Bron: A.R.A., Leenkamer (Lk) 11, fol. 147.
Jonge Willem de Grebber Willemszoon. Op 10 aug. 1349 wordt hij tezamen met zijn broeders Jan Pauw en Melys beleend met ieder 1/3 deel van 11 maden bij de Quade Leek bij Monnikendam.
Bron: Alg. Rijksarchief (A.R.A.), Inv. no. 6461 (Nass. Dom.), fol. 242
1/3 deel van 11 maden bij de Quade Leek bij Monnikendam.
Bron: A.R.A., Lk. 50 (Albrecht 1111), fol. 191
Hij is getrouwd met - ---.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Centraal Bureau voor Genealogie, Jaarboek, deel 16, 1962, blz 55 e.v.
'De Grebber', door Ir. J. G. Kam.
blz 55
De Grebber *)
door IR. J. G. KAM.
Bij het samenstellen van een artikel “) over de afstammelingen van Willem Eggert en de collateurs van de vicary op het St. Catharina altaar in de St. Nicolaas of Oude kerk te Amsterdam kwamen enige de Grebbers en hun nakomelingen te voorschijn, die in de in het IXe Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie opgenomen
genealogie de Grebber ontbreken of onjuist geplaatst zijn en die ik in het navolgende opstel wil trachten de plaats te geven, die hun toekomt.
Mijn uitgangspunt is daarbij de op blz. 23 onder BI sub 2 genoemde jonge Willem de Grebber Willemszoon, die op blz. 26 onder IVbis zijn eigen plaats kreeg.
Dit gedeelte van de genealogie moet er dan volgens mij als volgt uitzien:
IV bis. Jonge Willem de Grebber Willemszoon. Op 10 aug. 1349 wordt hij tezamen met zijn broeders Jan Pauw en Melys beleend met ieder 1/3 deel van 11 maden bij de Quade Leek bij Monnikendam l): 7 nov. 1373 wordt hij genoemd als schout van Catwoude 2); hij moet overleden zijn circa 1382 3).
Kinderen:
1. Willem, volgt V.
2. Jacob, volgt Vbis, zie Jaarboek IX blz. 27.
*) Een gedeeltelijke aanvulling op de geslachtslijst ,,de Grebber‘, zoals deze door de heren Jhr. F. Teding van Berkhout en Mr. J. W. Groesbeek in het IXe Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie werd gepubliceerd.
1) Alg. Rijksarchief (A.R.A.), Inv. no. 6461 (Nass. Dom.), fol. 242.
2) A.R.A., Leenkamer (Lk) 11, fol. 147.
3 ) A.R.A., Lk. 50 (Albrecht 1111), fol. 191.