In 1754, den 12den Junij, ben ik, Lubbert Jans Kreemer, op reys gegaan, in geselschap van Edo Tobias van Eeden, en te Embden gearriveert. ......... Den 1sten Sept. ging ik met neef Edo Tobias van Eeden en dogter Gebke (Kremer) en neef van Maurik met sijn vrou Gebke van Geuns en hare dogter Debora naar Enkhuijzen, alwaar ik den 2den bediende over Eph. IV, 30: Verscheyde duyding van de genade.
Gebke Kremer |