Andries is eerst papiermaker geweest bij zijn vader en later, na het overlijden van zijn vader, alleen op de papiermolen "Klein Hattem". In 1886 heeft hij de molen om laten bouwen tot wasserij: "Mijne fabriek ingericht hebbende voor wasch- en bleekerij, beveel ik mij hiervoor minzaam aan : bleeken door de natuur, nette behandeling, billeke prijzen. A. Koldewijn, bij de Eendracht". Na het overlijden van Andries heeft Rutger van Zeist de wasserij voortgezet. Andries heeft altijd samengewoond met zijn drie ongetrouwde zusters Hestertje (1813-1861), Gijsbertje (1816-1889) en Maria Jacoba (1824-1891).
De papiermolens in de provincies Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg (H. Voorn)
Blz 388: Apeldoorn-Wormingen, De eerste molen op Klein Hattem
Derk Koldewijn is opgevolgd door zijn in 1822 geboren zoon Andries Koldewijn. Volgens de bevolkingsregisters van 1850 en 1860 woonde deze ongehuwde papiermaker in die jaren samen met ongetrouwde zusters Hester, Gijsberta en Maria. In die tijd werd op Klein Hattem pakpaier gemaakt. In maart 1886 zette Koldewijn zijn bedrijf om in een wasserij die, na de dood van Andries Koldewijn in december 1893 werd voortgezet door Rutger van Zeist.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.