Getuigen bij de geboorteaangifte van Herman Brinkcate door zijn vader waren Hermannus Visschedijk, oud 50 jaar, wever en Albertus Johannes Hondeveld, oud 24 jaar, spoorwegbeambte, beiden wonende te Stad Delden.
Tijdstip: 21:30
In kost bij G.J.Lohuis
In kost bij J.Wouda
Zuid Afrika
(1) Hij is getrouwd met Katharina Wilhelmina Wouda.
Zij zijn getrouwd op 11 juni 1932 te Hengelo, Overijssel, Nederland , hij was toen 28 jaar oud.Bron 10
(2) Hij is getrouwd met Alida Theodora Omes.
Zij zijn getrouwd op 1 juni 1946 te Randfontein, Transvaal, Zuid Afrika, hij was toen 42 jaar oud.Bron 3
Het echtpaar is in 1971 gescheiden.Bron 3
Oorzaak: Echtscheiding
(3) Hij is getrouwd met Estelle Grove-Mitchell.
Zij zijn getrouwd op 5 april 1972 te Durban, Zuid Afrika, hij was toen 68 jaar oud.Bron 3
Herman diende in 1926 en 1927 bij de marine in Nederlands Oost Indië, eerst in Soerabaja en later in Weltevreden. Hij had de rang van Korporaal-seiner. In 1929 verliet hij de marine en keerde terug naar Hengelo. In 1935 begon hij een eigen zaak aan de Peperkampweg in Delden als electrotechnisch installateur. Waar hij in de Hengelose periode hiervoor gewerkt heeft is niet helemaal helder. Mogelijk bij Stork; in het bevolkinsregister staat hij ingeschreven als radiotechniker.
Herman emigreerde in 1937 naar Zuid Afrika. Daar werkte hij in een goudmijn bij Randfontein
Tegen het einde van 1941 werd Herman weer opgeroepen bij de Nederlandse marine om te dienen in Nederlands Oost Indië. Hij diende op de marinebasis Soerabaja als electricien. Dit was een burger baan.
Op 28 februari 1942 landden de Japanners op Java en 9 maart van dat jaar gaven de verdedigers ( Nederlanders, Britten en Amerikanen) zich over. Voordien hadden ze de meeste installaties op de marinebasis in Soerabaja onklaar gemaakt. Het personeel werd overgebracht naar Tjilatjap aan de zuidkust van Midden-Java, waar het werd ingescheept om te worden geëvacueerd naar Ceylon of Australie. Veel van deze schepen werden beschoten of tot zinken gebracht door de Japanners en een onbekend aantal personen kwam om het leven.
Herman was één van de evacuees en werd naar Colombo gebracht aan boord van de "M.S. Towali". Van daaruit werd hij met het troepenschip S.S."Nieuw Amsterdam" teruggebracht naar Durban in Zuid Afrka. Hij werd toegevoegd aan de Britisch Royal Navy en werkte gedurende de rest van de oorlog op de marinebasis in Simon's Town, Z.A.
Hij werd onderscheiden met het nederlanse "Mobilisatie Oorlogs Kruis 1939-1945" (MOK).
Zijn zoontje was inmiddels overgebracht naar één van de kampementen in Tjimahi, die na de capitulatie van de Japanners nog tot juni 1946 in gebruik bleven als vluchtelingen en evacuatiekamp onder bescherming van Japanse, Britse en Nederlandse militairen. Daar was hij op 24 oktober 1945 uit bevrijd en naar Singapore gebracht in afwachting van evacuatie naar Zuid Afrika. Geholpen door het Zuid Alfrkaanse Rode Kruis lukte het Herman zijn zoon op te sporen en met een militair transport, geregeld door de Britisch Navy vloog hij naar Singapore, waar ze in december 1945 herenigd werden. In Singapore onmoette Herman de verpleegster Lydia Omes, zijn latere vrouw, die ook terug zou keren naar Zuid Afrka en vroeg haar om zijn zoon te begeleiden op de terugreis naar Cape Town, Z.A. Zelf bleef hij achter in Singapore om op oficiëel bericht van het overlijden van zijn vrouw te wachten.
Lydia en de kleine Bob verlieten Signapore per schip in de eerste week van januari 1946. In Ishmaelia, aan de Golf van Aden, werd hun reis nog vertraagd omdat het jongetje ernstig ziek werd, maar op 25 maart 1946 arriveerden ze uiteindelijk toch in Durban.
In 1966 kwam Herman met zijn tweede vrouw naar Nederland. Het was zijn eerste bezoek sinds 1937. Bij zijn ouders thuis aan de Margarethstraat 1 werden ze geïnterviewd door een journalist. Dit interview werd op 6 juli 1966 gepublceerd in het Hengelo's Dagblad.
Herman Brinkcate | ||||||||||||||||||
(1) 1932 | ||||||||||||||||||
Katharina Wilhelmina Wouda | ||||||||||||||||||
(2) 1946 | ||||||||||||||||||
Alida Theodora Omes | ||||||||||||||||||
(3) 1972 | ||||||||||||||||||
Estelle Grove-Mitchell |