De inwoners van Ane lieten hun kinderen dopen in Hardenberg. Zijn doopinschrijving is echter in 1708 verbrand:"1708 Den agsten meij is deese stadt ten enemaal afgebrant door een oude vrouwe genaamt Aeltje Kraak, alias Otten, en niets gebleven als het huijs van de weduwe Krols, de kerke en schole etc., in welke tijdt ook het trouw- en doopboek weggeraakt sijn"
Hij is getrouwd met Jennichjen Hendriksen.
Ze zijn in de kerk getrouwd in het jaar 1673 te Heemse.Bron 1
"Jan Reinders nagel[atene]. soone van sal[i]g[er]. Reijnert Jansen en Jennichjen Hendriksen nagel. dgr. van salg. Hendrik Hermsen beijde tot Ane."
Kind(eren):
Hobers
In Salland in het buurtschap Ane ligt al eeuwenlang 't erve Hobers. Het is in deze streek de gewoonte dat de bewoners van een boerderij de boerderijnaam als achternaam gebruiken. Dat geldt als je er geboren wordt, maar ook als je er introuwt. Dat betekent echter ook dat je de naam (meestal) niet meer gebruikt als je de boerderij verlaat en dan het patroniem (vaders naam) gebruikt. Jans vader Reijnder Jans Hobers moest 't erve Hobers verlaten, omdat hij niet de oudste zoon was en dus niet als boer op 't erve kon blijven. Daarmee verdwijnt de achternaam Hobers in deze tak.
Testament van tante Geesje Jans Hobers
Jans vader Reijnder Jans Hobers is geboren en opgegroeid op 't erve Hobers in Ane, samen met zijn broers en zus Geesje. Deze Geesje Jans Hobers vertrekt omstreeks 1638 van 't erve Hobers naar Amsterdam, waar ze een vermogen opbouwt met de verhuur van huizen, kamertjes en kelders in de Jordaan.
Geesje is 82 (!) jaar oud als ze in 1702 haar testament opstelt en alle namen van haar erfgenamen aan notaris 'Slijck' dicteert. Geesje benoemt neven en nichten van de Hobers-kant en hun kinderen tot haar erfgenamen. Het overgrote deel van haar (achter)neven en nichten heeft ze nooit gezien en van een aantal kent ze de namen dan ook niet; ze zijn in Ane en omgeving geboren nadat Geesje naar Amsterdam vertrok. Dankzij dit testament weten we nu wel van het bestaan van Jan Reijndertse en zijn broers in relatie tot de familie Hobers. Ook Jans kinderen delen in de erfenis van hun oudtante:" ... Lijsbet Jans, hendrick Jans en Grietje Jans woonende in overijsel kinderen van Jan Reijndertse
mitsgaders alle de kinderen van wigbert Reijndertse in Overijsel dewelcke sij testatrice verklaarde bij naamen niet te kunnen noemen, woonende mede in overijsel
Noch de kinderen van Egbert Reijndertse die sij mede niet kan noemen woonende int wester drent
mitsgaders de kinderen van hermen Reijndertse die sij mede niet kan noemen woonen[de] in Ov[er]ijsel
en eyndelijk de kinderen van Hend[rick] Reijndertse
(bovengen[oemd] erffgen[amen] sij testatrice oud meuje staat)
en dat alle hooft voor hooft en yder van hun overlijden van de testatrice in levende lijve sullen sijn, ..."
Quitantie
In 1704 reist een grote groep familieleden uit Ane en omgeving naar het verre Amsterdam voor de afhandeling van de erfenis. Als bewijs dat ze accoord gaan voor de correcte beschrijving en verdeling van de erfenis tekenen ze een "Quitantie". Opvallend is dat Wigbolt Reijnders daar niet bij is.
Uit een "Quitantie" die in 1704 door een aantal Hobers-en uit Ane in Amsterdam wordt getekend, blijkt dat tante Geesje
aan de 'Credit' kant 11.834 gulden aan bezittingen heeft. Als de notaris daar de 5480 gulden, 12 stuivers en 10 duiten aan de 'Debet' zijde aftrekt, blijft er nog 6353 gulden 7 stuijvers en 10 duiten over om te verdelen onder de erfgenamen. Een vermogen in die tijd, zeker voor de keuterboeren in Ane en omgeving. De erfenis wordt uitgekeerd in 1704.
De transcriptie van dit testament, de complete beschrijving van haar bezittingen en de afrekening ("Quitantie") met de familie Hobers in Ane staat bij Geesje Jans.
Jan Reijndertse (Hobers) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1673 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||