Hij is getrouwd met Nelly van der Goot.
Zij zijn getrouwd op 8 april 1942 te Amsterdam , hij was toen 52 jaar oud.
Vincent Willem van Gogh (Parijs, 31 januari 1890 - Laren (NH), 28 januari 1978) was een Nederlands ingenieur en organisatieadviseur, bekend als de erfgenaam van de schilderijencollectie van zijn oom, de kunstschilder Vincent van Gogh.
Levensloop
Van Gogh werd geboren te Parijs, als zoon van de kunsthandelaar Theo van Gogh en de lerares Johanna Bonger. Zes dagen voor Van Goghs eerste verjaardag overleed zijn vader. Zijn moeder vestigde zich met haar zoontje te Bussum, waar ze hertrouwde met de kunstschilder Johan Cohen Gosschalk. In 1903 verhuisde het gezin naar Amsterdam.
Hoewel Van Gogh opgroeide in een kunstzinnig milieu, zei kunst hem niets. In 1907 begon Van Gogh aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij in 1913 afstudeerde als ingenieur. De rest van zijn leven zou De ingenieur zijn bijnaam blijven. In 1920 richtte hij samen met Ernst Hijmans Nederlands eerste organisatieadviesbureau op, genaamd Organisatie Advies Bureau.[1][2] Zij richtte zich op advies voor bedrijfsorganisatie en metaalbewerking.[3] Een van hun bekendste medewerkers was Berend Willem Berenschot.
Hij trouwde met Josina Wibaut, dochter van Floor Wibaut, met wie hij drie zoons en een dochter kreeg. Zijn oudste zoon, Theodoor, werd op 8 maart 1945 door de Duitsers gefusilleerd wegens zijn activiteiten als verzetsstrijder. Zijn tweede zoon, Johan, is de vader van de cineast en columnist Theo van Gogh (1957-2004). Een tweede huwelijk, met Nelly van der Goot, bleef kinderloos.
Van Gogh overleed enkele jaren later, op 87-jarige leeftijd.
Organisatie-advies werk
Voordat Van Gogh in 1920 met Hijmans het Organisatie Advies Bureau begon, had hij al aardig wat werkervaring opgedaan in binnen- en buitenland. Tijdens zijn studie had hij als vrijwilliger gewerkt bij de scheepswerf Wilton in Rotterdam, de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen in Tilburg, Waggonfabrik Uerdingen in Krefeld in Duitsland, de Engelse staalfabriek Hadfields Limited en de elektromechanicafabriek ACEC in Charleroi in België.[4]
Na zijn afstuderen begon hij in 1913 in Spanje als toezichthouder bij de bouw van een waterkrachtcentrale in de Pyreneeën, in opdracht van een Nederlandse investeringsbank. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij in Amerika bij een technisch inkoopbureau in New York en San Francisco[4], waarbij hij ervaring opdeed met de theorie en praktijk van het scientific management.[5] In 1918 werkte hij voor het inkoopbureau in Japan, en het jaar erop terug in New York bij een metaalgieterij, waarbij hij de opdracht kreeg een nieuwe fabriek in te richten.
Als partner in het Organisatie Advies Bureau werkte Van Gogh veelal voor overheidsinstanties en af en toe ook voor het bedrijfsleven. In 1933 viel het bureau uiteen, waarna Van Gogh zijn eigen adviespraktijk opzette. In de opvolgende jaren ging hij zich echter steeds meer bezighouden met de kunstverzameling en het promoten van Vincent van Gogh's werk.
Van Gogh Museum
Van Gogh hield de kunstverzameling die hij na de dood van zijn moeder in 1925 had geërfd bij elkaar, al leende hij schilderijen van Vincent van Gogh uit aan diverse musea. Zijn interesse in de verzameling nam na de oorlog toe, en hij begon te denken over een museum dat geheel aan de werken van zijn oom zou zijn gewijd.
In 1960 richtte hij de Vincent van Gogh Stichting op met als doel de collectie bijeen te houden en onder te brengen in een nog te bouwen museum. Het bestuur van de stichting bestond uit zijn tweede vrouw, zijn drie nog levende kinderen, een vertegenwoordiger van de Nederlandse regering en hijzelf. Op 21 juli 1962 werd een overeenkomst ondertekend tussen de Staat der Nederlanden en de Vincent van Gogh Stichting. De familie droeg voor 15 miljoen gulden de gehele verzameling, bestaande uit 200 schilderijen van Vincent van Gogh en Paul Gauguin, 400 tekeningen, en alle brieven van Vincent, over aan de staat.
Hiermee werd de grondslag gelegd voor het Amsterdamse Van Gogh Museum, dat op 2 juni 1973 werd geopend.
Publicaties
1930. Tien jaren organisatiewerk : herdrukken van publicaties van Ernst Hymans, V.W. van Gogh, J. Rentenaar, leden van het Raadgevend Bureau voor organisatie. Met Ernst Hijmans en J. Rentenaar. Purmerend : Muusses
1932. Onderzoek van den arbeid in het zilversmidsbedrijf te Schoonhoven. Stichting Economisch Instituut voor den Middenstand.
1935. Bedrijfsorganisatie. Leiden : Handelswetenschappelijke Bibliotheek.
1947. Vincent van Gogh : tekeningen uit de verzameling van Ir. V. W. van Gogh, Museum Boymans Rotterdam, juli-augustus 1947. Rotterdam : Van Waesberge Hoogewerff & Richards N.V.
1953. De verzameling van Theo van Gogh : met uitzondering van de werken van zijn broer Vincent. Amsterdam : Stedelijk Museum.
1968. Vincent van Gogh : schilderijen en tekeningen : een keuze uit de verzameling van de Vincent van Gogh Stichting. Amsterdam : 't Lanthuys.
Vincent Willem van Gogh | ||||||||||||||||||
1942 | ||||||||||||||||||
Nelly van der Goot |
Toegevoegd via een Instant Discovery™
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: de Kok Web Site
Familiestamboom: 180012022-3
<p>The Bryan Times<br />Publicatie: Bryan, Williams County, OH, USA<br />Datum: 10 feb 1978<br />Periodiciteit: Weekly<br />Tekst: "...THE HAGUE. Netherlands (UPI; Vincent van Gogh. 87, a nephew of the famous Duich painter and chairman of lhe Vincent van Gogh foundation, has died The eldest son of Theo van Gogh, the artist's brother, he...number of letters written by the painter to hls brother, and some contemporary paintings The Vincent van Gogh Foundation wos formed ln largely through the nephew's work and hc became Ita pc CHICAGO (UPI..."</p>
Voordat essentiële gegevens werden geregistreerd door stads-, county-, of staatsregeringen, publiceerden plaatselijke nieuwsbladen vaak artikelen, die deze gebeurtenissen vermeldden met of zonder details. Overlijdensberichten bevatten belangrijke en geografische informatie over de overledene, ook over zijn of haar familie en verwanten.
Society pagina's begonnen als een methode om lezers te lokken met roddelpraat en nieuws over rijke en beroemde mensen, maar gingen al snel berichten over het wel en wee van gewone burgers. Een ongelooflijke hoeveelheid informatie kan gevonden worden in deze society pagina's of katernen, over schijnbaar alledaagse berichten en verslagen van gebeurtenissen als feestjes, wisseling van werk, ziekenhuis verblijf, en bezoeken van vrienden en verwanten. Deze pagina's zijn een bron van historische gebeurtenissen, die onwaarschijnlijk in andere in andere records bestaan.
Reportage en compleetheid in deze collectie variëren per krant.
Vincent Willem VAN GOGH<br>Geboorte: 31 jan 1890<br>Vader: Theodore VAN GOGH<br>Moeder: Johanna Gezina BONGER
De Filae Familiestambomen kunnen op www.filae.com gevonden worden. Filae is het eigendom van en wordt gerund door MyHeritage.
Vincent Willem Van Gogh<br>Geslacht: Man<br>Geboorte: 31 jan 1890 - Paris, France<br>Leeftijd: 26<br>Concept registratie: 1918 - New York City, New York, United States<br>Nationaliteit: Holland<br>Taal: English<br>Bron: Draft Registration Cards
Toen de Verenigde Staten de oorlog verklaarden aan het Duitse Keizerrijk op 6 April 1917 bestond haar leger uit ongeveer 100.000 man met nog 115.000 nationale garde eenheden. President Wilson zette onmiddellijk het departement van oorlog aan het werk om de capaciteit van het leger te verhogen naar één miljoen-man. Echter zes weken na het begin van de oorlog hadden zich slechts 73.000 nieuwe rekruten vrijwillig aangemeld voor militaire dienst.
Militaire planners en politieke leiders hadden goed geanticipeerd op de algemene apathie binnen de natie voor de oorlogsinspanning bij het begin van de oorlog en begonnen zodra de oorlog was verklaard in het Amerikaanse Congres bijgewerkt dienstplicht wetgeving uit te vaardigen. Het Congres keurde de Selective Service Act goed op 18 mei 1917. Deze wet machtigde de federale regering om een nationaal leger samen te stellen door middel van verplichte aanmelding.
Deze eerste Selective Service Act vereiste alle mannen in de leeftijd van 21 tot 30 zich te laten registreren. In augustus 1918 paste het Congres op het verzoek van het ministerie van oorlog de wet aan om het leeftijdsbereik van alle mannen van 18 tot en met 45 jaar te brengen.
Drie specifieke registraties werden uitgevoerd:
- 5 juni 1917. Deze eerste registratie was bedoeld voor mannen in de leeftijd van 21 en 31.
- 5 juni 5, 1918. De tweede registratie was voor hen die 21 zijn geworden na 5 juni 1917 en een additionele registratie in deze tweede registratie was gehouden op 24 augustus 1918 voor hen, die na 5 juni 1918 21 jaar oud waren.
- 12 september 1918. De derde en laatste registratie, deze was voor alle mannen in de leeftijd van 18 tot 45 jaar die zich voordien nog niet hadden aangemeld,
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog hadden ongeveer 2 miljoen mannen zich vrijwillig aangemeld voor militaire dienst en 2.8 miljoen anderen waren opgeroepen. Overeenkomstig betekent een oproep-registratie niet dat de persoon uiteindelijk is opgeroepen of vrijwillig in dienst is gegaan.
Het handschrift op de kaart is gewoonlijk dat van een registratie bestuur werknemer meestal de “registreerder” genoemd. Echter, bijna alle kaarten bevatten de handtekening of "merk" in het handschrift van de geregistreerde zelf.