Hij is getrouwd met Pieternella van der Weerd.
Zij zijn getrouwd op 1 november 1805 te Utrecht, Utrecht.Bron 3
Ze zijn in de kerk getrouwd op 16 november 1805 te Utrecht, Utrecht.Bron 4Kind(eren):
Doopgetuige : Hendrik van Schip
Bron : Doopboek Vleuten.
Getuigen bij huwelijk :
1e getuige :
2e getuige :
Toegang 79, Inv. 5778 6 november 1832
De gouveneur schijft aan de burgemeester van Utrecht: ik heb de eer Ued te verzoeken, mij te willen informeren
of de persoon van G. van 't Schip in uwe gemeente woonachtig in zoodanige behoeftige omstandigheden verkeert
die hem aanspraak zouden geven op onderstand, als nagelaten betrekking van een schutter.
Toegang 79, Inv. 5778, 15 november 1832
Burgemeester en Wethouders schrijven aan de gouveneur van Utrecht. Beantwoordende de missive van Ued van
6 november 1832 hebben de eer te berichten, dat de daarbij bedoelde Gijsbert van 't Schip, 64 jaren oud is en drie
kinderen in leven heeft, allen zoons. Dat de oudste met name Cornelis voor de gemeente Abcoude, als mobile Schutter
is uitgetrokken. Dat de tweede Hendrik, sedert de maand maart 1825 dient als loteling bij de 5e afdeeling Infanterie,
terwijl de derde, met name Jan gehuwd is. Dat de vader , de genoemde Gijsbert van 't Schip, ja, kleederbleeker van
beroep is, maar van de geringste soort, zoodat ofschoon hij niet kan gezegd worden in volstrekt behoeftige omstan-
digheden te verkeeren, hij echter zich zeer sober moet behelpen en door het gemis van al zijnen zoons, in deszelfs
gevorderde ouderdom veel gebrek tegemoet zoet, zoodat eenige onderstand hem zeer te stade zoude komen.
Toegang 79, Inv. 5778, 19 november 1832.
De Burgemeester der Gemeente Abcoude en Baambrugge schrijft aan de Staatsraad Gouveneur te Utrecht:
Voldoende aan het bij rescript van 16 oktober 1832 door Uwe Excellentie in mijn handen gesteld Rekest van
G. van 't Schip om te dienen van berigt, consideratie en advies, zoo heb ik de Eer, met terugzending van hetzelve
te berigten: dat Cornelis van 't Schip als schutter voor deze gemeente uitgetrokken, als boerenknecht gewoond
heeft bij den landman Jan Vink die mij heeft gezegd dat hij 's jaarlijks zeventig guldens aan huur genoot, vermenende
tevens dat zijn vader de rekestrant in niet zoodanig eene behoeftige toestand verkeerde van onderstand te behoeven;
die zich echter deswegens aan mij heeft vervoegd en welken ik gezegd heb, niet te kunnen onderstand geven, tenzij mij
zulks officieel wierdt gelast, alzoo ik in het sustenu verkeerde, dat in de behoeften der achtergebleven betrekkingen van uitgetrokkene schutters en vrijwilligers behoorde voorzien te worden ter plaatze, waar dezelven woonachtig zijn, gevende
in consideratie of alzoo niet meerder aan het doel zoude antwoorden worden; daar immers ieder bestuur het best kan beoordelen in hoeverre de behoeften hunner inwoners bestaan; waarom ik onder correctie van advies ben, dat , indien in
het onderhoud van den Rekestrant ter zake als voren zal moeten worden voorzien, zulks behoord te geschieden ter plaatse zijner inwooning, zijnde de stad Utrecht.
Gemeente Archief Abcoude, Inv. 2496, 22 november 1832
De Staatsraad Gouveneur van Utrecht schrijft aan de burgemeester van Abcoude. Het is mij uit een rapport van het bestuur
der stad Utrecht gebleken dat de persoon van Gijsbert van 't Schip, welke het onderwerp heeft uitgemaakt van Uwe missive
in dato 3 november 1832 zich in zeer ongunstigen omstandigheden bevindt, en door het gemis van alle zijne zoons, in deszelfs gevorderden ouderdom veel gebrek tegemoet ziet, zoodat ik Ued wel in overweging zoude geven hem eenige wekelijksche
onderstand toe te leggen van welker bedrag ik gaarne door Ued zal worden geinformeerd.
Gijsbertus (Gijsbert) van 't Schip | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1805 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieternella van der Weerd |