(1) Hij is getrouwd met willemina wischhoff.
Zij zijn getrouwd.
Gemeente
Breda
Brontype
boek
Archiefnummer
CB
Archiefnaam
Collectie DTB Breda
Deelnummer
46
Bronnaam
Stadsarchief Breda
Registernaam
Trouwen nh Grote kerk 1783-1810
Code
T_CB_046
Periode register
1783-1810
Pagina
37
Diversen
De man was kapitein.
Plaats inschrijving
Breda
Datum ondertrouw
13-11-1784
Datum huwelijk
01-12-1784
Bruidegom
Johannes Menso
Bruidegom geslacht
m
Bruidegom diversen
Geboorteplaats: Rhenen, woonplaats: Breda (in garnizoen)
Bruidegom plaats geboorte
Elders
Bruidegom woonplaats
Elders
Bruid
Dingena Anna Knollaart
Bruid geslacht
v
Bruid diversen
Weduwe
Bruid plaats geboorte
Breda
Eerdere man
Jacobus Hr. van Vechelen
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met dingena anna knollaert.
Zij zijn getrouwd op 5 december 1784 te kesteren, hij was toen 38 jaar oud.
in aktes gesepareerde huisvrouw
Getrouwd:
DTB Kesteren:
Marriage on 5 Dec 1784 in Kesteren
Page nr.: 33
Volgn.: 1
File nr.: 1013.1
"Ondertrouwt" 1784-11-13 in Breda
"Proclamatie" 1784-11-23 in Kesteren
"Attest" from Breda 1784-12-05
Johannes MENSO, geboren te Breda onder Rheenen. Capitein onder regiment van den Grave van Etteren in quarnizoen Ondertrouwd op 13-11-1784 te Breda, gehuwd op 01-12-1784 te Breda (getuige(n): Roelands Meijs) met Dingena KNOLLAART.
Menso Johannes Menso (66643) avereest db
geb. Kesteren GD JAN 1746
ovl. Amsterdam NH 1 MAY 1812
Dingena KNOLLAART, geboren te Breda. Wed van Jacobus van Vechelen geb. Breda.
Ondertrouwd op 13-11-1784 te Breda, gehuwd op 01-12-1784 te Breda.
(getuige(n): Roelands Meijs) met Johannes MENSO.
ISIS: www.isis.breda.nl:
Johannes Menso Menso
bruidegom op woensdag 1 december 1784 Breda
Plaats: Breda
Bron: GA Breda
DTB-nr: 46, folio: 37
Datum ondertrouw: 1784-11-13
Datum huwelijk: 1784-12-01
Naam BRUIDEGOM: Johannes Menso Menso
Geboorteplaats bruidegom: Rhenen
Woonplaats bruidegom: Breda (in garnizoen)
Naam BRUID: Dingena Anna Knollaart
Weduwe: wed
Geboorteplaats bruid: Breda
Naam vorige echtgenoot bruid: Jacobus Hr. van Vechelen
Opmerkingen: Trouwboek Grote Kerk Breda 1783-1810. De man was kapitein.
Bron: Trouwen NH Grote Kerk 1783-1810
Archief: IV-9 inventarisnummer 46
Collectie DTB Breda
Aantekeningen DTB Lienden, page 71, nr. 1, file 1060:
Baptise N.H. on 19 Jan 1746
Information from Lenie van der Doelen:
Johannes MENSO, geboren te Breda onder Rheenen. Capitein onder regiment van den Grave van Efferen in quarnizoen.
Ondertrouwd op 13-11-1784 te Breda, gehuwd op 01-12-1784 te Breda (getuige(n): Roelands Meijs) met Dingena KNOLLAART.
1767-05-23 Bat. Quartierm.
1782-03-23 Captain in the Regiment "van den Grave van Efferen".
1787 Died probably in 1787 at the "Bataille van de Vaart"
De slag bij Vreeswijk op 9 mei 1787:Op 9 mei 1787, 's morgens om vier uur, begon het regiment-Van Efferen aan de lange mars vanuit Rhenen naar de westgrens van de provincie Utrecht. Van Efferen had opdracht gekregen om de bagage in de legerplaatsen achter te laten, maar hij had verzuimd dit door te geven aan zijn officieren. Het eerste bataljon wist niet waar het heen ging. Zelfs de officieren waren door Van Efferen niet ingelicht over hun bestemming. In de loop van de ochtend en vroege middag bereikten de aanschrijvingen van de Staten betreffende de kantonnering van de troepen hun bestemming. In Vreeswijk ontving drossaard Visscher de aanschrijving rond het middaguur. Hij haastte zich naar Utrecht om de vroedschap op de hoogte te stellen. De vroedschap belegde nog dezelfde middag om drie uur een buitengewone vergadering en werd er besloten dat er ter verdediging van de stad troepen zouden worden gestuurd. Het vroedschapslid Jan Anthony d' Averhoult nam het commando over het burgerkorps op zich. Het korps dat naar Vreeswijk zou trekken bestond uiteindelijk uit 200 man infanterie en een compagnie jagers van 30 man. Het geheel werd aangevuld met twintig artilleristen en drie stukken licht veldgeschut (drieponders) getr
okken door twaalf paarden. Om half zeven 's avonds verliet het korps de stad.Terwijl het Utrechtse korps op weg ging, bereikte het eerste bataljon van Van Efferen en vier compagnieën van zijn tweede bataljon die avond omstreeks kwart voor zeven Jutphaas. De compagnieën van het tweede trokken direct door naar De Meern of Harmelen. Van het eerste bataljon bleven drie compagnieën in Jutphaas gekantonneerd onder commando van majoor Van Oldenkop. Terwijl de overige vier compagnieën onder Van Efferen de mars voortzetten naar Vreeswijk, betrokken de troepen in Jutphaas hun kwartieren. Zij werden echter al snel ontdekt door de jagers van d'Averhoult. Van Oldenkorp had zijn troepen zoveel mogelijk gevechtsklaar gemaakt. Om acht uur bereikten de compagnieën van Van Efferen Vreeswijk. Vrijwel mete
en daarop bereikte de ordonnans met de melding van Van Oldenkop het dorp. Om kwart over acht was de ordonnans weer bij Van Oldenkop met de mededeling dat hij zich moest terugtrekken richting Vreeswijk.Toen d'Averhoult in Jutphaas aankwam, was hij achterdochtig, omdat alle troepen ineens verdwenen waren. Hij verwachtte een hinderlaag en liet daarom huis voor huis inspecteren. Pas toen hij van veilige doortocht overtuigd was, passeerde hij
Jutphaas.Op een kwartier afstand van Vreeswijjk ontdekten de scherpschutters vrij onverwacht het voltallige eerste bataljon Van Efferen, 360 man sterk, dat in gevechtsformatie de zandweg versperde. D'Averhoult liet terstond het door paarden getrokke
n geschut opstellen en de paarden naar achteren brengen. De scherpschutters werden verspreid opgesteld in een dicht elzenbos. Van Efferen kon bij een zicht van nauwelijks twintig meter zijn tegenstanders ook slecht zien. Uit de commando's die hij hoorde kon hij evenwel opmaken dat tientallen meters voor hem infanterie en geschut in stelling werden gebracht. Hij be
sloot aan te vallen, voordat hij de volle laag zou krijgen. De Utrechtenaren bevonden zich op dat moment in een uiterst kwetsbare positie, nog niet volledig opgesteld en niet in staat om vuur te geven. De mannen van Van Efferen openden het vuur, tot grote verrassing van de patriotten. De kanonnier Robertus van der Vlerk werd dodelijk getroffen. Het ongeregeld vuur van de Utrechtse scherpschutters had geen effect. Hierna vuurde onmiddellij
k het tweede peloton van Van Efferen en officier Cornelis Govert Visscher werd gedood.De Utrechters werden de verwarring meester en er werd door een Utrechts peloton een schot gelost, met als gevolg dat een grenadier van het bataljon, Frans van Rossum, sneuvelde. De soldaten raakten in de war, zij hadden na hun twee salvo's waarschijnlijk geen tegenstand meer verwacht en sommige grenadiers zetten het op een lopen. Er werden van Utrechtse zijde af nog enkele granaten gegooid en vervolgens kwam de artillerie in werking. De stukken waren echter van tevoren gericht op de standaardafstand van ongeveer 150 meter, te hoog voor de zeer korte gevechtsafstand van dat moment, zodat beide kanonnen hun lading over het bataljon heen in de bomen schoten. Het geschutvuur bleek teveel voor de zenuwen van de veelal slecht geoefende en door de lange dagmars zwaar vermoeide soldaten. Zij sloegen massaal op de vlucht, terwijl ze hun wapens, uitrusting en persoonlijke bezittingen wegwierpen. Van Efferen kon de verwarring die heerste niet laten verdwijn
en, zodat al zijn troepen zich terugtrokken.
Aldus de Utrechtse Courant op 11 mei 1787:
In de daarop volgende dagen werd het optreden van Van Efferen veroordeeld."Het wordt Efferen zeer kwalyk genomen een Actie gezogt te hebben en de Burgery aangevallen te hebben; daar zy voorgeven, dat hy alleen maar gezonden was, om de Vaart te bezetten, en geene andere orders zoude gehad hebben, als om geweld met
geweld te keeren, en hy dus in het Dorp van de Vaert moest het Lyf te vallen gebleven, en er niet moest uitgetrokken zyn, om de Burgery op "
menso johannes menzo | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
willemina wischhoff | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1784 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
dingena anna knollaert |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.