Sweder, heer van Voert en Keppel, zijn vrouw Heilewich, vrouw van Voerst en Keppel, en hun zoon Roderick van Voerst bekennen, dat zij de huisarmen in Zutphen 300 oude gouden schilden schuldig zijn, waarvoor zij 30 schilden jaarlijks losrentezullen opbrengen, te beuren van de 100 pond jaarlijkse rente uit de stadsgruit.
Ghegeven int jaer ons heren MCCC sees ende wufftuch der Dunxtag nae Petri et Pauli apostolorum.
Hij is getrouwd met Heylwich van Zuylen (Of Wesenberge).
Zij zijn getrouwd
Sweder I is getrouwd met Heylwich van Zuylen (of Van Wesenberge). Dit paar krijgt twee zonen: Roderic (II) en Wolter (IV). In 1340 wordt Sweder I genoemd als drost van Zutphen en in 1356 beleent hij zijn neef Derck II van Keppel van Verwoldemet hetgoed Verwolde.
In tegenstelling tot zijn moeder bemoeit Sweder I zich flink met de partijenstrijd tussen de Bronckhorsten en Heekerens.
Oorspronkelijk behoort Sweder I tot de partij der Bronckhorsten, die Eduard in zijn aanspraken steunt. Voor bewezen diensten is de bisschop van Utrecht, Jan van Arkel, hem 10.000 oude schilden schuldig. Als de bisschop hem niet terugbetaalt, wisseltSweder I van kamp. Echter, in 1353 belooft Sweder I aan hertog Reinald III urvede (vrede). In 1355 is Sweder I betrokken bij de landvrede. In 1357 en 1358 treedt hij op als raad van hertog Reinald III en krijgt hij als blijk van vertrouwen goederen bij Didam in leen. Sweder I blijft in het vervolg Reinald III trouw. Misschien speelt hierbij een rol dat de dochter van zijn neef Sweder, heer van Rechteren, in 1245 huwt met Frederik van Heekeren van de Ese, waardoor hij door familiebanden werdgebonden met de partij der Heekerens.
Bij het Gelders-Kleefs verbond van 1359 moet Sweder I opkomen met 10 man te paard.
Als Sweder I bemerkt dat het verbond tussen Reinald III en Eduard wankelt, draagt hij op voorspraak van de bisschop van Keulen zijn stad (oppidum) Keppel op aan de Duitse keizer. Zo verwerft hij zich een machtig beschermheer.
In 1361 treedt Sweder I op als aanvoerder van de partij der Heekeren. Dit geeft de Bronckhorster partij de kans om de sterke buurman aan te pakken. In de slag bij Tiel worden de Heekerens verslagen en Sweder I gevangen genomen. Hij weet snel vrij tekomen. De kersverse hertog Eduard van Gelre begrijpt dat Sweder I een rotte kies midden in zijn net veroverde hertogdom is. De hertog besluit daarom onmiddellijk kasteel Keppel in te nemen, hetgeen na een beleg lukt. Sweder I weet te ontsnappen enverovert later zijn kasteel weer terug.
De perikelen in Gelre zullen zijn oude vijanden in het Oversticht moed hebben gegeven om Sweder I's stamslot in Voorst aan te vallen. Sweder I wacht de aanval niet af. Samen met zijn neef Frederic van Heekeren van de Ese valt hij vanuit diens burchtRechteren de stad Zwolle aan. In de schermutselingen wordt Sweder I korte tijd gevangen gehouden, maar hij weet uit de handen van de Zwollenaren te ontsnappen.
Een alliantie van de steden Zwolle, Deventer en Kampen, bisschop Jan van Arkel en hertog Eduard van Gelre valt het kasteel Voorst aan. Op 29 juli 1362 vangt zij met het beleg aan. Pas op 10 november 1362 moet Sweder I zich overgeven. Zijn stamslot wordt tot de grond toe afgebroken en zal niet meer herbouwd worden. De vernietiging van hun stamslot is een regelrechte belediging en de macht van de heren Van Voorst en Keppel is geknakt.
Moegestreden trekt Sweder I zich terug op kasteel Keppel, waar hij een jaar later overlijdt.
[bron: www.graafschap-middeleeuwen.nl]
Kind(eren):