Kind(eren):
1373
Vermelding van de Passartz-hof bij Süchteln (later Krakenhof).
1379 april 1
Henricus van Blitterswyck genaamd Passart, knape, verklaart voor schepenen van (Keuls) Kempen zijn verwant Arnold van Laxdunck 40 mark kempens schuldig te zijn.
1379 juli 2
Samen genoemd als getuigen: Sybrecht en Henrick van Blitterswic, gebroeders.
1379
Heinrick van Blytterswick oorkondt niemand anders, ook de inwoners niet, schade te doen die de andere (helft van de heerlijkheid) Well zal verwerven, die vroeger aan die van Baerle en Myrlar behoorde. Als hij gemeentegrond verkoopt of schatting oplegt, zal hij dat doen samen met Salentijn van Arendaill of diens gemachtigde, die het deel bezit van Willem van Baerle. De inkomsten zullen gedeeld worden; mocht twist ontstaan, dan zal oorkonder naar Broickhussen rijden of een man met paard in herberg zenden, indien Salentijn daarom vraagt. Medezegelaars: Johan van Broickhusen Segerszoon, ridder, en Sybrecht van Blitterswyck, broer van de oorkonder.
1390
Vetebrief aan de stad Keulen van o.a. Hendrik van Blitterswijck, Jordan van. Pellant, Willem van Hoenselaer heer Peterszoon, Willem en Mathijs van Kessel Janszonen, gebroeders, Emont van Kessel, Gerhard van Merwijck te Weeze en Gerhard van Eyll als helpers van Hendrik van der Beke.
Hendrik Van Blitterswyck was de eerste van zijn geslacht die ook "Passart" werd genoemd, vermoedelijk vanwege het in bezit raken van het leengoed Passartz-hof te Süchteln, in 1373 genoemd. De familienaam "Passart" duikt in de volgende generaties steeds weer op, soms in combinatie met de oorspronkelijke familienaam "Van Blitterswyck", en Hendrik Van Blitterswyck gen. Passart lijkt de stamvader te zijn.