Kwartierstaat Koudijs-Monne » Arend "Arnt" Pieck (1375-1423)

Persoonlijke gegevens Arend "Arnt" Pieck 

• Roepnaam is Arnt.
• Hij is geboren in het jaar 1375 in Beesd.

  Let op: Leeftijd bij trouwen (??-??-1385) lag beneden de 16 jaar (10).

• Titel: Schildknaap
• Titel: Heer van Tuyl
• Functie vanaf 1400: Rentmeester.
• Functie vanaf 1401: Overste-rentmeester van Gelre.
• Functie vanaf 1401: Raad van hertog Willem I van Gelre.

  ws. Willem III, die in 1402 overleed en werd opgevolgd door Reinald IV; beiden waren ook hertog van Gulik

• Hij is overleden in het jaar 1423, hij was toen 48 jaar oud.
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 10 november 2013.

Gezin van Arend "Arnt" Pieck

Hij is getrouwd met Ida Alards van Diemen.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1385, hij was toen 10 jaar oud.

Kind(eren):

1. Gijsbert Aerntsz "de Goede" Pieck  1400-1436 

Notities over Arend "Arnt" Pieck

In 1402 beleend met het Hoge Huis te Beesd

komt in de akten voor in 1394, 1395, 1400, 11-06-1401, 1403, 1405, 1408-1410, 1412 & 1413, 1420 en in 1423; [b] 99; zegelde zonder haan als helmteken

---------
Uit Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkonden, door Is. An. Nijhoff (1839), derde deel: Willem en Reinald IV
http://books.google.nl/books?id=1wlNAAAAMAAJ&pg=PA323&lpg=PA323&dq=Arnt+Pieck+Willem+I&source=bl&ots=q1qJd1QJxs&sig=WsQLoe1uR_RBVvPoI0ztmCU_f74&hl=nl&sa=X&ei=WfB_UpKCA4XEtAaeloCAAQ&ved=0CEAQ6AEwBA#v=onepage&q=Arnt%20Pieck%20Willem%20I&f=false

No. 338. Jan Steck van Beke doet opdragt van de heerlijkheid Amersooi, alsmede van zijne tienden te Driel, te Rossen en te Herwarden, ten behoeve van den hertog van Gelde.

2 October 1412.

Ich Johan Steck van Beecke heren Wolters soen, knape, doe kont allen luden, mit desen apenen brieue, ende bekenne, dat ich in orkunde der manne van lehen hir na beschreuen, ouermids eynen witlichen coep eynre summen van gelde, die my wail betailt is an gereden getelden gelde, upgedraigen ende vertegen hebbe, updraige ende verthije, in behoiff des hoigebairen durluchtigen vursten, hertogen van Gulich ende van Gelre ende greuen van Zutphen, mijns lieuen genedigen heren, dat slot, borg ende heirlicheit Amersoyen (1), mit hoghegerichte, dechlixgerichte, mit mannen, mit dienstmannen, hoerigeluden, wastijnsige luden, coermuutsche luden, eygenluden, mit hoenre, cappuynen, ganszen, mit renten, mit pachte, mit teenden, mit tijnse, mit gulden, mit yairgulden, mit wijnde, mit watere, wijhere, mit busschen, mit bruecken, mit artlande, mit beemden, mit visscherijen, forefeyten, mit allen opcomingen, mit heiden, mit weiden hoge ende lege, ende mit allen andere goiden ende eruen ende teenden lot der vurscr. heerlicheit van Amersoyen gehorende. Ende hebbe dair up vetegen mit hande ende mit monde, also dat vondenisse der manne hirna beschreuen wijsden, dat ich ende mijn eruen dair af onterft weren ende dair geen recht noch to seggen meer an en hedden, ende raijn genedige here hertoge van Gulich ende van Gelre (2) dair an geerft weren ende hoeren vryen eygen wille dair mede doen mochten. Voirtmeer hebbe ich Johan Steck vurscr. upgedraigen ende vertegen, verthije ende updraige, in behoiff des seluen mijns genedigen heren, hertogen van Gulich ende van Gehe, sijnre eruen ende nacomelingen, mijne teenden lot Dryele, tot Rossem ende tot Herwarden, in alle der maiten, als ich die te hebben, te besitten ende te gebruken plach, also dat mijn lieue genedige here van Gulich ende van Gelre vnrscr. oic sinen vryen eygenen wille mede doen mach, sonder ennich wederseggen. Hir hebben ouer ende an geweest, alse manne van lehen mijns lieuen genedigen heren van Gulich ende van Gelre vurscr., mit namen h. Henrich van Apeltaren here tot Peersingen, ridder, Arnt Pieck, in der tijt ouerste rentmeister der lande van Gelre, ende Willem Pieck, gebruedere, knapen. In orkunde mijns segels, dat ich Johan Steck van Beecke vurscr. an desen apenen brief hebbe gehangen by mijnre rechter wetentheit. Ende omme die meerre vestenisse wille alre punten ende vurwarden vurscr., hebbe ich gebeden heren Henrich van Apeltaren heren tot Peersingen, ridder, Arnt Pieck ende Willem Pieck gebruedere vurscr., dat sy hoer segelen mede willen hangen an desen apenen brieue, in getuichnisse alre saken vurscr. Ende wi Henrich van Apeltaren here tot Peersingen, ridder, Arnt Pieck, in der tijt ouerste rentmeister der lande van Gelre vurscr. ende Willem Pieck, gebrudere, knapen vurscr., omme beden willen Johans Stecken van Beecke vurscr., hebben wy onse segele by segel Johans Stecken vurscr. an desen apenen brief gehangen, in getuychnisse der wairheit alre punten ende vurwarden vurscr. Gegeuen in den jaren onss Heren dusent vierhondert ende twelff, des sonnendages na sente Michaels dach Archangeli.

Naar den oorspronkelijken perkamenten brief, No. 752, aan welken alleen nog de sporen van vier zegels overig zijn.

(1) slot, borgh ende heerlicheit Amersooien
Heer Johan Steck had deze zelfde bezitting, in het jaar 1405, door opdragt van hertog Reinald verkregen. In de toendeswege uitgevaardigde oorkonde, hier voor No. 278, wordt zij met dezelfde woorden, als in dezen brief, omschreven.
(2) Gelre
De woorden 'zijn eruen ende nacomelinge' worden hier ook in het oorspronkelijke gemist.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Arend "Arnt" Pieck?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!