getuigen: Nicolaus Ivo en Margarita Ivorocesverbalenboek 1870 Johanna Catharina Quinten zelfmoord (3).JPG/GDPim$]
Proces Verbaal
Op heden den veertienden february eenduizend acht-
honderd en Zeventig is voor ons Burgemeester der ge-
meente Reusel, Provincie Noord brabant, verschenen
Christiaan Dirkx, oud acht en dertig jaren, van beroep
landbouwer wonende te Reusel, welke ons heeft ver-
klaard dat Johanna Catharina Quinten, oud twee en
vijftig jaren, weduwe Peter Dirkx, landbouwster te
Reusel Zich heden morgen had opgehangen, daarop
heb ik Burgemeester onmiddellijk den veldwachter naar
Hanrie Schoenmakers, Genees- Heel en verloskundige
te Bladel gezonden met Kennisgeving van het voorge-
vallene en tevens verzocht om onmiddellijk over te komen,
hij is heden morgen circa elf ure bij mij aangekomen,
daarna hebben wij ons oogenblikkelijk naar de woning
van bovengenoemde weduwe begeven, daar gekomen zijn-
de hebben wij aan Johanna Dirkx, oud Zestien jaren,
dochter van gemelde weduwe, gevraagd omtrent het
gebeurde, welke ons verklaarde dat zij bij hare moeder
sliep en hede morgen circa Zeven uren merkte
dat hare moeder, Zonder haar wakker gemaakt te
hebben, was opgestaan, dat Zij daarop onmiddellijk
opstond en licht aanmaakte en haar Broeder Johannes
Dirkx, oud negentien jaren, wakker maakte, dat Zij
toen samen den stal in gingen en hunne moeder daar
aan eene touw vonden hangen, dat Zij Zeer verschrikt waren
en de buren riepen die onmiddellijk Kwamen, het touw los
maakte en hunne moeder op bed legde.
Daar hebben wij het lijk van gemelde persone geschouwd
en bevonden dat Zij een diep ingedrukte streep om den
hals had, blijkbaar voortgebragt door een met kracht
samengesnoerde Koord of ander ligchaam, Zoodat wij niet
hebben Kunnen opmerken dat genoemde weduwe anders dan
door Zelfophanging het leven verloren heeft.
Volgens verklaring van Johanna Dirkx, bovengenoemd,
was hare moeder de laats voorafgaande acht dagen alsof
Zij eenig Zins kinds was geworden, deze en de vorige ge-
zegden van genoemde Johanna Dirkx hebben ons ook de
Buren verklaard, Zoodat deze Zelfmoord aan Kindsge-
wordenheid of afwisselend verstand toeteschrijven schijnt
te zijn.
En heb ik Burgemeester dit verbaal opge-
maakt op den eed bij aanvang mijner bediening afge-
legd, en op datum in het hoofd dezer vermeld.
De Burgemeester.
Op de eerste pagina staat in de ondermarge:
De Heere Officier van Justitie
bij de Regtbank
Eindhoven.
(Daarheen is blijkbaar een brief met dit proces-verbaal gestuurd)
Bron:
Procesverbalenboek van Jan Imants, veldwachter Reusel 1864-1912,
Heemkunde Werkgroep Reusel.
Een dag na de zelfmoord gaf de veldwachter het overlijden aan bij de Burgerlijke Stand.
Hij is getrouwd met Johanna Catharina Quinten.
Zij zijn getrouwd op 8 juli 1847 te Reusel, Noord-Brabant, Nederland , hij was toen 27 jaar oud.Bron 4
Ze zijn in de kerk getrouwd op 10 juli 1847 te Reusel, Noord-Brabant, Nederland , hij was toen 27 jaar oud.Bron 24Kind(eren):
Zie ook het verhaal "Arnoldus en Petrus Dirkx lid van de gemeenteraad in Reusel tussen 1811 en 1867" op de startpagina van de Stamboom Donders-Antonis op de website GenealogieOnline. Petrus wordt in oktober 1851 gekozen tot lid van de Gemeenteraad van Reusel, hetgeen hij blijft tot zijn overlijden. Nog begin september 1867 (twee maanden voor zijn dood) wordt hij herkozen als wethouder.
Peter Dirkx | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1847 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Catharina Quinten |
Proces Verbaal
Op heden den veertienden february eenduizend acht-
honderd en Zeventig is voor ons Burgemeester der ge-
meente Reusel, Provincie Noord brabant, verschenen
Christiaan Dirkx, oud acht en dertig jaren, van beroep
landbouwer wonende te Reusel, welke ons heeft ver-
klaard dat Johanna Catharina Quinten, oud twee en
vijftig jaren, weduwe Peter Dirkx, landbouwster te
Reusel Zich heden morgen had opgehangen, daarop
heb ik Burgemeester onmiddellijk den veldwachter naar
Hanrie Schoenmakers, Genees- Heel en verloskundige
te Bladel gezonden met Kennisgeving van het voorge-
vallene en tevens verzocht om onmiddellijk over te komen,
hij is heden morgen circa elf ure bij mij aangekomen,
daarna hebben wij ons oogenblikkelijk naar de woning
van bovengenoemde weduwe begeven, daar gekomen zijn-
de hebben wij aan Johanna Dirkx, oud Zestien jaren,
dochter van gemelde weduwe, gevraagd omtrent het
gebeurde, welke ons verklaarde dat zij bij hare moeder
sliep en hede morgen circa Zeven uren merkte
dat hare moeder, Zonder haar wakker gemaakt te
hebben, was opgestaan, dat Zij daarop onmiddellijk
opstond en licht aanmaakte en haar Broeder Johannes
Dirkx, oud negentien jaren, wakker maakte, dat Zij
toen samen den stal in gingen en hunne moeder daar
aan eene touw vonden hangen, dat Zij Zeer verschrikt waren
en de buren riepen die onmiddellijk Kwamen, het touw los
maakte en hunne moeder op bed legde.
Daar hebben wij het lijk van gemelde persone geschouwd
en bevonden dat Zij een diep ingedrukte streep om den
hals had, blijkbaar voortgebragt door een met kracht
samengesnoerde Koord of ander ligchaam, Zoodat wij niet
hebben Kunnen opmerken dat genoemde weduwe anders dan
door Zelfophanging het leven verloren heeft.
Volgens verklaring van Johanna Dirkx, bovengenoemd,
was hare moeder de laats voorafgaande acht dagen alsof
Zij eenig Zins kinds was geworden, deze en de vorige ge-
zegden van genoemde Johanna Dirkx hebben ons ook de
Buren verklaard, Zoodat deze Zelfmoord aan Kindsge-
wordenheid of afwisselend verstand toeteschrijven schijnt
te zijn.
En heb ik Burgemeester dit verbaal opge-
maakt op den eed bij aanvang mijner bediening afge-
legd, en op datum in het hoofd dezer vermeld.
De Burgemeester.
Op de eerste pagina staat in de ondermarge:
De Heere Officier van Justitie
bij de Regtbank
Eindhoven.
(Daarheen is blijkbaar een brief met dit proces-verbaal gestuurd)
Deling nalatenschap Peter Ivo en Adriana vd Heijden
op donderdag 11 februari 1847, NA Bladel inv. nr. 50, 1847 akte 33.
Samenvatting: Thijs van der Zanden, Reusel.
Transcript: D. Donders.
[1847 -] 11 februari Verdeling van de nalatenschap van Peter Ivo en Adriana van der Heijden.
1e kavel: Aan Antonie, Jan en Margareta Ivo, weduwe Cornelis Vosters, een boerderij bestaande uit een boerenwoning met hof, erf, bouw en weilanden en heide, groot in het totaal 16 bunder (ha) 23 roeden (a) en 80 ellen (ca) t.w.v. fl 1770.--.
2e kavel: Aan Antonie voor zijn broer Cornelis, winkelier te Antwerpen, een schuldvordering van fl 500.--, aan meubilaire goederen vanuit den boedel fl 90.--, tesamen fl 590.--.
3e kavel: Aan Nicolaas, landbouwer te Arendonk, een schuldvordering van fl 500.--, aan roerende goederen vanuit den boedel fl 90.--, tesamen fl 590.--.
4e kavel: Aan Peter, Maria en Adriana, landbouwers te Reusel, en Helena, dienstmeid te Bladel, en Catharina, huisvrouw van Norbert Meulemans landbouwer te Arendonk, en de kinderen van wijle Mathijs, verwekt bij Catharina Das, een schuldvordering uit de verkoop van vee, bouwgereedschappen en graanen t.w.v. fl 550.--, aan gegreede gelden fl 40.--, tesamen fl 590.--.
5e kavel: Aan Arnoldus, Peter, Petronella en Adriana Dirkx, kinderen van Arnoldus Dirkx verwekt bij wijle Johanna Ivo, een schuldvordering uit de verkoop van vee, bouwgereedschappen en graanen van fl 535.-- en aan gereede gelden fl 55.--, tesamen fl 590.--.
6e kavel: Aan Peter Vosters, arbeider te Turnhout, kind van Simon Vosters en wijle Helena Ivo, roerende goederen en gerede gelden t.w.v. fl 303.-- en een bedrag zijnde het restant eener obligatie uit de nalatenschap van zijn moeder en grootmoeder.
GEDEELTELIJK TRANSCRIPT
(Blz. 1)
Voor Jan Franciscus Cornelis Meijer
notaris, standplaats hebbende te Bladel, Provincie Noord-
Braband, in tegenwoordigheid van de getuigen nagenoemd
compareerden
Antonie Ivo, Jan Ivo en Margareta Ivo, wedu-
we Cornelis Vosters, landbouwers wonende te Reusel, ter
eenre; voornoemde Antonie Ivo alsnog als gevolmagtig-
de van zijnen broeder Cornelis Ivo, winkelier wonende te
Antwerpen, bij onderhandsche procuratie gegeven te
Reuselden vijftienden Januarij dezer jaars dewelke
na door den lasthebbende voor echt te zijn erkent en ten
blijke daarvan door hem benevens ons notaris en ge-
tuigen te zijn geteekend aan deze is vastgehecht en met
deze ter registratie wordt aangeboden ter tweede zijde;
Nicolaas Ivo, landbouwer wonende te Arendonck ter derde
zijde; Peter, Maria en Adriana Ivo landbou-
wers te Reusel , Helena Ivo, dienstmeid, wonende te
Bladel en Catharina Ivo, huisvrouw van ten deze
bijgestaan en gemagtigd door Norbert Meulemans,
landbouwers wonende te Arendonck, kinderen
van wijlen Mathijs Ivo verwekt in huwelijk met
Catharina Das, representerende ten deze hunnen
voornoemden vader, tezame ter vierde zijde; Arnoldus,
Peter, Petronella en Adriana Dirkx, landbouwers wo-
nend te Reusel, kinderen van Arnoldus Dirkx en
wijlen zijne huisvrouw Johanna Ivo representerende
ten deze hunne moeder voornoemd, te zamen ter vijfde
zijde; en eindelijk Peter Vosters, arbeider, wonende
te Turnhout, eenig nagelaten kind van wijlen Simon
Vosters en mede wijlen Helena Ivo representerende
ten deze zijne moeder ter zesde of laatste zijde, alle
aan mij notaris bekend.
Welke comparanten bij deze acte verklaar-
den verdeeld te hebben den boedel en nalatenschap
hunner ouders en grootouders, Peter Ivo en Adri-
ana van der Heijden, beide gewoond hebbende en
overleden te Reusel, de comparanten ter eenre
voor drie achtste en die ter tweede, derde, vierde,
vijfde en zesde zijde ieder voor een achtste part
competerende, en dat bij die scheiding was ten
deel gevallen
De Eerste Kaveling (...)
(Blz. 2)
(...)
De tweede Kaveling (...)
De derde Kaveling (...)
De vierde Kaveling ...…)
De vijfde Kaveling
Aan Arnoldus, Peter, Petronella en Adriana
(Blz. 3)
Dirkx, comparanten ter vijfde zijde, bestaande in
1. Eene schuldvordering ten hunnen laste ter zake
aan door hunne ouders uit den gemeenen boedel
ontvangen vee, bouwgereedschappen en ten
deze roerende goederen en gerede geldenonder voor-
waarde dezelve bij de boedel verevening te zullen
inbrengen ter somma van vijfhonderdvijfender-
tig gulden f 535, 00
2. en in gerede gelden thans nog in den gemee-
nen boedel voor handen eene somma van vijf f 55, 00
en vijftig gulden
Makende te zamen eene somma van
vijfhonderd en negentig gulden f 590, 00
De zesde of laatste Kaveling (...)
Partijen verklaren dat bij hun van de bij deze ver-
deelde vaste goederen geene titels bekend of voorhan-
den zijn en niet te weten dat er overschrijving op de hypo-
theek registers heeft plaats gehad.
Dezelven verklaren verder elkanderen op te dragen
en over te geven noodige regten en aanspraken zij vroeger
op den onverdeelden boedel hadden of zouden hebben
kunnen maken om door ieder hunner in wet-
tigen eigendom te worden bezeten en de inkomsten
daarvan genooten als van alle andere zaken hun in
vrij en wettigen eigendom toebehoorende mits de
verkrijgender eerste kaveling voortaan van de hun ten
deel gevallene vaste goederen betalende de grond en alle
ander lasten waarmede dezelve belast zijn of worden zullen
(Blz. 4)
en te onderhouden wegen en waterleidingen conform
de reglementen en plaatselijke gebruiken te rekenen van
heden.
Ten welkers gevolgs de gemeenschap tusschen
partijen wegens het voorschrevene van nu af op houdt
welke bekennen en verklaren des wegens volkomen vol-
daan te zijn elkanderen vrijwarende voor stoornis alles
onder verband als volgens de wet.
Waarvan acte
Gedaan en verleden ten Raadhuize te Reusel
op heden den elfden Februarij achttienhonderd en zeven en
veertig, in tegenwoordigheid van de Heeren Simon Vosters,
Burgemeester, en Louis Adriaan Vosters, particulier zonder
beroep, beide inwoners dezer gemeente, getuigen, welke
deze minute onmiddellijk na de voorlezing met partijen
en mij notaris hebben geteekend, uitgezonderd Maria
Ivo, Helena Ivo, Catharina Ivo, Adriana Dirkx, welke
verklaren nimmer te hebben kunnen schrijven of teekenen.
(Hierna volgen de handtekeningen en een verklaring van de notaris van de registratie van de akte)
Bladzijde 3 en 4 bevatten de machtiging van Antonie Ivo door zijn broer Cornelis Ivo in Antwerpen, plus de registratie-aantekening daarvan.
Afwikkeling nalatenschap Hendrik (Quinten) Kwinten
op zaterdag 8 september 1860, RHCE, Bladel,
Notaris Meijer inv.nr. 63, akte 1860-91
Samenvatting: M.J.S.M. (Thijs) van der Zanden, Reusel.
Transcriptie: D. Donders
[1860 -] 8 september Deling van de nalatenschap van wijlen Hendrik Quinten tussen Jan Quinten, Elisabeth Quinten gehuwd met Hendrik Tops, Hendrik Vosters gehuwd met Maria Francisca Quinten, Marcelis van der Heijden gehuwd met Cornelia Quinten, Petrus Dirkx gehuwd met Johanna Catharina Quinten, Simon van Gompel weduwnaar van Clara Quinten, mede als voogd over zijn minderjarig kind Wilhelmina, allen ter eene zijde en Jan Vervoort ter andere zijde.
Dat Hendrik Quinten, broeder en behuwd broeder, kinderloos is overleden op 19 februari 1852. Dat hij tot zijn enige erfgename Maria-Anna Weijts, thans huisvrouw van Jan Vervoort, heeft benoemd onder uitdrukkelijke bepaling, dat al hetgeen zij van zijne nalatenschap onvervreemd en onverteert zal nalaten, geërfd zou worden door zijn broeder en zusters en bij vooroverlijden door hunne kinderen.
Dat de roerende goederen door hem nagelaten reeds grotendeels zijn vervreemd, doch dat de onroerende goederen tot zijnen nalatenschap behorende, voornamelijk bestaande uit de helft van de grond, groot 3 bunders 72 roeden en 18 ellen, thans nog door zijne weduw Maria-Anna Weijts worden bezeten.
Zij heeft besloten, omdat er bij haar overlijden niets voor de broer en zusters haren overleden man zou overschieten, dat haar man Jan Vervoort hen een bedrag van f 300.-- zal betalen.
[Transcript:]
Heden den achtsten September achttien honderd zestig compareerden voor Jan Franciscus Cornelis Meyer, Notaris in het Arrondissement Eindhoven, standplaats Bladel, in tegenwoordigheid der getuigen nagenoemd
Jan Quinten, Elisabeth Quinten huisvrouw van ten deze bijgestaan en gemagtigd door Hendrik Tops, Hendrik Vosters in algeheele wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd met Maria Francisca Quinten, Marcelis van der Heijden in algeheele wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd met Cornelia Quinten, Peter Dirkx in algeheele wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd met Johanna Catharina Quinten, en Simon van Gompel, in hoedanigheid van wettige voogd over zijn minderjarig kind, genaamd Wilhelmina, verwekt in echt bij wijle zijne huisvrouw Clara Quinten, en boven genoemde Jan Quinten alnog als toeziende voogd over even genoemd minderjarig kind, tot eene, en Jan Vervoort ter andere zijde, alle landbouwers wonende te Reusel,
Te kennen gevende
Dat Hendrik Quinten broeder en Behuwd broeder van de comparanten ter eene zijde, te Reusel kinderloos is overleden den negenden february achttienhonderd twee en vijftig, bij testament verleden voor mij Notaris en getuigen den zevenden january bevorens, na doode behoorlijk geregistreerd, tot zijne eenige erfgename heeft benoemd zijne huisvrouw Maria-Anna Wijts, thans echtgenoot van den comparant ter andere zijde, onder de uitdrukkelijke bepaling dat al het geen zij van zijne nalatenschap onvervreemd en onvervreemd zou nalaten, geërfd zoude worden door zijnen broeder en zusters en bij vooroverlijden door hunne kinderen,
Dat de roerende goederen door hem nagelaten reeds grootendeels zijn vervreemd en verteerd, doch dat de onroerende goederen tot zijne nalatenschap behoorende, voornamelijk bestaande in de helft van de perceelen gelegen onder Reusel op den kadastralen legger dier gemeente bekend, artikel 488, sectie A nummers 547, 549, 555, 556, 895, 898, 901, 908, 912, sectie C nummer 49, 113, 1147, 1150, 1167, sectie D nummers 637, 670 en 672, groot te zamen in het geheel drie bunders twee en zeventig roeden dertien ellen, thans nog door zijne weduwe Maria-Anna Wijts boven genoemd, worden bezeten,
Dat zij in overweging nemende dat dezelfde Maria Anna Wijts, de comparanten ter eene zijde kan overleven en bovendien volkomen bevoegd en geregtigd is, om gebruik te maken van de magt, om de door wijlen haren echtgenoot Hendrik Quinten nagelatene roerende en onroerende goederen, krachtens diens boven aangehaalde uitersten wilsbeschikking, na willekeur te vervreemden en te verteeren, zoo dat welligt na haar overlijden daarvan niets zal overblijven, zijn overeengekomen deswegens de navolgende schikking aan te gaan,
Mits welke zoo verklaren de comparanten ter eene zijde, zoo voor hun zelve, als voor hunne kinderen, aan den comparant ter andere zijde af te staan, op te dragen en over te geven, gelijk deze zulks aanneemt, alle regt en aanspraak welke zij te eenigertijd krachtens meer gemeld testament op de overgeblevene nalatenschap van wijlen hunnen broeder bovengenoemd, zouden kunnen pretenderen, niets hoegenaamd daarvan uitgezonderd, over al het welk denzelven van heden af als over alle andere zaken hem in wettigen eigendom toebehoorende zal kunnen beschikken,
En dat de comparant ter andere zijde, voor dien afstand in eens af zal betalen eene som van drie honderd gulden, welke betaling bij het verlijden dezes, ten aanzien van mij Notaris en de getuigen, in klinkende munt heeft plaats gehad en waarvoor de comparanten ter eene zijde kwitteren bij deze.
De comparanten in deze zijn aan mij Notaris bekend.
Waarvan acte.
Gedaan en verleden te Bladel ten kantore van mij Notaris, datum als boven, in tegenwoordigheid van Emanuel de Groot en Benjamin de Groot, beide vleeschhouwers wonend alhier, mij bekende getuigen, welke deze minute onmiddellijk na de voorlezing met de comparanten en mij Notaris, geteekend hebben, uitgezonderd Jan Vervoort welke verklaarde nimmer te hebben kunnen schrijven of teekenen.
[Was getekend:]
J. Quinten E. Quinten
H. Tops H. Vosters M. van der Heijden
P. Dirkx S. van Gompel E. de Groot B. de Groot
Meijer Not[aris]
Geregistreerd te Oirschot, den zeventienden September 1800 zestig, deel 47 folio 155 recto, vak 5 twee bladen zonder renvooyen; ontfangen regt f 1.50. 38 opcenten f - 57. Te zamen twee gulden zeven cent
De Ontfanger
[Was getekend:] T.N. vander Stok
f 3.00 x ½ % = f 1.50
38 % f -.57
f 2.07
Deling van de nalatenschap van Petronella Dirkx op dinsdag 21 januari 1873
RHCE, Bladel, Notaris Meijer inv.nr. 76, akte 1873-6
Samenvatting: M.J.S.M. (Thijs) van der Zanden, Reusel.
Transcript: D. Donders.
[1873 -] 21 januari Deling van het gemeenschappelijk bezit aan onroerende goederen gelegen te Reusel, hun nagelaten door hunne zuster en moei der minderjarigen, wijle Peternel Dirkx, op 13 october 1872 overleden. De waarde der gemeenschappelijke goederen bedraagt f 783.-, tussen Arnoldus Dirkx, Gerardus Claasen, gehuwd met Adriana Dirkx, en Marcelis van der Heijden als voogd en Christiaan Dirkx als toeziend voogd over de minderjarige kinderen Johannes, Wilhelmus, Leonardus en Peter Hendricus Dirkx, kinderen van Peter Dirkx en Johanna Quinten, allen landbouwers. Arnoldus krijgt voor een bedrag van f 261.--, evenals Gerardus Claasen gehuwd met Adriana Dirkx, en de kinderen van Petrus Dirkx.
[Transcript:]
Voor mij Jan Franciscus Cornelis Meyer Notaris in het Arrondissement Eindhoven, standplaats Bladel, in tegenwoordigheid van den Edel Achtbaren Heer Meester Antonius Johannes Hubertus van Baar, Regter in het kanton Oirschot, wonende te Oirschot en van de getuigen na genoemd zijn verschenen:
Arnoldus Dirkx ter eene, Gerardus Claasen in algeheele wettelijke gemeenschap van goederen onder de tegenwoordige Nederlandsche wetgeving te Reusel gehuwd met Adriana Dirkx ter tweede en Marcelis van der Heijden in hoedanigheid van voogd en Christiaan Dirkx als toeziende voogd over Johannes Wilhelmus, Leonardus en Peter Hendricus, minderjarige kinderen van wijlen Peter Dirkx en mede wijle Johanna Quinten, alle landbouwers wonende te Reusel.
De welke verklaren in gemeenschap te bezitten de na vermelde onroerende goederen gelegen te Reusel hun nagelaten door hunne zuster en moei der minderjarigen, wijle Peternel Dirkx, gewoond hebbende te Reusel en op de tiende october achttienhonderd twee en zeventig, aldaar ab intestato overleden.
Dat zij tot verdeeling dezer goederen willende overgaan dezelven door beëdigde deskundigen hebben doen schatten en daar te zamen gesteld de volgende massa.
Artikel 1 Een perceel heide bekend bij het kadaster onder
sectie D nummer 281 groot negen en dertig aren
waardig dertig gulden f 30,00
" 2 De helft westwaards afpalend van het perceel
bouw en weiland sectie D nummer 423, groot in
het geheel een hectaar acht aren tachtig
centiaren waardig voor dit gedeelte twee honderd
elf gulden f 211,00
" 3 Een perceeltje heide sectie D nummer 781 groot
vijftien aren op twintig gulden f 20,00
Te zamen twee honderd een en zestig gulden f 261,00
" 4 De wederhelft oostwaards van het perceel bouw
en weiland sectie D nummer 423 groot in het
geheel een hectaar acht aren tachtig centiaren,
waardig twee honderd elf gulden f 211,00
" 5 Een perceeltje hakhout sectie D nummer 593,
groot elf aren waardig vijftig gulden f 50,00
Te zamen twee honderd een en zestig gulden f 261,00
" 6 Een perceel weiland sectie D nummer 433, groot
acht en veertig aren twintig centiaren, waardig
twee honderd een en zestig gulden f 261,00
De waarde van de massa der gemeenschappelijke goederen
bedraagd zeven honderd drie en tachtig gulden f 783,00
Waartoe de deelgenooten ieder voor een derde part geregtigd zijn, voornoemde minderjarige kinderen mede als algeheele erfgenamen bij versterf, van hunne zuster Johanna Cornelia Dirkx, gewoond hebbende te Reusel en aldaar overleden den veertienden November achttienhonderd twee en zeventig, meerdere titels of overschrijving ten kantore der Hypotheken zijn aan partijen niet bekend zoo als zij verklaren bijders.
Tot verdeeling van deze massa overgaande zoo verklaren partijen met overleg, van nagenoemde deskundigen te hebben gemaakt drie loten van gelijke waarde, welke in tegenwoordigheid en onder goedkeuring van den Heer Kanton Regter voornoemd zijn toegescheiden en aanbedeeld, te weten:
Het Eerste Lot
Bestaande in de perceelen in de massa omschreven in de artikels 1, 2 en 3 aan den comparant Arnoldus Dirkx voor de som van twee honderd een en zestig gulden f 261,00
Het tweede Lot
Bestaande in de perceelen in de massa omschreven in de artikels 4 en 5 aan den comparant Gerardus Claasen voor de som van twee honderd een en zestig gulden f 261,00
Het derde Lot
Bestaande in het perceel vermeld in de massa onder artikel 6 aan de comparanten Marcelis van der Heijden en Christiaan Dirkx ten behoeve van de minderjarige Johannes Wilhelmus, Leonardus en Peter Hendricus Dirkx voornoemd voor de som van twee honderd een en zestig gulden f 261,00.
Partijen verklaren dat deze verdeeling tot onderling genoegen is geschied en elkander mitsdien wederkeerig af te staan en over te dragen, gelijk zij aannemen al hetgeen hen hier bij is toegescheiden om hetzelve op heden in gebruik te aanvaarden en daarmede voortaan te handelen naar welgevallen mits de daarop staande belastingen betalende.
Ten welkers gevolge de gemeenschap tusschen partijen ter zake voorschreven van nu af ophoudt, welke bekennen ten dien aanzien volkomen voldaan te zijn, alles onder belofte van vrijwaring en verband als volgens de wet.
En zijn ten deze alnog gecompareerd Adriaan Vermeulen, Peter Johannes Huijbregts en Peter Verspaandonk, alle landbouwers wonende te Reusel, welke als deskundigen op heden voor het Kanton geregt alhier zijn beëedigd en die verklaren, de in deze verdeelde perceelen in gemoede en naar hunne beste kennis te hebben gewaardeerd op de sommen hiervoor uitgedrukt.
De in deze verschijnende personen zijn aan mij Notaris bekend.
Waarvan acte.
Gedaan en verleden te Oirschot in het lokaal der zittingen van het Kanton geregt, heden den een en twintigsten Januarij achttienhonderd drie en zeventig, in tegenwoordigheid van de Heeren Franciscus Hubertus Joossens, griffier van het kanton geregt, en Leonardus van Heck zonder beroep, beide wonende alhier, mij bekende getuigen, welke deze minute onmiddelijk na de voorlezing met de comparanten, den Heer Kantonregter en mij, Notaris, geteekend hebben, uitgezonderd Gerardus Claasen, die verklaard nimmer te hebben kunnen schrijven of teekenen.
[Was getekend:]
A. Dirkx M. van der Heijden C. Dirkx
Adr. Vermeulen P. Huijbregts P. Verspaandonk
A.J.H. van Baar
F.H. Joossens
L. van Heck Meijer Not[aris]
Geregistreerd te Oirschot, den eenendertigsten Januari 1800 drie en zeventig, deel 56 folio 29 verso, vak 1 twee bladen drie renvooien; ontvangen voor recht f 2.40 voor 38 opcenten f 0.91½, samen drie gulden een en dertig en een halven cent
f 3.31½
De Ontvanger
[Was getekend:] Van Weelderen
Samenvatting: M.J.S.M. (Thijs) van der Zanden, Reusel.
Gedeeltelijk transcript: D.F.A. Donders
SAMENVATTEND
[1851 -] 6 november Deeling van de nalatenschap van Leendert Kwinten:
1e Aan Hendrik: 7 bunders (ha) 7 roeden (a) en 36 ellen (ca) grond met een geschatte waarde van fl 600.--, daarbij nog fl 200.-- uit den boedel, tesamen fl 800.--.
2e Aan Jan: 8 bunders 44 roeden en 90 ellen grond geschat op fl 660.--, en een somma van fl 140.-- wegens aan de boedel verschuldigde huren van de boerderij door hem in gebruik, tesamen fl 800.--.
3e Aan Elisabeth: 6 bunders 62 roeden en 30 ellen grond geschat op fl 800.--.
4e Aan Hendrik Vosters: 5 bunders 55 roeden en 71 ellen grond geschat op fl 350.-- en eene som van fl 450.-- uit den boedel genoten en aan inbreng onderworpen, tesamen fl 800.--.
5e Aan Jan Christiaan Leijen: 5 bunders 36 roeden en 50 ellen grond geschat op fl 425.-- en eene somma van fl 375.-- in den boedel genoten en aan inbreng onderworpen, tesamen fl 800.--.
6e Aan Simon van Gompel: 2 bunders 43 roeden en 40 ellen grond, geschat op fl 220.--, en eene somma van fl 580.-- in den boedel genoten en aan inbreng onderworpen, tesamen fl 800.--.
7e Aan Peter Dirkx: 4 bunders 89 roeden en 50 ellen grond, geschat op fl 360.-- en eene somma van fl 440.-- genoten en aan inbreng onderworpen, tesamen fl 800.--.
TRANSCRIPT VAN EEN DEEL VAN DE AKTE:
Op heden den zesden november achttienhonderd een en vijftig, compareerden voor Jan Franciscus Cornelis Meijer, notaris in het arrondissement Eindhoven, standplaats hebbende te Bladel, in tegenwoordigheid der getuigen na genoemd,
Hendrik Kwinten ter eene, Jan Kwinten ter tweede, Elisabeth Kwinten huisvrouw van, ten deze bijgestaan en gemagtigd door Hendrik Tops, ter derde, Hendrik Vosters, in algeheele wettige gemeenschap van goederen gehuwd met Maria Francien Kwinten ter vierde, Jan Christiaan Leijen in algeheele wettige gemeenschap van goederen gehuwd met Cornelia Kwinten ter vijfde, Simon van Gompel in algeheele wettige gemeenschap van goederen gehuwd met Clara Kwinten ter zesde en Peter Dirkx in algeheele wettige gemeenschap van goederen gehuwd met Johanna Catharina Kwinten ter zevende of laatste zijde, alle bouwlieden wonende te Reusel, aan mij notaris bekend,
Te kennen gevende:
Dat zij in gemeenschap bezitten de nalatenschap van wijlen hunnen vader Leendert Kwinten gewoond hebbende en overleden te Reusel en dat zij voornemens zijnde dezen gemeenschappelijken boedel te verdeelen, daarvan hadden gemaakt zeven kavelingen welke met onderling overleg en goed vinden waren toebedeeld, te weten,
De Eerste kaveling (…)
De zevende kaveling
Aan Peter Dirkx, comparant ter zevende zijde, bestaande in de perceelen sectie D nummers 399, 101, 596, 586, en 424, mitsgaders afgepaalde gedeelten in de perceelen sectie A nummer 677, en sectie C nummer 102 en in sectie D nummer 30, groot in het geheel vier bunders negen en tachtig roeden en vijftig ellen, gelegen onder Reusel, door partijen geschat op drie honderd en zestig gulden f 360,00
En eene somma van vier honderd veertig gulden , door den
verkrijger dezer kaveling uit den boedel genooten en aan
inbreng onderworpen f 440,00
Makende te zamen eene somma van acht honderd gulden f 800,00
Partijen verklaren dat hun van de verdeelde goederen geene titels of overschrijving van derzelven bekend zijn.
Dezelven zijn overeengekomen dat indien het blijken mogt de verdeelde goederen wettiglijk met renten, cijnsen of pachten bezwaard mogten wezen, die genen gevestigd op den Molenberg zullen gedragen worden door Jan Kwinten, die op de Heikantse heigoederen door Hendrik Vosters, en die genen gevestigd op de Straatsche goederen door Elisabeth en Hendrik Kwinten, Simon van Gompel, Jan Christiaan Leijen en peter Dirkx, ieder voor een vijfde part.
Voorts dat op de gesplitste perceelen de voorliggende uitweg zal verleenen aan den daarop volgenden eigenaar, en dat indien Michiel van Limpt alleen over het perseel sectie D nummer 425 verkeerd te wegen, hij het hout op den dwarswal zal mogen scharen, terwijl in het tegenovergesteld geval dien wal zal wezen ten voordeele van Peter Dirkx.
Eindelijk zijn partijen overeengekomen dat elk hunner de perceelen hun bij deze scheiding ten deel gevallen bij het passeren dezes in gebruik zullen aanwenden en voortaan daarmede doen en handelen als met alle andere zaken hun in wettigen eigendom toebehorende en zulks met alle voor- en nadeelige regten, usantien en servituten daaraan verbonden.
Ten welkers gevolge de gemeenschap tusschen partijen wegens het voorschrevene van nu af ophoud welke bekennen en verklaren deswegens volkomen voldaan te zijn, alles onder belofte van vrijwaring en verband als volgens de wet.
Waarvan acte,
Gedaan en verleden te Reusel in de vergaderkamer van den gemeente Raad, datum als boven, in tegenwoordigheid van de Heeren Adriaan Louis Vosters, particulier, en Conrad Johan Theodoor Hermsen, Rijks ontvanger, beide inwoners dezer gemeente, getuigen, welke deze minuute onmiddellijk na de voorlezing met partijen en mij Notaris hebben geteekend.
[was getekend:]
H. Kwinten
Jan Kwinten
H. Tops
Eliezabeth Kwinten
H. Vosters
J.C. Leyen
S. van Gompel
P. Dirkx
A.L. Vosters
C.J.Th. Hermsen
J.F.C. Meijer Not(aris)
In hetzelfde boek bevinden zich de registers van trouwen 1811-1842 en begraven 1811-1907.