schoolmeester Cornelius Crocus "Que venit e fucis cito gloria concidit. vua/sine caret virtus. et benefacta manent."
"De Roem, die voortkomt uit bedrog, verdwijnt spoedig, alleen de deugd heeft geen einde en haar weldaden blijven"
Opschrift op de lijst boven: Nicolaus Cannius - anno/etatis s/ ae 30.
Foto schilderij is door mij genomen in Archief Begijnhof Amsterdam. Er komt binnenkort een beter exemplaar.
In de Begijnhofkapel hangt een oud houten Ursulabeeld waarbij zij onder haar mantel enige personen herbergt.
Zeer waarschijnlijk is dit beeld door toedoen van Cannius in de Begijnhofkapel terechtgekomen.
Ook is het mogelijk dat ten tijde van de Alteratie deze beeldengroep op het Begijnhof is verborgen.
Eind oktober 2012 is het voor enige maanden uitgeleend voor 2 tentoonstellingen.
Tot voor kort bezat de kapel ook nog een Maria met Kind op de Maansikkel en dit houten beeld is enige maanden geleden uitgeleend.
Ook dit beeld kan via Cannius, of na de Alteratie op het Begijnhof zijn verborgen.
Nicolaus Cannius |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.