Hij had een relatie met Catharina VLOEBERGHS.
Kind(eren):
Thomas Taeymans 'Den Ouden' gehuwd met Catharina Seldenslagh.
Hij kocht op 20/1/1588 een huis in de Boshoek te Boechout. Hun erfenis werd te Boechout geregeld op 22/6/1630. Aan de kinderen van Elisabeth kwam toe : een stede met huis, hof, schuur, stallingen enz... groot 3 1/2 bunder, gelegen te Lint (toen deel van Kontich), belast met een kapitaal van 200 gulden aan 4% intrest.
De aflossing van dit kapitaal moest door de erfgenamen van Jan Taeymans gebeuren met dien verstande dat dit slechts na het overlijden van hun grootmoeder Catharina Seldenslagh zou moeten plaats vinden.
De kinderen van Jan erfden : en stede met huis, hof en boomgaard in de Heuvelstraat te Boechout, belast met een cijns van 4 veertelen koren en 2 gulden 16 stuivers in geld aan de erfgenamen van Jadques Herbeys (Cijnshof van Quaetveken), nog een huis op 3/4 bunder grond te Boechout, nog eens 3/4 bunder land, beplant met een jonge boomgaard te Boechout, daer eertijts een huys op te staen placht, 1/2 bunde land te Boechout op Poyegem, 1 bunder land te Boechout 'aen de heerbaene van Antwerpen naer Lier daer deselve bane doorloopt' en 1/2 gemet land daarbij gelegen.
Bron : Jaarboek 1995 Heemkring Het Speelhof - Bijdragen tot de geschiedenis van Boechout en Vremde. blz 118
Jan Taeymans was pachter op de 'Groote Hoeve' van St-Bernaards te Vremde.
Hij huwde omstreeks 1606 met Catharina Vloeberghs.
Geschiedenis Vremde met Groote Hoeve :
De Berthouts van Berlaer bezaten 2/3 van het grondgebied Vremde, dat op zijn beurt geplaatst stond onder de soevereiniteit van de Berthouts, heren van Mechelen.
Vremde bezat echter een eigen administratief, feodaal en cijnsstelsel. De Sint-Baafsabdij te Gent kwam waarschijnlijk door ruil in 1003 in bezit van de "villa Vremde" met kerk en het bos "Bunninggerotha", zodat de abdij er twee hoeven bezat in de 14de eeuw. In 1236 schonk Gillis II Berthout, heer van Berlaer, aan de abt van Villers gronden te Vremde, Milligem, Broechem en Ouwen (Grobbendonk) met als voorwaarde dat er in een van deze plaatsen een klooster zou opgericht worden behorend tot de orde van Cîteaux. De hoge gerechtigheid bleef in handen van de erfgenamen van Gillis II, terwijl de lage en middele gerechtigheid berustte bij de abdij. Dit klooster verrees te Vremde in 1237, toegewijd aan Heilige Bernardus. De gronden waren echter zeer moerassig waardoor het klooster in 1246 naar Hemiksem overgebracht werd. Wouter Berthout eiste dat in de schuur zogenaamd "de Burcht" een altaar zou blijven om er missen te celebreren. Op de grond van de voormalige abdij werd een kapel opgericht. De goederen van de Sint-Bernardsabdij waren verbonden aan de "Groote Hoeve" of het "Groot Chynshof". Later werden daaruit de "Linde Hoeve" en de "Vennestraet Hoeve" gesplitst. Verder bezat de abdij nog de Speelhoeve en de Vremder Molen.
Bron : https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/120673 en Coi Haverals van Heemkring Het Speelhof.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.