Geboorte Hendrik Antoon Lorentz, 18-07-1853
Aktenummer:
384
Akteplaats:
Arnhem
Geboortedatum:
18-07-1853
Geboorteplaats:
Arnhem
Kind:
Hendrik Antoon Lorentz
Moeder:
Geertruida van Ginkel
Vader:
Gerrit Frederik Lorentz
Aktesoort:
Normaal
Toegangsnummer:
0207 Burgerlijke stand Gelderland
Inventarisnummer:
67
Hij is getrouwd met Aletta Catharina Kaiser.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1881, hij was toen 27 jaar oud.
Kind(eren):
Jonge jaren
Lorentz kwam uit een familie van bemiddelde tuinders in Arnhem. Zijn vader was Gerrit Frederik Lorentz (1822 – 1893) en zijn moeder Geertruida van Ginkel (1826 – 1861). Na de dood van zijn moeder in 1861 hertrouwde zijn vader met Luberta Hupkes. Naafloop van de lagere school ging hij in 1866 meteen naar de derde klas van de nieuwe HBS aldaar. Hij had hoge cijfers, niet alleen voor exacte vakken, maar ook voor talen. Lorentz sprak vloeiend Engels, Frans en Duits, wat hem bij zijn vele internationale contacten goed van pas kwam. Met een HBS-diploma kon Lorentz niet naar de universiteit, dus deed hij staatsexamen in Latijn en Grieks, alvorens in 1870 aan de Rijksuniversiteit Leiden wis-, natuur- en sterrenkunde te gaan studeren bij onder meer de hoogleraren Pieter van Geer, Pieter Rijke en Frederik Kaiser. Al in 1872 keerde Lorentz naar zijn geboorteplaats terug om thuis verder te studeren. Tot 1878 gaf hij in Arnhem les aan de plaatselijke avondschool. Op 11 december 1875 promoveerde Lorentz op het proefschrift "Over de theorie der terugkaatsing en breking van het licht". Hierin verklaarde hij deze verschijnselen voor het eerst vanuit de elektromagnetische theorie van James Maxwell in de interpretatie van Helmholtz.
In 1881 trouwde Lorentz met Aletta Kaiser, een nicht van de sterrenkundige Frederik Kaiser en dochter van J.W. Kaiser, de directeur van het latere Rijksmuseum. Ze kregen twee dochters en een zoon. De oudste dochter Geertruida Luberta studeerde natuurkunde te Leiden, waar zij bij haar vader promoveerde in 1912.
[bewerken] Hoogleraar in Leiden
In 1877 beriep de Universiteit Utrecht hem als hoogleraar wiskunde, maar Lorentz sloeg dit aanbod af: hij dacht privaatdocent aan de universiteit van Leiden te kunnen worden. Door de nieuwe Wet op het Hoger Onderwijs werd naast de leerstoel van professor Rijke een tweede in de natuurkunde ingesteld. Omdat J.D. van der Waals zijn benoeming aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam aannam, kwam Lorentz in aanmerking. Zo werd hij in 1878, als een van de eersten in Europa, tot hoogleraar in hetnieuwe afzonderlijke vak theoretische natuurkunde benoemd aan de Rijksuniversiteit Leiden. Op 25 januari 1878 hield hij zijn inaugurele rede: "De moleculaire theorieën in de natuurkunde". Hij was toen pas 24 jaar oud. De rest van zijn leven zou hij aan deze universiteit verbonden blijven. Hij gaf colleges natuurkunde aan onder meer natuur- en geneeskundestudenten en schreef een aantal leerboeken. Ook richtte hij een laboratorium voor studenten in. Toen zijn collega experimentele natuurkundeKamerlingh Onnes door zwakke gezondheid colleges moest opgeven, nam Lorentz die van hem over.
Van zijn vijfentwintig promovendi werden vooral Leonard Ornstein (promotie 1908 over Gibbs' statistische thermodynamica) en Adriaan Fokker (promotie 1913 over Brownse beweging) bekend.
Einstein en Lorentz in Leiden.
[bewerken] Internationale erkenning
Vanaf 1900 werd hij internationaal bekend in de wetenschappelijke wereld. In 1902 won hij met Pieter Zeeman de Nobelprijs voor de Natuurkunde - zie onder. In 1906 gaf hij gastcolleges aan de Columbia University te New York, die in druk zeer bekend werden als The theory of Electrons and its applications to the problems of light and radiant heat. Later, in de jaren 20, deed hij op drie tournees diverse Amerikaanse universiteiten aan als gastdocent. Vanaf 1910 was hij organisator en voorzitter van baanbrekende Solvayconferenties over onder meer vroege kwantummechanica met Marie Curie, Albert Einstein, Max Planck, Ernest Rutherford en vele anderen. In 1923 aanvaardde hij de benoeming door de Volkenbond tot secretaris van de Commission internationale de cooperation intellectuelle, onder voorzitterschap van de Franse filosoof Henri Bergson. In 1925 werd Lorentz voorzitter. Hij zette zich in als verzoener voor het samenbrengen van onderzoekers uit de landen die elkaar na de Eerste Wereldoorlog boycotten. In Nederland werkte Lorentz in 1918 mee aan de oprichting van een voorloper van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek.
[bewerken] Maatschappelijk actief
Politiek was Lorentz actief binnen de Vrijzinnig Democratische Bond, terwijl de sociale kwestie en de volksopvoeding zijn levendige belangstelling hadden: in 1910 werd op zijn initiatief de eerste openbare bibliotheek van Leiden gesticht. Hij gaf graag populaire lezingen over natuurkunde voor belangstellenden.
Lorentz was voorzitter van de Onderwijsraad, afdeling hoger onderwijs van 1921 tot 1926, en drukte zijn stempel op de verdeling van leerstoelen en het nieuwe Academisch Statuut. Voor zijn internationale rol als verzoener was het voorzitterschap (1906-1921) van de sectie natuurkunde van de Akademie van Wetenschappen van belang.
[bewerken] Buitengewoon hoogleraar en conservator
In 1912 ging Lorentz vervroegd met emeritaat als gewoon hoogleraar. Hij werd conservator bij Teylers Stichting in Haarlem. Wel bleef hij, nu als buitengewoon hoogleraar, zijn "maandagochtendcolleges" geven in Leiden. Paul Ehrenfest volgde hem op als gewoon hoogleraar theoretische natuurkunde, en stichtte het instituut voor theoretische natuurkunde, dat nu het Instituut-Lorentz heet.
Vanaf 1920 trad Lorentz ook op als secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem.
[bewerken] Staatscommissie Zuiderzee
De naar Lorentz genoemde sluizen bij Kornwerderzand
Na zijn emeritaat werkte hij van 1918 tot 1926 mee aan plannen voor de drooglegging van de Zuiderzee. Hij stelde de golfvergelijking op, waarmee de waterhoogtes - en daarmee benodigde dijkhoogtes - na afsluiting door de Afsluitdijk voorspeld kondenworden. Hij leidde de Staatscommissie Zuiderzee (ook wel "Commissie Lorentz" genoemd). Lorentz stelde voor het probleem van de waterhoogten op te lossen met numerieke wiskunde. De bewegingsvergelijkingen voor water moesten opgelost worden voor de geulen. Het werk van deze commissie is van grote betekenis geweest voor het waterloopkundig onderzoek in Nederland. Na voltooiing van de Afsluitdijk in 1933 bleken de voorspellingen van de commissie juist. De Lorentzsluizen zijn naar hem vernoemd.
[bewerken] Laatste jaren
Tot op het eind van zijn leven stelde Lorentz collega's niet teleur als deze benieuwd waren "wat Lorentz er van vond". Op 4 februari 1928 overleed hij op 74-jarige leeftijd aan een belroosinfectie met koortsaanvallen.
WIKIpedia
Hendrik Antoon Lorentz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1881 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aletta Catharina Kaiser |