Hij is getrouwd met henrietta martina BAX.
Zij zijn getrouwd op 25 augustus 1869 te bergen op zoom(NB) , hij was toen 24 jaar oud.
Kind(eren):
Gerrit de Jongh
Ga naar: navigatie, zoeken
Gerrit de Jongh
Gerrit Jan de Jongh, portret uit 1916
Gerrit Jan de Jongh, portret uit 1916
Algemene informatie
Naam Gerrit Johannes de Jongh
Partij Liberale Unie
Portaal Portaalicoon Politiek
Nederland
bronzen reliëf G.J. de Jongh
Gerrit Johannes de Jongh (Willemstad, 4 juli 1845 - 's-Gravenhage, 31 januari 1917) was als directeur van de dienst Gemeentewerken een van de architecten van het moderne Rotterdam.
In 1879 volgde voormalig genie-officier De Jongh C.B. van der Tak op als directeur Gemeentewerken. Al snel verwierf hij een ongekend machtige positie. Rotterdam maakte op dat moment een zeer sterke groei door (zie ook: Geschiedenis van Rotterdam).
In feite was het De Jongh die bepaalde hoe aan deze ontwikkeling van de stad vorm werd gegeven. Onder zijn leiding werd voor het eerst een elektriciteitsnetwerk aangelegd. Ook zorgde hij voor de waterleiding en een moderne riolering. De nog altijd beeldbepalende Westersingel, Noordsingel en de Boezemsingel werden onder leiding van De Jongh aangelegd naar een ontwerp van zijn voorganger Rose.
Gerrit De Jongh werd vooral bekend vanwege zijn bemoeienis met de uitbreiding van de havens. In 1893 deed hij de oostzijde van de Parkhaven voltooien; in 1894 de Rijnhaven. De westzijde van de Parkhaven, die onderdeel uitmaakt van de zogenoemde Müllerpier, werd in 1908 tegelijk met de Sint Jobshaven opgeleverd.
Na de Katendrechtse havens in 1893 en 1896 en na de reeds genoemde Rijnhaven, volgde in 1906 de voltooiing van de Maashaven. De vrijkomende grond van de nieuwe Waalhaven, waarmee in 1907 een aanvang werd gemaakt, werd door een buizenstelsel naar eentussen twee tochten gelegen deel van de Prins Alexanderpolder bij de Kralingse Plas getransporteerd. Zodoende kon op de opgehoogde grond naar het idee van De Jongh het Kralingse Bos worden gerealiseerd.
Het laden en lossen van schepen gebeurde sindsdien door middel van destijds moderne machines, zoals de graanelevator.
Verder gaf De Jongh vorm aan het Noordereiland en de wijk Feijenoord. Zijn ontwerp, met ruime boulevards, stamde al uit 1880. Oude dorpen zoals Charlois en Katendrecht werden ingesloten door bebouwing.
Op 27 januari 1910 vertrok hij samen met de voormalige minister van Waterstaat, prof. dr. J. Kraus in opdracht van de minister van Koloniën naar het toenmalige Nederlands Indië, om advies uit te brengen over de havens van Soerabaja, Makassar en Tandjong Priok. Diezelfde avond bracht burgemeester Zimmerman ter kennis van de Raad het verzoek van De Jongh om hem per 1 augustus ontslag te verlenen in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar op 4 juli 1910. Om deze verjaardag met zijn gezin te kunnen vieren, stapte hij op zondag 3 juli in Marseille van de boot die hem uit Indië terugbracht, om zo doende op maandag 4 juli, de dag dat hij 65 werd en met pensioen ging, om 4 uur 's middags per trein in Rotterdam te arriveren.
In 1910 werd De Jongh als directeur opgevolgd door A.C. Burgdorffer. Na zijn afscheid van Rotterdam was De Jongh nog enige jaren lid van Provinciale Staten en de Tweede Kamer (1910-1913).
Bij de aanleg van de wijk Dijkzigt op het voormalige Land van Hoboken is in de jaren dertig van de 20e eeuw een weg naar De Jongh vernoemd, de G.J. de Jonghweg. Een dag na zijn dood in 1917, besloot de gemeenteraad van Rotterdam tot aanleg van een gedenkteken. Dit gedenkteken, naar een ontwerp van Ad van der Steur, bestaat uit een granieten naald met bronzen reliëf van Leendert Bolle, een mozaïek van de stad en de haven van Jaap Gidding, een bronzen beeldenrij over De Jongh en Gemeentewerken van Leendert Bolle, en op de tegelwand een inscriptie die de groei van de stad en de haven aangeeft van Henk Chabot. Het gedenkteken staat in het Museumpark. Het heeft jaren geduurd voor uiteindelijk een ontwerp en een locatie beschikbaar waren waarmee alle betrokkenen zich konden verenigen. Het monument, op dat moment nog niet voltooid, werd op 5 juli 1935 onthuld, een dag voor de opening van het nieuwe museum Boymans.
Het is tekenend voor het respect dat De Jongh van zijn medewerkers ondervond, dat de door Henk Chabot ontworpen en gehakte inscriptie ter verfraaiing van de kale tegelwand, de gemeente werd aangeboden door oud-medewerkers van Gemeentewerken. De centrale figuur hierbij was L.W.H. van Dijk (1884 - 1983), ooit door De Jongh bij Gemeentewerken in dienst genomen en later één van diens opvolgers als directeur.
G. J. de Jongh was de schoonvader van Anton Philips en daarmee de grootvader van wijlen Frits Philips. Hij ontwierp het stratenplan van het Philipsdorp in Eindhoven dat rond 1910 gebouwd werd
gerrit johannes de JONGH | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1869 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
henrietta martina BAX |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.