Arbre généalogique Van der Kerff » Pieter Willemsz. van der Stam (1696-1771)

Données personnelles Pieter Willemsz. van der Stam 

• Il a été baptisé le 9 décembre 1696 dans Vriezenkoop.Source 1
• Il est enterré le 28 janvier 1771 dans Leimuiden.

  Hervormd begraven Leimuiden 1762-1785
  inventarisnummer9
  bladzijde59
  datum28-01-1771
  naamPieter van der Stam begraven op 28-01-1771, graf 44
  bronDTB-registers
  
  Gaarder gemene middelen impost begraven Leimuiden 1770-1803
  inventarisnummer2
  datum28-01-1771
  naamPieter van der Stam
  brongaarder
  bedrag30 gulden

• Un enfant de Willem Florisz. van der Stam et Eva Cornelisse Mooij
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 18 décembre 2002.

Famille de Pieter Willemsz. van der Stam

Il est marié avec Antje Andrisse Kooij.

Ils se sont mariés le 9 août 1733 à Leimuiden.Source 2

Enfant(s):

1. Jannetje Pietersdr. van der Stam  1734-1759 

Notes par Pieter Willemsz. van der Stam

3-07-1728, Pieter Willensz. van der Stam is mede ondertekenaar van een request aan De Heeren van Leymuyden en Vriesecoop over het houden van een kinderschooltje en het aanstellen van een leermeester binnen het ambacht.

22-02-1764, Claas Bouwman en Cornelis Verhoeff, getrouwd met Jannetje Bouwman, ieder voor 1/3 deel, Jan Weselenburg, getrouwd met Lijsbet van de Geer, nog genoemde Bouwman en Verhoeff, als voogden over Marritje van de Geer, minderjarige dochter van Dirk van de Geer, geboren uit Marritje Bouwman, samen voor 1/3 deel, allen als kinderen en kindskinderen van Elizabeth Lelijveld, weduwe van Hendrik Jansz Bouwman, verkochten op 31-10-1763 aan Everd van Amerongen een perceel wei- of hooiland in de Wester- of Geerpolder, groot 3 morgen, strekkend van de Geerdijk tot het land van de weduwe van Cornelis de Lange, Pieter van der Stam, belend ten oosten de weduwe de Lange en ten westen de weduwe Schenaard; nog 500 roeden land in de Westerpolder, belend ten oosten de weduwe van Cornelis van der Geer, ten zuiden de Geerdijk, ten westen de weduwe van Cornelis de Lange en ten noorden Sijmon Stelling. Koopsom 560 gulden.

13-08-1736, Pieter Willemsz van der Stam, gehuwd met Annetje Andries Kooij, Dirk Cornelisz Groen, gehuwd met Geertje Andries Kooij en Cornelia Andries Kooij, ongehuwd en meerderjarig, allen kinderen van Andries Dirksz Kooij, verkopen aan Willem Sijmonsz Buurman, Cornelis Pietersz van Heijningen en Cornelis Dirksz Reijnsburger land in de geoctroijeerde bedijking in de Grote polder, te weten 1 morgen 373 roeden, maar volgens meting van landmeter Leendert Swemkoop, behalve de Oudshoornse dijk en een gedeelte van de Zuidwetering 1 morgen 355 roeden, strekkende uit de Noordwetering tot aan de volgende partij, belend ten oosten de kopers en ten westen Gerrit Jansz Wouw; nog 1 morgen 266 roeden, strekkend van de vorige partij tot de volgende partij, belend ten oosten en westen als voren; nog 105 roeden met de hele dijkgrond en de halve sloot buiten de ringdijk te schieten, samen te verongelden voor 174 roeden, strekkend van de comparanten tot aan de vorige partij, belend ten oosten de kopers en ten westen Gerrit Jansz Wouw en Claes en Cornelis Dirksz Reijnsburger. De verkopers mogen al dit land gebruiken tot 01-11-1736 voor hooien en grazen, maar niet beweiden; de verkopers mogen het gebruiken na de tweede gewas hooi. Koopsom 8.500 gulden met drie gouden ducatons speldegeld, te voldoen met een schuldbrief, de eerste betaling op 01-05-1737 van 2.000 gulden plus speldegeld zonder rente en 6.500 gulden afbetalen in 7 jaar vanaf 01-05-1738 telkens 100 gulden en op 01-05-1744 de laatste 500 gulden, met rente van 2 1/2vervolg afolio 122. 30-08-1736. Eis van de verkopers contra de kopers, door Hendrik van Heuven als procureur en gemachtigde van de verkopers contra de kopers. De kopers stellen dat bij de koopsom ook hoorde op de eerste betaaldag een half anker wijn en een 'soode vis', terwijl de kopers ook de 40e penning en de tiende verhoging moesten dragen. De verkopers waren nader familie. De gespannen vierschaar stelt de eisers in het gelijk: uit specificatie moest blijken dat de gedaagden 328 gulden en 10 stuivers voor taxatie hebben betaald; de eisers betalen nu 58 gulden en 10 stuivers aan de vierschaar.
inventarisnummer 16 bladzijde 309 datum 15-05-1737 inhoud De kinderen van Andries Dirksz Kooij, te weten Annetje, gehuwd met Pieter Willemsz van der Stam, Geertje, gehuwd met Dirk Cornelisz Groen, Cornelia, gehuwd met Jacob Hendriksz van Wieringen, verkopen aan Huijg Dirksz Lelijvelt en Dirk Jansz Boot veenland binnen de geoctroijeerde bedijking in de Grote polder, te weten een partij te verongelden voor 1 morgen 373 roeden, groot ter halversloten 3 1/2 voet in de Zuidwetering, volgens meting 1 morgen 355 roeden, op de kaart nr. 133, strekkende uit de Noordwetering tot de volgende partij, belend ten oosten Willem Sijmonsz Buurman c.s. en ten westen Gerrit Jansz Wouw; nog een partij te verongelden voor 1 morgen 266 roeden, op de kaart nr. 132, strekkende van de vorige partij tot de volgende partij, belend ten oosten en westen als voren; nog een partij te verongelden voor 174 roeden, volgens meting 105 roeden, op de kaart nr. 131, strekkende vanaf de vorige partij tot de verkopers buiten de voet van de ringdijk, belend ten oosten Willem Sijmonsz Buurman c.s. en ten westen Gerrit Jansz Wouw en Klaas en Cornelis Dirksz Reijnsburger. Koopsom 10.500 gulden en 3 gouden ducatons, waarvan 3.000 gulden en het speldegeld contant en 7.500 gulden met een schuldbrief. vervolg a folio 311. 15-05-1737. Bovengenoemde schuldbrief. Geroijeerd 08-06-1751.

15-05-1737, Scheiding van goederen en effecten tussen de kinderen van Andries Dirksz Kooij, te weten Annetje, gehuwd met Pieter Willemsz van der Stam, Geertje, gehuwd met Dirk Cornelisz Groen en Cornelia, gehuwd met Jacob Hendriksz van Wieringen. Annetje en Cornelia ontvangen een schuldbrief ten laste van Huig Dirksz Lelijvelt en Dirk Jansz Boot van 7.500 gulden en nog 279 gulden 15 stuivers uit handen van Geertje. Ook moeten Annetje en Cornelia een obligatie tot hun last nemen van Kooij ten behoeve van Jan Pietersz van der Mant die tot nu toe behoorde aan het onmondige kind van Cornelis Jansz van der Mant d.d. 24-03-1722, groot 1.000 gulden, nog een obligatie van Kooij ten behoeve van Andries van Staveren d.d. 01-05-1735 groot 400 gulden en tenslotte nog een obligatie ten laste van de kinderen van Kooij ten behoeve van het voornoemde kind van Cornelis Jansz van der Mant d.d. 14-08-1736, groot 1.000 gulden. Geertje ontvangt een huis, erf, berg, schuur en boomgaard met het land erachter aan de Nieuwe sloot in de Grote polder, te verongelden voor een huis en 4 morgen 385 roeden, strekkende uit de Nieuwe sloot tot de comparanten ter halversloot buiten aan de voet van de bedijking, belend ten oosten de weduwe van Hendrik Cornelisz Turkenburg en ten westen Matteuwis Gijsbertsz van Doorn, uitpad op de Lage Rijndijk over het land van Jacob Gijsbertsz Oostrum volgens akte d.d. 03-07-1623; nog een huis, erf, berg, schuur en boomgaard met het land daarachter staande en gelegen als voren, te verongelden voor een huis 2 morgen 387 roeden, strekkende uit de Nieuwe sloot tot aan Huijg Dirksz Lelijvelt en Dirk Jansz Boot buiten de voet van de ringdijk geschoten, belend ten oosten de volgende partij en Willem Sijmonsz Buurman c.s. en ten westen de weduwe van Hendrik Cornelisz Turkenburg; nog een partij land te verongelden voor 3 morgen 3 hond, strekkende uit de Nieuwe sloot tot aan voornoemde Buurman, belend ten oosten burgemeester De Raat en ten westen de voorgaande partij; nog een partij land voren te verongelden voor 3 morgen, strekkende uit de Nieuwe sloot tot de weduwe van Cornelis Willemsz Vermij, belend ten oosten de volgende partij en ten westen Dirk Huijgen de Heer; tenslotte een partij land te verongelden voor 3 morgen, strekkende uit de Nieuwe sloot tot aan de weduwe van Cornelis Willemsz Vermij, belend ten oosten Arij Willemsz Broekhuijsen en ten westen de vorige partij. Uitpad naar Lage Rijndijk over het land van Van Oostrum tegen betaling van 1 gulden per jaar. Dit echtpaar neemt tot last een rentebrief d.d. 07-05-1708 ten laste van Kooij ten behoeve van Jan Sijmensz Vermij, (nu toekomend aan Dirk Cornelisz Schenkevelt) van 1.000 gulden; ook nog een obligatie van Kooij en Lelijvelt d.d. 19-04-1725 van 500 gulden; nog een obligatie van Kooij d.d. 01-06-1733 van 800 gulden; nog een som van 220 gulden 15 stuivers dat de overledene als gestelde voogd over Reijer en Haasje Cornelis Vermij als mede-erfgenamen van de nagelaten goederen van Ermpje Meese Kop, weduwe van Sijmen Cornelisz Schenkevelt. Geertje en haar man zijn schuldig aan de zusjes 279 gulden 15 stuivers. De contante penningen heeft men onderling verdeeld, ook het ongemunte goud en zilver. Onverdeeld blijft een partijtje veenland binnen de geoctroijeerde bedijking in de Grote polder te verongelden voor 165 roeden, volgens de meting 75 roeden, op de kaart nr. 124.vervolg afolio 317. 15-05-1737. Rentebrief van Dirk Cornelisz Groen ten behoeve van Pieter Willemsz van der Stam, wonend te Leimuiden en Jacob Hendriksz van Wieringen, groot 3.000 gulden wegens geleende penningen. Gesteld onderpand: zijn deel uit de bovenvermelde erfenis, te weten 2 keer een huis en partijen land. Geroijeerd 09-08-1745.

20-09-1743, Pieter Willemsz van der Stam uit Vriesekoop verkoopt aan Pieter Witsenburgh uit Hoogmade de helft in een schuldrentebrief d.d. 15-05-1737 ten laste van Dirk Cornelisz Groen, groot 3.300 gulden. Gesteld onderpand: een huis, erf, berg en schuur op de Nieuwesloot in de Grote polder, te verongelden voor een huis en 4 morgen 385 roeden, tussen de Nieuwesloot en Van der Stam buiten aan de voet van de Geoctroijeerde bedijking, belend ten oosten de weduwe van Hendrik Cornelisz Turkenburg en ten westen Mattheeuwis Gijsbertsz van Doorn; nog een huis bij de Nieuwesloot, te verongelden voor een huis en 2 morgen 387 roeden, strekkende van de Nieuwesloot tot Huig Dirksz Lelivelt, belend ten oosten de volgende partij en Willem Sijmonsz Buurman c.s. en ten westen de weduwe van Hendrik Turkenburg; nog 3 morgen 3 hond land, strekkende van de Nieuwesloot tot Buurman c.s. voornoemd, belend ten oosten burgemeester De Raat en ten westen de vorige partij; nog 3 morgen land, strekkende van de Nieuwesloot tot de weduwe van Cornelis Willemsz Vermij, belend ten oosten de volgende partij en ten westen Dirk Huijgen de Heer; nog land 3 morgen land, liggend en strekkend als de vorige partij, belend ten oosten Arij Willemsz Broekhuijsen en ten westen de vorige partij. Koopsom 1.650 gulden.

20-06-1766, Pieter van de Stam, gehuwd met Antje Andriese Kooij en Pieter Steenstra, gehuwd met Aagje Sinnekeveld, die tevoren weduwe was van Jacobus van Wieringen die erfgenaam is geweest van zijn eerdere vrouw Cornelia Andries Kooij, verkopen aan Dirk Groen veenland en water in de Grote polder binnen de Dertigjarige Separatie, nr. 124, groot 165 roeden, te verongelden voor 165 roeden, strekkende van Pieter Jacobsz van der Hoorn tot in de Ringsloot, belend ten oosten Klaas Kooij en Lambert Kruijff c.s. en ten westen Jan Jansz Outshoorn. Koopsom 90 gulden.

Barre chronologique Pieter Willemsz. van der Stam

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants