Hij is getrouwd met Neeltje Willems Flens.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Notaris Adriaan Wentel 1761-1777
6: 11-2-1771 Gerrit Lambertsz Kolk en Cornelis C: Buijsman: dat zij den 12, 13 of 14 dec 1770 [toen was er een orkaan], geinformeert wierden dat er een schip omtrent de Haaks met man en muijs was verongelukt en dat er veele ledige Rijstvaten en wrakjes van een schip op de Ree drijvende gevonden wierden, soo als sij dienselven dag, ook op de Ree varende hebben gevonden en opgevist, soo als dien dag ook door haare buuren ook veele dito zijn gevonden, sonder eenige reflexie op de merken te hebben geslagen en welke Vaten meerendeelen aan stukkenzijn geslagen en. verbrand-
Jan Winter toesigter op de Eijerlandse Stranden: dat hij den 21-12-1770 tegen den avond met vallend water op de Strand van t Eijerland heeft gevonden 2 doode verdronken menschen, die hij beijde voor Engelsche aanzag en makende ten eerste bij sig selfs uijt de Kledagie op dat de eene de Capiteijn zoude zijn, van het Rijs schip dat een dag 8 of 9 bevorens op de Haaks was gebleven, hebbende dien een witte dunne baaijen broek met een swarte gebreijde dito daar over met 2 zilvere gespen met stale beugels om de beenen, een blaauwe boven en een rood onderbaaijtje, benevens een fijn linnen hempt met Lubben aan, en zilveren gespen met dito beugels op de schoenen en in ider mou van het hempt een paar platte goude knoopjes, hebbende swart eijgen haar op t hooft- En het tweede Lijk (dat maar een weijnig van even gemelde af lag) had een zeijldoekse broek boven een onderbroek, met een onderbaaijtje en een blaauwe dito daarover met een bont hempt aan en Cooperen gespen op de schoenen met ijsere beugels-
Dat hij doen die beijde Lijken hoog op strand heeft gehaald, en de eerst omschrevene het goud en zilver afgenomen en t selve aan de Castelijn of Strandvonder van het Eijerland overhandigt en bekend gemaakt, die ook deselve Lijken daar op sanderen daags, in zijn dep: bij zijn, met een wagen van strand heeft gehaalt en daarmede na het Eijerland is gereden, om deselve aldaar in kisten te leggen en te doen begraven, hebbende hij geen de minste papieren of documenten bij die Lijken bevonden-
Adriaan Kikkert Slands stuurman: dat hij den 22-12-1770 op Eijerland zijnde, den Castelijn of Strandvonder Dekker, aldaar met de wagen heeft sien komen, waarop hij 2 doode Lijken had, die beijde soodanige klederen aan hadden als hier vorene is opgegeven en verklaart dat hij en alle die diestijds op het Eijerland waren, ook de eerst omschreven aanzag voor de Capiteijn van het kortledene op de Haaks verongelukte Rijs schip te zijn, en in wiens hempt hij bij visitatie aan de regter zij bevonden heeft te staan 2 Letters als H:S met blaauwe zijd genaaijt, hebbende zijn eijgen swart haar dat gebonden was, en dat hij dit, en het andere Lijk de 23 dito selfs heeft helpen in de kist leggen en begraven-
Dat hij Adriaan Kikkert vervolgens, door orders van den Req:, als daar van geinformeerd zijnde, het selve Lijk van den vermoeden capiteijn op den 7-2-1771 weder heeft opgegraven en alzoo gemeld is nog bevindende, de Letters H:S uijt de Regter zijde van t fijne Linnen hemt dat het Lijk aanhad, heeft uijtgesnedenen aan den Req: overgegeven-
Eijndelijk verklaarden de 2 eerste dep: dat sij nog met en benevens Leendert Bremer oud grootschipper mede alle op den 7-2 met den Req: zijn geweest op t Eijerland bij het graf waarin het Lijk van den presumtwen Capiteijn begraven lag, en als doen, bij nader opgraving, ook hebben gesien, dat hij de voorschreven klederen nog aan had en dat er een stuk uijt de Regter zijde van het hempt was gesneden, en dat den Req: doen ook nog van deselve afgesneden plaats een stuk uijt dit hempt heeft gesneden om te sien of het op het vorengemelde bij hem ontfangen stuk paste, als mede nog een stuk van zijn broek en baijtjen en verder op zijn borst gesogt na het Turks pas dog niet gevonden en waarna sij het Lijk weder behoorlijk hebben toegestopt en begraven en dat sij ook dien selven dag nog bij het Eijerland hebben gevonden 4 Ledige Rijstvaten op welkers buijk een merk van een o met een x daar door gekrast stond
ten versoeke van Jan Meijer, Schipper, procuratie hebbende van Levin Salomons, schrijvende de weduwe Levie Salomons en Zoonen tot Amsterdam-
68: 21-2-1772 Willem Gomes, Jan Gomes en Gerrit Kolk, Loodsen, OS, bergers van t schip de Friendschap [machtigden] Hendrik van Nieuwburg, Amsterdam
Bron: Irene Maas
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.