Oorzaak: zij was 75 jaar
Zij is getrouwd met Jan I van Duivenvoorde van Polanen Van Zoelen.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
Catharina van Brederode,overleden 28 juni 1372, begraven te Monster; maakte 2 jaar eerder een testament en woonde toen te Rijnsburg. Tr. Jan I van Polanen, overleden op 26 september 1342 en begraven te Monster.
Wordt op 6 december 1305 genoemd als zoon van Philips van Duivenvoorde en 30 maart 1306 als neef van Dirk van den Wale, die hem 17 september 1311 de molen te Voswijc in Monsterambacht schonk. Van zijn vader erfde hij tussen 1307 en 1309 de bezitting Polanen, eveneens gelegen onder Monster. Op 30 maart 132622 pachtte hij de heerlijkheid van de Lek, te weten de ambachten: Krimpen aan de Merwede ( = aan de Lek), Krimpen aan de Yssel, Ouderkerk en Zuidbroek “om 490 pond Hollands, den grote Tornoyse voir achte penninghe gherekent, die hi ghehelic ende al betaeld hevet”.
In 1327 werd hij beleend met Heemskerk en Castricum, hij werd ridder
(1329) en baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en West-Friesland. Op 19 november 1335 verwierf hij Capelle van heer Pieter van der Leek, terwijl hertog Jan 111 van Brabant hem op 9 dec. 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had, voor 28.000 kleine florijnen verpandde. Op 15 januari 1342 beleende graaf Willem IV hem nog met een korentiende en de smaltiende in Poeldijk.
Uit dit huwelijk o.m.: Jan II, volgt Gerard, Dirck, volgt
19 Vermeld met zijn 3 broeders op 25 mei 1344, terwijl zijn oom Willem van Duivenvoorde hem 3 juli 1350 het goed te Berkel, benevens o.a. 100 pond jaarlijks aldaar, ten laste van de grafelijkheid, en de tienden van 8 hoeven moer bij Nootdorp en Pijnacker vermaakte. Op 12 januari 1360 wordt hij ridder genoemd, hij verkoopt dan een rente, groot £l oude grooten jaarlijks uit het land van Breda, aan zijn oudste broeder. Op 1 augustus 1365 vergaf de ruwaard aan de heren Reinoud van Brederode, Gerrit van Polanen, Gerrit de Monic en Willem van Slingeland het doden van Willem Boirt in de volgende bewoordingen:
“ende nemense tot onsen zoenen, ende vrienscap, van alsulker misdaet, als si hadden an Willem Borts doet, ende gheven him onse land weder vrijelic in te wesen, ende hoir goed aen te tasten, ende te ghebruken, als zijt vinden ende hoir was, eer Willem Boirt voirscreven doet ghesleghen wort. Ende onbieden, ende bevelen allen onsen Baliuwen, ende Rechters, dat si se veijlich laten varen in onsen landen, ende hoir goed rustelike late ghebruken, so waert gheleghen is”.
Op 6 augustus 1367 wordt hij genoemd onder de hoogheemraden van Woerden.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.