In het register der weesakten van de weeskamer van Kattendijke is d.d. 16 september 1780 een
weesakte ingeschreven betreffende de kinderen van haar vader Pieter Cornelisse van Boven, na het
overlijden van zijn vrouw Ida Paulusse Baas. De kinderen zijn Cornelis Pieterse, oud 9 jaar,
"Joanna" Pieterse, oud 7 jaar en Elena Pieterse, oud 4 jaar. Tot voogd wordt benoemd de broer van
de overleden moeder Jacobus Paulusse Baas. Op 12 september 1794 betalen "Joanna van Boven" en
"Jan Cijs" trouwgeld te 's-Gravenpolder; aangenomen wordt, dat "Jan Cijs", boerenknecht "Marinus
Cornelisse Sijs" moet zijn; voor de kinderen uit het huwelijk wordt de achternaam "Versies"
gebruikt. Tussen 14 april 1797 en 20 maart 1799 worden Marinus Kornelisse Sijs en Johanna
Pieterse van Boven als lidmaten ingeschreven te Hoedekenskerke, komende uit Kloetinge. In de
lidmatenlijst van 1806 komen zij niet meer voor [404]. Woont in 1811 in Goes, komende sinds 1805
van Wemeldinge; zij woont met haar echtgenoot Cornelis Kopmels in hetzelfde huis (wijk en nr
ontbreken); tevens wonen in het huis 3 kinderen: "Ida Versies", "Lena Versies" en "Maria
Kopmels"; dit betreft Ida Marinusse Versies en Lena Marinusse Versies, kinderen uit haar eerste
huwelijk met Marinus Kornelisse Sijs [90]. Johanna Pieterse van Boven overlijdt op dezelfde dag
als haar tweede man Cornelis Kopmels [194].
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.