Helsloot genealogie » Johannes Paulusz "Jan" Paul (1752-1835)

Données personnelles Johannes Paulusz "Jan" Paul 


Famille de Johannes Paulusz "Jan" Paul

Il est marié avec Anna Frederiksdr Strijdhorst.

L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 25 mars 1785 à Zevenhuizen.

Ils se sont mariés à l'église le 17 avril 1785 à Zevenhuizen, il avait 32 ans.


Enfant(s):

  1. Antje Jansdr Paul  1785-1786
  2. Arjaantje Jansdr Paul  1787-< 1796
  3. Simon Paul  1789-1868 
  4. Frederik Paul  1790-1870
  5. Antje Jansdr Paul  1792-1792
  6. Arij Jansz Paul  1793-1806
  7. Hendrik Paul  1794-1866
  8. Antje Jansdr Paul  1800-< 1802
  9. Willem Jansz Paul  1801-1802
  10. Antje Jansdr Paul  1802-1803
  11. Maria Jansdr Paul  1804-1806
  12. Arij Jansz Paul  1806-????
  13. Maria Jansdr Paul  1807-????


Notes par Johannes Paulusz "Jan" Paul

Naam ook Paull.
Naam ook Paulus

Kwam circa 1784 naar Nederland; een vertaling van de meegegeven attestatie wordt bewaard op het gemeente-archief van Zevenhuizen.
Op 5-2-1803 koopt hij een boerderij met 27 morgen land in de Eendrachtspolder te Zevenhuizen, welke hij daarvoor in pacht had. (R.A. Zevenhuizen no. 87). Op 3-5-1808 koopt hij als ook nog een huis met erf. (R.A. Zevenhuizen no. 88).
De eerste bemande ballon, die op 12-7-1785 te ’s-Gravenhage werd opgelaten, kwam op zijn land terecht. Wegens de aangerichte schade aan de gewassen, en het plunderen van het ballonschuitje door de omwonenden, is hierheel wat over te doen geweest. (Zie dagblad “De Maasbode” van 19-7-1935). Hij testeert met zijn vrouw op 24-7-1786 voor nots. Bontenbal te Zevenhuizen (Not. Archief no. 8947).
[bron W. Paul, Ons Voorgeslacht’, jrg. 18 (1963)]

De eerste ballonvaart in Nederlandt:
"In de achttiende eeuw werden in Zevenhuizen verschillende plassen drooggemalen en ontstonden er polders. Eén hiervan was de Eendrachts¬polder. De Kavels 35 en 36 van deze polder, samen groot ruim 27 morgen werden voor "twee duizend zeven guldens en tien stuivers" in 1773 gekocht door Frederik Strijdhorst. Hij werd de eerste landbouwer op dit land en liet hierop een boerderij bouwen. De oorspronkelijke boerderij werd inmiddels vervangen door een andere op dezelfde plaats, genaamd de Morgenster en gelegen aan de Vlietkade no. 5 te Zevenhuizen.
Frederik Strijdhorst was getrouwd met Adriaantje Duynkerken, uit welk huwelijk 5 kinderen volwassen werden.
De oudste hiervan was Anna geboren op 2 november 1764.
Vrij kort na elkaar overleden de beide ouders, Adriaantje in 1781 en Frederik in 1784. Omdat de kinderen nog minderjarig waren, werden door de schout en schepenen van Zevenhuizen enkele voogden benoemd. Anna trouwde op 4 april 1785 met Johan Paulus . Zo wordt de Pruis, die als huursoldaat of hannekemaaier vanuit Greifenberg naar de Nederlanden is gekomen, landbouwer te Zevenhuizen op de boerderij van Frederik Strijdhorst. De tapperij die Frederik dreef naast zijn beroep als landbouwer werd door Johan Paulus niet voortgezet.

In datzelfde jaar 1785 vond de eerste ballonvaart plaats in Nederland. Het was de Fransman Blanchard die op 12 juli 1785 te 's-Gravenhage met een ballon de lucht inging na veel moeilijkheden voor en tijdens het opstijgen. De ballon landde omstreeks 6 uur gaans van 's-Gravenhage te Zevenhuizen op het land van Johan Paulus. Over wat daarna gebeurde verschillen de meningen sterk. Zeker is dat Johan Paulus en de ballonvaarder aanzienlijke schade leden.

In de dagbladen verschenen uitvoerige artikelen over de ballonvaart en de landing te Zevenhuizen. De "Hollandsche Historische Courant" stelde in no. 86 van dinsdag 19 juli 1785 onder meer:
"De onaangenaamheeden, welken die Heer Blanchard aldaar heeft moeten lyden, zyn hem aangedaan, althans grootendeels, niet door Hollanders, maar door de zogenoemde MOFFEN, die men daar in menigte, vooral in de Hooityd, vindt, en tot welk Geslagt de Eigenaar van 't Land, daar hy neerkwam, ook oorspronglyk behoort. Het nadeel, dat die man in zyn land mag geleeden hebben, is veröorzaakt door den razenden aanval van die verbysterde schepzeIs op den Bol, waar van zy zig geen denkbeeld konden vormen, en 't geen dus niet, dan toevallig, aan den Heer Blanchard te wyten is".
Een geheel andere lezing van het gebeurde is dat Johan Paulus c.s. door hun hulpvaardigheid erger voorkwamen voor de ballonvaarders. Jaren later en wel 150 jaar na de eerste ballonvaart in Nederland verscheen hierover een artikel in de Maasbode van 19 juli 1935 waarbij de verschillende gezichtspunten in deze zaak uitvoerig werden belicht en waarin wordt geciteerd uit een door of namens de boeren van Zevenhuizen opgesteld verweerschrift."

Overgenomen uit "de Maasbode" van 19 juli 1935
"DE EERSTE BALLONVAART IN NEDERLAND

's Gravenhage had heden voor 150 jaar de primeur
Een reis met veel wedervaardigheden
Waarbij de boeren van Zevenhuizen een rol speelden.

Was het in November van het jaar 1783 dat de Franschen Pilatre de Rozier en Markies d' Arlandes het wondere waagstuk bestonden zich als eerste menschen met een luchtballon uit den greep van Moeder Aarde los te maken en zich er mee in de wijde oneindigheid te verheffen, reeds vrij spoedig, 12 juli 1785 werd dit machtige schouwspel ook in Nederland vertoond.
De vertooning had plaats, vandaag precies anderhalve eeuw geleden, te 's Gravenhage, terwijl als bedrijver was de Fransche luchtvaarder Pierre Blanchard, die op zijn luchtreis vergezeld werd van den officier Honinchtun.
Reeds waren de ballon en de installatie voor het maken van het gas gedurende eenige dagen op den Oude Hof te zien geweest.
Toen de groote dag was aangebroken werd de ballon des morgens naar de plaats van opstijging gebracht waar tegen het middag uur met de vulling een aanvang werd gemaakt.
Waren de eerste in Frankrijk opgelaten ballons, die der gebroeders Montgolfier, gevuld met verwarmde lucht, welke verkregen werd door het onder de ballon opening in een komfoor verbranden van natgemaakt stroo, spoedig werd, het eerst door Charles, waterstof als vulling gebruikt. Dit gas
werd op de plaats van opstijging gemaakt in een aantal tonnen, die gevuld werden met ijzervijlsel en water, waarin door toevoeging van zwavelzuur, als nieuwe verbinding waterstofgas ontstond, dat door buizen tusschen de tonnen en de ballon in het ballon omhulsel kon stroomen. Deze wyze van gas fabriceeren werd ook in den Haag toegepast.
Doordat de buizen slecht gemaakt waren kon een gedeelte van het gas
ontsnappen. Maar ook het feit, dat het ballonomhulsel, zooals later bleek, aan de bovenzijde met pennemessen baldadiglijk doorstoken was, was oorzaak, dat de ballon om 7 uur des avonds eerst voor tweederde was gevuld. Blanchard zag de onmogelijkheid in, om het voorgenomen plan met twee passagiers op te stijgen ten uitvoer te brengen. Doch de beide passagiers, de heeren Honinchtun en De Bruilpont "even heet op de reis zijne" toonden geen lust om voor elkaar te wijken. De questie liep zoo hoog, dat de Prins van Oranje erbij te pas moest komen, die met Salomo's wijsheid een gulden uit zijn zak opdiepte en "kruis of munt" gooide. Het wreede lot trof den heer De Bruilpont, die den ballon mocht nakijken.

De opstijging
Eindelijk, kwart voor acht was het groote oogenblik daar. Nog enkele slingeringen en daar steeg de ballon omhoog. Reeds voor de opstijging had Blanchard ernstige blikken geworpen naar den hoogen schoorsteen, die precies in de baan van opstijging van den ballon lag.
Zijn angstige voorgevoelens bleken niet ongegrond te zijn geweest, want voor men het besefte, zat de mooie ballon aan "cette maudite cheminée". "De twee lugtreizigers" - zegt het verhaal van een ooggetuige betoonden groote stoutmoedigheid en bedaardheid in het losmaken der touwen en van het net van de schoorsteen, waarin de heer F. Broers van Amsterdam, welke in het venster stond van een nabijgelegen huis en over het klom, alle mogelijke hulp aan de lugtreizigers toebracht. Na deze kleine schok steeg de bol tot boven de wolken".
Aangezien het schoorsteenincident tot het prijsgeven van veel ballast had genoopt, kon de luchtreis niet lang duren. De ballon kwam neer in de buurt van Zevenhuizen. De ontvangst, die den luchtreizigers ten deel viel, was niet bepaald vriendelijk te noemen. De boeren die gewapend waren met stokken en hooivorken, vielen als verwoed op het schuitje aan, dat zij in stukken hakten, terwijl zij de versiering als aandenken meenamen. Wijders eischte de boer, op wiens land de ballon was neergekomen, tien ducaten schadevergoeding, ofschoon geenerlei schade was aangebracht. De slimme Blanchard zeide toen, bij monde van den aanwezig zijnden heer Cutbertson, die Hollandsch en Fransch sprak, dat hij geen geld bij zich had, maar gaarne een brief wilde geven, op vertoon waarvan de boer den volgenden dag 't geld in den Haag kon afhalen. Dit briefje, dat geschreven was in het Fransch, luidde als volgt:
"Ik ondergeteekende verklaar dat een man van mij tien ducaten heeft geeischt, omdat hij mij heeft zien neerkomen op 'n land waar geenerlei schade viel aan te richten. Ik beschuldig hem en anderen mij alle mogelijke kwaad te hebben gedaan, zooals het vernielen van mijn schuitje en het scheuren van mijn ballon. Ook hebben zij alles wat in het schuitje lag meegenomen.
(w.g.)Blanchard
Goed voor 10 ducaten; zij berokkenden mij schade voor 25".
De boer was nu heel behulpzaam, bracht een schuit aan en hielp de luchtreizigers met hun materiaal aan boord. Na twee uren varens werd Rotterdam bereikt; den volgenden dag maakten de koene luchtreizigers hun glorieus entree in den Haag waar zij aanstonds naar Z.K. den Prins Erfstadhouder reden, die beiden ten middagmaal noodde. Over de beschuldiging gericht aan het adres van de bewoners van Zevenhuizen, moet later nog heel wat te doen zijn geweest. Zoo ontdekten we onlangs het bestaan van een zeer zeldzaam geschrift, getiteld:
"De eer van onze landgenoten en dorpelingen van Zevenhuizen verdeedigt tegen zeeker geschrift het welk gevonden in de 's Gravenhaagsche Courant van 15 July 1785".

Het verweer der boeren

Volgens bedoeld geschrift zouden inwoners van het gehucht Zevenhuizen lang niet zoo slecht zijn geweest, als de 's Gravenhaagsche Courant heeft beweerd, en dat de boer Jan Paul genaamd, die vergoeding voor zijn platgetrapt gewas eischte, in zijn volste recht was. Het verweerschrift zegt onder meer: "Dat er boeren bij de heeren luchtreizigers zijn gekomen met
polderstokken, waarmede zij om des te spoediger de behulpzame hand aan de heeren te kunnen bieden, dwars door de polder meede over de slooten zijn gesprongen, dit is een waarheid.
Dat er ook boeren met ditzelfde oogmerk hun gereedschap, waarmede zij in het hooyland hadden gewerkt, hebben bij hun gehad, dit is ook waar. Maar waar of "de wreedheid waarvan geen voorbeeld is", in heeft bestaan, gaat ons verstand te boven.
Of de schrijver (bedoeld is de verslaggever van de 's Gravenhaagsche Courant, die in zijn blad een liefboekje over de boeren van Zevenhuizen had opengedaan) moet dit een wreedheid noemen, als men zijn uiterste devoir toebrenge om zijnen eevenaasten in 't leeven te behouden, gelijk de boer, genaamd Jan Paul, op wiens land de bol is ter needer gekomen, met zijn goede gebuuren hebben gedaan. En hiervan is immers de heer Blanchard zelve overtuigd geweest, toen hij met z'n metgezel nog tusschen heemel en aarde zweefde en in groot gevaar was om in de voor hun liggende plas ter needer te storten, en op het zien van Jan Paul en zijn knegt toeriep "Bon Amici", zijn hand uitstak, die zo koud was als een stuk ijs, en Jan Paul een daalder ten present gaf.

Luchtreizigers zouden waterreizigers zijn geworden

"En waarlijk, als de boeren (in geen groote meenigte zoo als de leugenschrijver bericht) maar zeer weinige, niet waaren komen aan loopen, de heeren luchtreizigers zouden naar allen vermoeden waterreizigers zijn geworden. Want door het beduiden en wenken met handen en voeten van die heeren, begreepen deeze landlieden om aan een lijn, hangende aan de bol te trekken, en op die manier de bol en schuitje neerwaarts te doen komen, daar dezelve anders in de voor hun liggende Bolle Fopse Plas zoude zijn gevallen. Indien zulks ook al geschied ware geweest, stonden er al weederom anderen uit ons Ambacht gereed met hunne riemen en schuitjes, om die heeren te gaan helpen. Deze dienstvaardigheid noemen wij in ons Ambacht menschlievendheid, maar geen "wreedheid waarvan geen voorbeeld is". Of zou de schrijver dit een "wreedheid" noemen? Toen de heeren luchtreizigers wilde hebben dat de boeren in hun schuitje zouden gaan zitten, hetwelk door onze braave landlieden wierd van de hand gewezen.
Dan zouden wij gezegt hebben, dat zij uitzinnig waaren geweest en met hun dierbaar leeven hadden gespot".
De 's Gravenhaagsche Courant had een andere lezing van het geval gegeven. Het blad constateerde: "Zij (de boeren) vielen als verwoed op het schuitje, welke zij in stukken hakten", terwijl het blad over den meergenoemden Jan Paul schreef:"De boer op wiens land dit voorviel was een der driftigste en grootste dieven, ging met een groote stoutmoedigheid naar de bol en eischte tien ducaten voor de voorgewende schade van zijn land, een schade alleen denkbeeldig, en die maar enkel tot een voorwendsel diende van zijn schraapzugt".
De schrijver van het verweerschrift geeft echter toe dat Jan Paul l0 ducaten schadevergoeding eischte. Maar, vraagt de schrijver: "Was deze eisch onwettig? Ofschoon de bol op het weyland is ter neer gekomen, is niet het er naast of teegenoverstaande gras in het hooyland van Jan Paul vertrapt en vertreeden geworden? Om niet te gewagen van zijn staande koorn op het land? Moet men dat maar voor suiker opeeten, als door iemand zijn toedoen, men met ongehoorde en alhier nooit vertoonde, nog gezien zijnde vertooningen, in 't land komt ter needer vallen, waardoor de paarden brieschende, de koeien loeiende en het kleinvee bleetende van angst en schrik als onbesuisde dieren over en door alles heenen vluchten, jaa in gevaar van haar leeven worden gebracht, en ook ter weege brengt dat er duizenden van menschen tezaamen koomen en eeven als reedelooze dieren door en over alles heenen barsten?
Is dat dieverij, als men aan den autheur van dat kwaad schaavergoeding vraagt?
Was het een werktuig ten algemeene of bijzonder nut der menschelijke maatschappij geweest en bij toeval of ongeluk op het land van Jan Paul gekomen, geloof vrijelijk, dat hij meende in de schade zoude willen helpen dragen. Maar hier met een niets beduidende romp, zoo groot als een sesroeden hooyberg?".....

Niet de brave menschen uit Zevenhuizen

Verder in het verweerschrift, geeft de schrijver toe, dat toch wel heel wat menschen zich van brokstukken en gedeelten van den inventaris van Blanchard's ballon hebben meester gemaakt.
Dat zouden echter niet de brave menschen uit Zevenhuizen hebben gedaan, doch uit alle omliggende plaatsen als Nieuwerop d'IJssle, uit de Nieuwerkerksche en Moordrechtsche veenen, van Kralingen, Oudendijk, van binnen en buiten Rotterdam, Hillegondsberg, den Bergschenhoek, Bleiswijk, terbreggen, bewoonders van de Rotte, enz. enz.
Dan komt de aap uit de mouw, als de schrijver op biecht: dat "onder welke groote meenigt er veelen zijn geweest, die op het zien der vlaggen welke de heeren luchtreizigers bij zig hadden, bijnaa uitzinnig zijn geworden en hunne handen in woede geschonden aan het schuitje met plunderen van het gaas en zeildoek, dat om hetzelfde gemaakt was, niettegenstaande de
poogingen der heeren luchtreizigers om hen te stillen en tot bedaaren te brengen. Jaa als men eens kon noemen die en die met naamen, die het gaas en zeildoek als teekenen van overwinninge bewaaren". Het geschrift besluit dan met:
"Iemand de waarheid van dit ons gezegde met monde of geschrifte naader bevestigt willende hebben, kunnen zich vervoegen aan 't Sootjes Verlaat en de zoogenaamde Vijf Huizen. Daar zullen wij een ieder goede onderrichting van 't gebeurde geeven".

De ballonvaart, het neerkomen in Zevenhuizen en de beroering die daarna ontstond werden beschreven in artikelen in de Hollandsche Historische Courant, no. 84 van donderdag 14 juli 1785, no. 85 van zaterdag 16 juli 1785 en no. 86 van dinsdag 19 juli 1785 en eveneens in de 's Gravenhaagsche Courant, no. 84 van 15 juli 1785, no. 88 van 20 juli 1785 en no. 93 van 5 augustus 1785.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Johannes Paulusz "Jan" Paul?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Johannes Paulusz "Jan" Paul

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Johannes Paulusz Paul

Simon Pauly
1676-1719
Johann Gerling
± 1690-????
Maria Terlaff
± 1690-????
Simon Pauli
1707-1761

Johannes Paulusz Paul
1752-1835

1785
Simon Paul
1789-1868
Frederik Paul
1790-1870
Hendrik Paul
1794-1866

    Montrez le quartier généalogique complet

    Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

    • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
    • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
    • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

    Parenté Johannes Paulusz "Jan" Paul



    Visualiser une autre relation

    Les données affichées n'ont aucune source.

    Événements historiques

    • La température le 23 mai 1752 était d'environ 13,0 °C. Le vent venait principalement de l'/du est nordest. Caractérisation du temps: omtrent helder. Source: KNMI
    • En l'an 1752: Source: Wikipedia
      • 7 février » première interdiction de l'Encyclopédie.
      • 29 février » Alaungpaya accède au trône de Birmanie, fondant la dynastie Konbaung.
      • 31 juillet » Antoine Louis Rouillé, comte de Jouy, secrétaire d'État de la Marine, institue par un règlement l'Académie royale de marine de Brest, institutionnalisant l'initiative d'un groupe d'officiers de marine brestois, animé par le capitaine de vaisseau Sébastien-François Bigot de Morogues.
    • La température le 17 avril 1785 était d'environ 10,0 °C. Le vent venait principalement de l'/du sud-est. Caractérisation du temps: omtrent helder. Source: KNMI
    • En l'an 1785: Source: Wikipedia
      • 2 janvier » prise de Mrauk-U par Bodawpaya.
      • 25 janvier » affaire du collier de la reine.
      • 10 mars » Thomas Jefferson succède à Benjamin Franklin comme ambassadeur des États-Unis en France.
      • 20 juillet » Tremblement de terre en Haïti
    

    Même jour de naissance/décès

    Source: Wikipedia

    Source: Wikipedia


    Sur le nom de famille Paul

    • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Paul.
    • Afficher des informations sur Paul sur le site Archives Ouvertes.
    • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Paul.

    La publication Helsloot genealogie a été préparée par .contacter l'auteur
    Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
    Lennart Helsloot, "Helsloot genealogie", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/helsloot-genealogie/I1941.php : consultée 5 juin 2024), "Johannes Paulusz "Jan" Paul (1752-1835)".