Il est marié avec Adelheid van Meurs-Saarwerden.
Ils se sont mariés en l'an 1470, il avait 23 ans.
Enfant(s):
De zetel van deze tak was de burcht Oberkail (Kreis Wittlich, Rheinland-Pfalz) Evenals de oudere tak Manderscheid-Schleiden weet deze tak van de familie hun bezittingen via een slimme huwelijkspolitiek uit te breiden. De heerlijkheid Bettingen is één van de eersten. Van 1536 tot 1574 heeft de graaf samen met de heer van Borculo en de heer van Reifferscheid de heerlijkheid Dollendorf in handen. Daarna zijn zij er alleenheerser. Het uitsterven van de oudere tak Manderscheid-Schleiden in 1593 levert slechts weinig op, omdat de bezittingen onder de dochters van Joachim worden verdeeld. Omdat Dirk II met één van die dochters gehuwd is, levert het alleen de heerlijkheid Neuerburg op. Het huwelijk van Philips Dirk met Elizabeth Amalia van Löwenhaupt, gravin van Manderscheid levert meer op: de heerlijkheden en graafschappen Daun (in 1667 verkocht aan het keurvorstendom Keulen), Falkenstein, Manderscheid en half Reipoltskirchen (in 1730 verkocht aan von Hillesheim). De stamburcht bij het dorp Manderscheid (de Oberburg) wordt in 1673 door Franse troepen verwoest. De status van de graven is niet duidelijk, veel van hun bezittingen vallen onder het hertogdom Luxemburg of de keurvorstendom Trier. In 1672 spreekt het Rijkskamergerecht uit dat de graven Reichsunmittelbar zijn. In 1742 doen de graven nog een poging om toegelaten te worden tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits. In hetzelfde jaar sterft de tak uit. Omdat Maria Francisca Maximiliane, de dochter van de laatste graaf gehwud is met Jan Willem van Manderscheid-Blankenheim vallen de bezittingen aan die tak.
Willem Graaf van Manderscheid-Kail en Salm | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1470 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adelheid van Meurs-Saarwerden |
Les données affichées n'ont aucune source.