Kind(eren):
- mogelijk is zijn naamstoevoeging een verwijzing naar Bommel/Zaltbommel..?
In de reeds meermalen aangehaalde oorkonde van 20 mei 1301, een door de hertog van Brabant bekrachtigde beoorkonding van ridder Laurens Volkart inzake een verkoop van een jaarlijkse cijns door zijn broer ridder Jan Volkart aan de abdij Tongerloo worden een aantal personen genoemd. Allereerst zien we een JAN genaamd BAC VAN BOEMALE genoemd worden die minstens twee hoeven te Udenhout in leen van Laurens Volkart hield (als hertogelijk achterleen). Onder de acht getuigen zien we op de vierde en vijfde plek twee gebroeders Herman van Rijt en Arnold Bac, en op de laatste plaats een Walter Bac van Baescot genoemd worden. We mogen er dan ook vanuit gaan dat in 1301 zeker drie Bac takken te onderscheiden vallen: 1. Boemale; 2. Westilborch; 3. Baescot. De onderlinge verwantschap valt met de bekende informatie niet vast te stellen, daar valt alleen maar naar te gissen. Op basis van de volgorde in de getuigenlijst kan gegist worden dat de tak Baescot jonger was dan die van Westilborch en dat Herman van Rijt ouder was dan broer Arnold Bac.
In 1301 zien we een JAN genaamd BAC VAN BOEMALE genoemd worden als leenman van ridder Laurens Volkart voor twee hoeven in Udenhout. Zijn waarschijnlijke zonen Walter genaamd Bac van Bomale en Ghiselbert zien we enkele jaren later in 1309 als borg optreden voor (hun neef) Willem van Broechoven. Genoemde Walter blijkt later een gelijknamige zoon Walter jr. te hebben die zich vanaf 1322 naar zijn Belgische woonplaats Westerlo noemt. We zien hem in 1322 in Tongerlo handelend optreden ten behoeve van de jonkvrouwen Heilewigis en Inghelbergis van Tilborch, zussen van abt Hubert (zie Erens dl.III, nr.610 7 januari 1322). In 1325 wordt hij aangeduid als zaakvoerder van abt Hubert, inzake de eerdere handeling in 1322 (zie Erens dl.III, nr.645 20 juni 1325).
bron: Terug naar de Bac-ermat 2022 (Hans Vogels)
Jan Bac van Bomale | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.