Koek en enkele aanverwante families » Abraham Koek Gerritsz (1851-1910)

Données personnelles Abraham Koek Gerritsz 

• Il est né le 7 juin 1851 dans Amsterdam.Les sources 10, 11
• Profession: apotheker, 1876 zonder beroep, 1878 apothecar, 1879-1882-1884-1892-1908 apotheker.
• Éducation: 1871 pharmacie te Nijmegen, 10 oktober 1873 examen hulp-apotheker diploma te Utrecht, 5/7 october 1876 apothekers exame.
• Religion: NH.
• Il est décédé le 18 juin 1910 dans Amsterdam, il avait 59 ans.Les sources 2, 6, 12, 13
• Un enfant de Gerrit Fredrik Koek et Jansje Blok
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 7 novembre 2013.

Famille de Abraham Koek Gerritsz

(1) Il est marié avec Willemina Hendrika Lievers.

Ils ont été fiancés le 2 mai 1878 à Amsterdam.Source 14

Enfant(s):

1. levenloze dochter Koek  1879-1879

(2) Il est marié avec Jeannette Hendrika Catharina Fuchs.

Ils ont été fiancés le 17 août 1883 à Amsterdam.Source 15

Enfant(s):

1. Frederik Koek  1883-1943 
2. Gerrit Frederik Koek  1884-1884
3. Jansje Koek  1887-1941
4. Abramina Koek  1888-1888
5. levenloze zoon Koek  1890-1890
6. J. Koek  ± 1892-????

Notes par Abraham Koek Gerritsz

1851 - geboren aan de Nieuwe Looyersdwarsstraat 11 / 557

7 februari 1871 - ingezonden brief in het Pharmaceutisch Weekblad ondertekend door ·ÄúDe Pharmaceuten der Nijmeegsche Vereeniging, J. Bekker, E.M. van Hille, A. Koek, A.F Nittinger, Theod. Nolet, M. Smeets en A.H. Teijer.·Äù

Op 10 oktober 1873 slaagt hij voor zijn hulp-apothekers examen. Uit het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúDe uitslag van het hulpapothekers-examen van af 6 tot 10 October is geweest, dat van de 8 candidaten toegelaten zijn 2, afgewezen 2, terwijl zich 4 hebben teruggetrokken. De namen van hen, aan wie eene acte van bevoegdheid als hulpapotheker is uitgereikt, zijn: A. Koek, van Amsterdam. R. Dijkstra, van Leeuwarden.·Äù

Op 16 augustus 1874 staat hij gemeld als zijnde werkzaam als hulp-apotheker in de apotheek van zijn vader te Amsterdam.

Op 26 augustus 1875 is hij getuige bij het huwelijk van zijn broer Cornelis Koek met Janna Willemina Götte: ·ÄúIn tegenwoordigheid van: Abraham Koek broeder des echtgenoots apotheker oud vierentwintig·Äú

In 1876 verkrijgt de apothekersopleiding een universitaire status.
Op 16 april 1876 verschijnt een ingezonden brief van A. Koek, rector v.h. Pharmaceuten-Corps Berzelius in het Pharmaceutisch Weekblad waarin hij de opstelling van Berzelius inzake de universitaire status van de opleiding pharmacie verdedigt.

Op zaterdag 6 mei 1876 leidt hij als rector (voorzitter) de algemene vergadering van het pharmaceutisch studenten-corps Berzelius te Amsterdam ·Äúop waardige wijze in·Äù.

Op 15 juni 1876 is hij getuige bij het huwelijk van zijn zuster Jansje Gerardina Koek met Marius Lodewijk Quirin van Ledden Hulsebosch: ·ÄúAbraham Koek broeder als voren zonder beroep oud vijf en twintig ... wonende allen alhier.·Äù

Op 2 oktober 1876 rondt hij met succes het practisch apothekers-examen af om vervolgens op 5 (of7?) october ook voor het mondeling gedeelte te slagen: ·ÄúDit gedeelte van het examen is Dinsdag aangevangen. tot heden (Vrijdag middag) werden tot apothekerj bevorderd: de heeren: ... A. Koek geboren te Amsterdam,...·Äù
·ÄúDe namen van hen, aan wie eene acte van bevoegdheid als apotheker is uitgereikt, nadat zij in handen van en voorzitter den bij de wet gevorderden eed hadden afgelegd, zijn: ... A. Koek, geboren te Amsterdam;·Äù

Op 3 december 1876 verschijnt een ingezonden brief namens Berzelius ondertekend door A. Koek, rector en H. Swart Szn. qq Ab-Actis waarin bezorgdheid getoond wordt over het vertrek van de assistent van het Chemisch Laboratorium dhr. Eijkman zonder dat in zijn opvolging is voorzien. De heer Eijkman vulde een belangrijke leemte in het pharmaceutisch onderwijs.

3 december 1876, kleine advertentie in Pharmaceutisch Weekblad 13.31: ·ÄúG.F. Koek Apotheker te Amsterdam, verlangt een bekwaam ASSISTENT, liefst zoo spoedig mogelijk.·Äù

6 mei 1877 mededeling in Pharmaceutisch Weekblad 14.1: ·Äú1 Mei is de heer A. Koek, apotheker, als deelgenoot in de zaak van zijn vader G.F. Koek, apotheker te Amsterdam, opgenomen, welke zaak voor gemeenschappelijke rekening zal voortgezet worden onder de firma G.F. Koek en Zoon.·Äù Even verderop in de lijst met apothekers: G.F. Koek Amsterdam 3 Nov. 1845, A. Koek Amsterdam 5 Oct. 1876, (Gezamenlijk onder de firma G.F. Koek en Zoon.)

Op 16 mei 1878 trouwt hij met Willemina Hendrika Lievers, eerste huwelijk, huwelijksacte: ·ÄúOp heden zestien Mei Achttienhonderd Acht-en-Zeventig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan
Abraham Koek, apothecar, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige zoon van Gerrit Fredrik Koek, apothecar, en Jansje Blok, wonende alhier, ter eenre en
Willemina Hendrika Lievers, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud acht en twintig jaren, meerderjarige dochter van Dirk Lievers, werker van den handel, wonende alhier en Elisabeth Kloos (of Klaas?), overleden, ter andere zijde. En verklaarden de ouders des bruidegoms en de vader der bruid, voor ons tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit Huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vijfden en twaalfden dezer. Voorts zijn aan ons overgelegd, ten eersten de geboorteacten der verloofden, ten tweeden de doodacte van de moeder der bruid.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligteh zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkdnader zijn verbonden. In tegenwoordigheid van: Cornelis Koek, broeder des echtgenoots, werker van den handel, oud acht en twintig, Marius Lodewijk Quirijn van Ledden Hulsebosch, zwager des echtgenoots, apotheker, oud negen en twintig, Arie Molenaar, boekbinder, oud zes en twintig en Julien Couten, reiziger oud vijf en vijftig jaren wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons is onderteekend.
A. Koek W.H. Lievers J. Couten
G.F. Koek D. Lievers A. Molenaar
J. Blok C. Koek v.Lennep
M.L.Q. v.L. Hulsebosch·Äù

19 mei 1878, kleine advertentie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúGetrouwd: Abraham Koek, Apotheker, met Willemina Hendrika Lievers. Amsterdam, 16 Mei 1878.·Äù

19 en 26 mei en 2 juni 1878 verschijnt de volgenden advertentie in Pharmaceutisch Weekblad: လApotheek-Inrichting. Vertrouwende op den gunstig bekenden naam, welken de firma FERGE & LEMBECK te AMSTERDAM zich sedert den korten tijd van haar bestaan mocht verwerven, wendden wij ons voor de nieuwe inrichting onzer Apotheek tot genoemde firma, wier welvoorziene Magazijn van Flesschen en Potten, met ingebrande nemane, en van geëmailleerd ijzeren etiquetten, alsmede alle pahrmaceutische gereedschappen voor receptuur en defectuur de beste gelegenheid aanbiedt, om zich in den kortst mogelijken tijd van al het noodige te voorzien. wij voelen ons gedrongen, om genoemden Heeren voor de prompte en stipte uitvoering onzer orders en voor de billijke prijzen openlijk ONZEN DANK te betuigen en ieder onzer collegaမs de bovengenoemde firma met warmte aan te bevelen. G.F. KOEK en ZOON, Apothekers. Amsterdam, 9 Mei 1878.ဝ

15 december 1878, calculatie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúDe heeren G.F. Koek en Zoon, apothekers te Amsterdam, verzoeken ons het volgende recept te taxeeren:
muriatis chinini 2,0,
extractit dulcamarae q.s.
ad. pilul. No. 30 argt.
------------
2 gram hydrochlor. chinin. ............................. ƒ 1,50
2 gram (circa) extr. dulcam. etc. ..................... ƒ 0,05
gereedmaken 30 pillen in zilver (2de categ.) ....ƒ 0,30
-------
ƒ 1,85ဝ

12 oktober 1879, rouwadvertentie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúHeden overleed, na eene korte, doch hevige ziekte, mijn hartelijk geliefde Echtgenoote WILLEMINA HENDRIKA LIEVERS, in den ouderdom van 29 jaren. Amsterdam, 29 Sept. ·Äò79. A. KOEK, Apotheker.·Äù

Ca. 1880 bouw van het pand aan de Vijzelgracht.

20 maart 1881, kleine advertentie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúG.F. Koek & zoon, Apothekers te Amsterdam, vragen met 1o Mei een ADSISTENT.·Äù

10 april 1881, kleine advertentie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúG.F. Koek & zoon, Apothekers te Amsterdam, vragen tegen 1o April een ASSISTENT.·Äù

Op 31 augustus 1882 trouwt hij met Jeannette Hendrika Catharina Fuchs, tweede huwelijk, huwelijksacte: ·ÄúOp heden een en dertig Augustus Achttienhonderd Twee-en-Tachtig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan
Abraham Koek, apotheker, geboren en wonende alhier, oud een den dertig jaren, weduwnaar van Willemina Hendrika Lievers, meederjarige zoon van Gerrit Fredrik Koek en Jansje Blok, beiden overleden, ter eenre
Jeannette Hendrika Catharina Fuchs, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerderjarige dochter van: Frederich Fuchs, overleden en Dina Johanna van den Engh, zonder beroep, wonende alhier, ter andere zijde.
De beide afkondigingen tot dit Huwelijk zijn onverhiderd geschied, alhier den twintigsten en zeven en twintigsten dezer. Voorts zijn aan ons overgelegd, ten eersten de geboorte akten der verloofden, ten tweeden de doodakten van de vorige echtgenoote des bruidegoms en van den vader der bruid, ten derden: notariële akte houdende de toestemming van de moeder der bruid.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van: Cornelis Koek, broeder des echtgenoots, werker van den handel oud drie en dertig, Henri Fuchs, broeder der echtgenoote, makelaar oud twee en dertig, Anton Hönch (of Mönch of Mönck?), zwager der echtgenoote, kapper oud vijf en dertig en Marius Lodewijk Quirijn van Ledden Hulsebosch, zwager des echtgenoots, apotheker oud drie en dertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons is onderteekend.
A. Koek A. Mönch
J.H. Fuchs H. Fuchs Driesjan (o.i.d.)
C. Koek
M.L.Q. v. Ledden Hulsebosch·Äù

Op 5 juni 1883 doet hij aangifte van geboorte van zijn zoon Frederik, vergezeld door Gerrit Frederik Koek, 60 jaren, en Henri Fuchs, makelaar, 32 jaren.

Op 1 september 1884 doet hij aangifte van geboorte van zijn zoon Gerrit Frederik, vergezeld door Marius LodewijkQuirin van Ledden Hulsebosch, apotheker 35 jaren oud, en Henri Fuchs, makelaar 34 jaren oud.

Van 24 t/m 16 maart 1885 viert Luctor et Emergo zijn derde lustrum, waarbij Abraham Koek als Praeses Mansae optreedt: ·ÄúDe heer Koek, op verzoek der feestcommissie als praeses mensae opgetreden, opende de rei der toasten met een hartelijke toespraak op den eerevoorzitter, terwijl de volgende toasten op de professoren Sstoedere en de Vries werden uitgebracht.·Äù

In juni 1885 is A. Koek lid van de Commissie van Receptie van de Algemene Vergadering van de Nederlandsche Maatschappij ter Bervordering der Pharmacie: ·ÄúDe Commissie van Receptie (bestaande uit de heeren van Ledden Hulsebosch, Hempenius, Koek, Traus, en de Vogel) heeft gemeend U tot bijwoning van deze vergadering te moeten uitnoodigen, omdat deze zal zijn het brandpunt waar onze Collega·Äôs van Noord en Zuid samenkomen ter bespreking van wetenschappelijke onderwerpen en sociale belangen. Bovendien wordt ons allen eene uitmuntende gelegenheid aangeboden om met tot dusverre onbekend gebleven collega·Äôs kennis te maken en nieuwe vriendschapsbetrekkingen aan te knoopen.·Äù

7 november 1885, kleine advertentie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúH.H. Collega·Äôs die tot nu toe de Solut. Albumis. ferric. dialys. (methode DE GROOT) van ons betrokken, wordt door dezen bericht dat wij genoemd preparaat voortaan bereiden voor de Heeren MASTENBROEK en GALLENKAMP en BROCADES en STHEEMAN en niet meer persoonlijk aan de collega·Äôs afleveren.
G.F. KOEK & Zn.
Amsterdam, 7 November ·Äò85.·Äù In hetzelfde nummer van Pharmaceutisch Tijdschrift worden de resultaten van een vergelijkend warenonderzoek naar de kwaliteit van ijzeralbuminaatoplossingen ·ÄúDe Groot·Äù en ·ÄúDrees·Äù gepubliceerd.

21 november 1885 een vergelijkbare kleine advertentie: ·ÄúDE SOLUT. ALBUMIN. FERRICI (methode DE GROOT) door ons bereid, hebben wij verkrijgbaar gesteld bij de Heeren MASTENBROEK en GALLENKAMP te Amsterdam
en
BROCADES en STHEEMAN te Meppel.
G.F. KOEK & Zn.
Amsterdam, Nov. ·Äò85·Äù In hetzelfde nummer reageert A. Koek op bovengenoemd vergelijkend warenonderzoek, waarin hij aankondigt zich hier verder in te verdiepen.

Op 23 november 1885 reageert J. de Groot met een ingezonden brief op A. Koek waarin hij onder meer schrijft: ·ÄúWat de smaak van het praeparaat betreft, deze is niet te verbeteren ...·Äù

Op 1 december 1885 schrijft hij een uitgebreide ingezonden brief, gepubliceerd in Pharmaceutisch Weekblad 22.32 van 5 december, waarin hij stelt de ·Äúmethode De Groot·Äù verder te kunnen verbeteren. Twee fragmenten daaruit: ·ÄúDialyseert met te land (of liever wil men, zooals de heer de Groot opgeeft, dialyseeren tot de Cl-reactie verdwenen is), dan is het zeker, dat het praeparaat de hoeveelheid Fe2O3 door de Groot opgegeven niet bevat, aangezien bij eene voortgezette dialyse de Albuminas ferricus gedissocieerd wordt, welke dissociatie zoo ver kan gaan, dat men in den dialysator eene stroogele vloeistof overhoudt en op den bodem Fe2H6O6 is afgezet, terwijl de vloeistof het ijzer niet als Ferricum- doch als Ferrosumzout in oplossing bevat. Ook dan zelfs is de Cl-reactie nog niet geheel verdwenen.·Äù ·ÄúDat de smaak, volgens den heer de Groot, niet te verbeteren is, geloof ik wel te mogen tegenspreken. Voorloopige proefnemeningen doe mij het tegendeel vooronderstellen.·Äù

Op 31 januari 1886 is het hem gelukt om een verbeterde ijzeralbuminaatoplossing te produceren en stuurt hij deze op naar de Redactie van Pharmaceutisch Weekblad, die hier in nummer 22.41 van 6 februari over publiceert: ·ÄúMijnheer de Redacteur! Werd door U in uw Blad van 7 November van ·Äòt vorige jaar, na eene door U gemaakte vergelijking der beide Solut. Album. ferrici Drees en de Groot, de wensch geuit, dat het Nederlandsche product de zegepalm mocht wegdragen, sinds dien tijd heb ik gepoogd aan dien wensch, die een algemeene begeerte bleek te worden, te voldoen. In hoeverre ik geslaagd ben, wensch ik ook aan uw oordeel te onderwerpen.·Äù en (over het preparaat de Groot): ·ÄúHinderlijk en onaangenaam om den sterk adstringeerenden smaak, die bij mijn praeparaat slechts in zeer geringe mate is waar te nemen.·Äù De redacteur schrijft vervolgens: ·ÄúIk heb aan het verzoek van den heer Koek voldaan en zijn praeparaat vergeleken met dat van de heeren de Groot en Drees. De smaak van het praeparaat Koek is rinsch, slechts weinig samentrekkend en heeft daarin veel voor boven het praeparaat de Groot. Het is nog wel niet zo zacht van smaak als het praeparaat Drees, maar de heldere vloeistof bij het praeparaat Koek heeft in uiterlijk voorkomen vrij wat voor boven dat van het praeparaat Drees.·Äù en even verder: ·ÄúCaeteris paribus zal men aan het praeparaat Koek wegens den veel zachteren smaak zeer stellig de voorkeur geven boven het praeparaat de Groot.·Äù

Uit Pharmaceutisch Weekblad 22.47 van 20 maart 1886: ·ÄúIn de Geneeskundige Courant van l.l. Zondag deelt de Redactie het volgende mede: ·ÄúSolutio Albuminatis Ferrici Dialysata KOEK. Van de bereidingen met ferrum hebben wij thans voornamelijk vier soorten: het eerste van Drees, het tweede van de Groot, het derde van Verwey, het vierde van Koek. Van het laatste is ons een monster toegezonden, hetgeen we met welgevallen hebben ontvangen, en casu quo aan den een of anderen lijder zullen toedienen. Eene beoordeling kunnen we er niet van geven, doch hebben achting voor de uitspraak van den Redacteur van het Pharmaceutisch Weekblad, die de door dr. Kuthe verdedigde Solutio van Verweij in het midden latende, aan de bereiding van Koek de voorkeur geeft boven die van Drees en de Groot.·Äù en ·ÄúMet de laatste zinsnede van de mededeeling der Redactie van de Geneesk. Cour. stem ik volkomen in en ik heb er mij in verheugd, dat door den ijver van den heer Koek het Nederl. praeparaat in zulk een geschikten vorm ten gebruike gebracht is, dat hem daarvoor alle lof toekomt. Overigens levert de geschiedenis van dit ijzerpraeparaat eene krachtige bijdrage tot de leer der reclame. Zonder reclame, waarvan de eene de andere in hoogere macht opgevolgd is, zou zeer zeker het praeparaat niet zoo algemeen in gebruik zijn gekomen als thans het geval is. Er is concurrentie in het leven geroepen en deze heeft hier eene uitwerking ten goede gehad.·Äù
In 1914 is de methode Koek nog steeds toonaangevend is: လMet voordeel is bij de bereiding van ijzeralbuminaatoplossing, waarvan het oudste voorschrift dat van TRIESE (1877) is, van dialyse gebruik gemaakt. De bereidingsmethoden van DE GROOT (1885) en KOEK (1886), waarnaar het voorschrift voor de Solutio Ferri albuminata der Nederlandsche Pharmacopee is opgesteld, berusten hierop. In tegenstelling met de slechts ten deele door dialyse bereide preparaten der buitenlandsche Pharmacopeeën reageert het gedialyseerde eiwitstaal der Nederlandsche Pharmacopee zuur.ဝ

22 mei 1886, uit Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúDe advertenties betreffende de Solutio Albuminatis ferrici van de heeren de Groot en Koek en Zonen hebben de grenzen van ons vaderland overschreden. De buitenomslat van den Monituer du Practicien is er geheel mede gevuld. Beide wijzen op hunne depothouders in Belgi√´, de eerste te Antwerpen, de tweede te Brussel. Terwijl de heeren Koek en Zonen hun praeparaat al beschrijvende wel wat pompeus aanprijzen, gaat de heer de Groot veel verder. Hij noemt zich ·Äúl·Äôinventeur primitief de la methode à pr√©parer par dialyse une solution pure d·Äôalbuminate de fer·Äù (sec) en levert ten steun van zijn praeparaat min of meer beteekenende getuigschriften van twee Nederlandsche geneeskundigen, prof. dr. Rosenstein te Leiden en dr. Justus de Vrij te Rotterdam, waarin wordt medegedeeld, dat het praeparaat goed verdragen wordt enz. Welke indruk men in Belgi√´ van de Nederlansche pharmacie en pharmaceuten daardoor zal verkrijgen zal, volgt uit het feit, dat juist de ernstigste grief der woordvoerders in Belgi√´ tegen de -sp√©cialit√©s was en is, dat geneeskundigen den fabrikant in de exploitatie steunen, waaruit de minst gewenschte toestand onstaan is en de meest treurige gevolgen ontsproten zijn. Deze attesten beteeken hier zooveel te meer, omdat, naar ik verneem, het praeparaat de Groot in flacons van 60 gram, in elke apotheek in Belgi√´ te koop is.·Äù

Op 26 januari 1887 doet hij aangifte van de geboorte van zijn dochter Jansje.

Familieadvertentie in het Pharmaceutisch Weekblad van 29 januari 1887: ·ÄúBevallen van een MEISJE J.H.C. KOEK-Fuchs.
Amsterdam, 26 Jan. ·Äò87.·Äù

23 april 1887 kleine (personeels) advertentie: ·ÄúG.F. KOEK en Zoon, Apothekers te Amsterdam, vragen zoo spoedig mogelijk een bevoegd ASSISTENT. Onnoodig zich aan te melden zonder bewijzen van goed gedrag en bekwaamheid.·Äù

30 april 1887 kleine advertentie: ·ÄúIn de vacature bij ons is voorzien.
G.F. KOEK en Zoon.
Amsterdam, 29 April 1887·Äù

7 mei 1887, advertentie: ·ÄúDe Solutio Albuminatis Ferrici KOEK, door smaak, stabiliteit en gewaarborgd gehalte aan Albuminas Ferricus, uitmuntende boven de praeparaten DREES en DE GROOT (zie het oordeel van den Redacteur v.h. Pharmac. Weekblad 6 Febr. 1886) is voor H.H. Collega·Äôs in den groothandel verkrijgbaar. G.F. KOEK en ZOON. Apothekers. Amsterdam, Mei ·Äò87.·Äù

2 juli 1887, kort stukje in Pharmaceutisch Weekblad 24.9: ·ÄúDe heer Koek verzoekt mij mede te deelen, dat verreweg het meeste gedroogd eiwit van den handel zinkhoudend is. Het zinkgehalte is afkomstig van de platen, waarop het eiwit gedroogd wordt. Nadat de aandacht der leveranciers gevestigd is, heeft een dezer reeds trachten te bewerken, dat voortaan door de fabrikanten de droging op glazen of porceleinen platen geschiede.·Äù

Op 6 augustus 1887 verschijnt een cryptische advertentie in het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúHeden verzenden wij aan alle Nederl. Apothekers eene brochure getiteld EEN LICHTZINNIG OORDEEL Open brief aan den Heer G.B. Schmidt, Apotheker aan het Binnengasthuis te Amsterdam. (In zake de Solutiones Albuminatis Ferrici dialysatae) van A. KOEK, Apotheker. Op aanvrage zenden wij bovengenoemd schrijven franco aan H.H. Medici en Apothekers.
G.F. KOEK en ZOON, Apothekers.
Amsterdam, 8 Aug. ·Äò87·Äù

Op 5 november 1887 komt hij voor in de Lijst van de Namen en Woonplaatsen der gevestigde Apothekers en Geëxamineerde Drogisten in Nederland op 1 November 1887: လAMSTERDAM. Apothekers. ..... A. Koek. .... M.L.Q. van Ledden Hulsebosch. ....ဝ

Op 14 november 1887 beschrijft P. van Asperen de resultaten van zijn onderzoek naar de verschillende ijzerhoudende preparaten, met name naar het gehalte pepton, wat bij het preparaat Koek het hoogst zou zijn van de ijzeralbuminaatoplossingen.

Op 31 januari 1888 doet hij aangifte van de geboorte van zijn dochter Abramina.

Op 25 februari 1888 verschijnt een open brief van C. le Nobel in Pharmaceutisch Weekblad 24.43 die zich zeer kritisch uitlaat over de vermeende werkwijze van A. Koek. ·ÄúBeter niet gedialyseerd, dan zooals gij het deedt·Äù en ·ÄúBegeef U in den vervolge wat beter beslagen ten ijs alvorens een afkeurend oordeel uit te spreken.·Äù

16 juni 1888, rouwadvertentie: ·ÄúHeden overleed onze jongste lieveling ABRAMINA in den jeugdigen leeftijd van vier maanden.
A. KOEK.
J.H.C. KOEK-Fuchs.
Amsterdam, 10 Juni 1888.·Äù

Op 7 mei 1889 houdt hij een toespraak bij het 10 jarig lustrum van Luctor et Emergo (dat maar liefst 3 dagen dagen duurde!): ·ÄúAchtereenvolgens spraken de H.H. Hempenius, afgevaardigde v/h. Departement Pharmacie van Amsterdam, de Groot, Koek, en nog vele anderen woorden die blijk gaven van hunne sympathie voor Luctor.·Äù

In mei 1889 wordt hij aangewezen als plaatsvervanger voor de afgevaardigde van het Departement Amsterdam in de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie: ·ÄúAls afgevaardigden voor de Algemeene Vergadering der Maatschappij heeft het Departement Amsterdam aangewezen de heeren dr. P. Ankersmit, G.H. Hoorn, en M.L.Q. van Ledden Hulsebosch; plaatsvervangers de heeren L.C.W. Cocx, A. Koek en M.J. van der Plaats.·Äù

15 juni 1889, personeels advertentie: လPROVISOR gevraagd: te Amsterdam in de Apotheek van wijlen den Heer W. BREIJL. Adres bij Apotheker A. KOEK te Amsterdam, bij wien verlangde informatiën te bekomen zijn.ဝ

23 november 1889, uit een verslag van het 30 jarig lustrum van prof. Oudemans (hoogleraar Botanie): ·ÄúNauwelijk had Prof. Oudemans gesproken of de Heer A. Koek bracht in gevoelvolle en gespierde woorden, ook de gelukwensch uit namens eenige oud-leerlingen, er den wensch bijvoegende, dat Prof. Oudemans nog langen tijd voor de Pharmacie werkzaam mocht zijn en bovendien meet dezelfde lust en toewijding de studeerende jongelingschap mocht blijven inspireeren.·Äù

1 mei 1890, kleine advertentie: ·ÄúH.H. Collega·Äôs wordt bericht dat wij aan meerdere aanvraag om de Extracta Narcotica te leveren, niet kunnen voldoen.
Wel zijn bij ons nog verkrijgbaar:
Extract Strychni pulv. 15% Alkaloïden.
Extract Opii pulv. 18% Morphine.
Pulvis Opii pulv. 10% Morphine.
G.F. KOEK & Zoon.·Äù

14 juni 1890, advertentie in Pharmaceutisch Weekblad 27.7: ·ÄúTen einde te voorkomen, dat onze Solutio albumin. ferrici dialys., waarvan de bereiding door de Pharmacopee-Commissie met een zeer kleine wijziging (volgens onze meening geen verbetering) is overgenomen, in miscrediet geraakt, blijven wij voortgaan dezelve te fabriceeren en stellen wij den prijs daarvan voor H.H. Collega·Äôs en apotheekhoudende Geneeskundigen op ∆í 1.20 het kilo, à contant. Hoogachtend, G.F. KOEK & Zn., Apothekers. Amsterdam. Het door ons geleverde praeparaat bevat altijd een constant gehalte aan ijzer en EIWIT.·Äù

Op 26 juni 1890 houdt hij een inleiding: ·ÄúNederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie. De ondergeteekende heeft de eer ter kennis van H.H. Leden der Maatschappij te brengen, dat op den tweeden dag der Algemeende Vergadering (26 Juni a.s. des morgens ten 10 ure) de Heer A. Koek het debat zal inleiden: ·ÄúVerdeeling van arbeid in het Pharmaceutisch Laboratorium. (Galenica)·Äù. Namens het Hoofdbestuur H. Hempenius, Secretaris.·Äù

Op 26 juni 1890 houdt hij op de Algemeene Vergadering der Ned. Mij. ter Bevoredering der Pharmacie te Deventer een inleiding betreffende het zelf bereiden van Galenische geneesmiddelen: ·ÄúOp den tweeden dag werd de Vergadering voortgezet en hield de heer A. Koek, Afgevaardigde van Amsterdam, zijne aangekondigde ·Äúinleiding·Äù, welke,, zooals te verwachten was, nog al eenige discussie uitlokte en waarbij ieder der sprekers zijn standpunt meede te moeten verdedigen. Het debat was zeer geanimeerd. Terwijl de heer K. meer vertrouwen schonk aan galenica door collega·Äôs bereid, dan aan die uit den groothandel betrokken, waren anderen van meening, dat bij galenische geneesmiddelen van aankoop geen sprake mocht zijn, aangezien ieder apotheker vereplicht was die zelf te bereiden, of - wanneer dat niet mogelijk was - die zelf te onderzoeken en zich niet mocht verlaten op het onderzoek of de nauwkeurige bereiding van anderen.·Äù enz.

Op 16 december 1890 geeft hij zich op voor een cursus in bacterioscopie en bacteriologie in het kader van de TBC bestrijding: ·ÄúIn de vergadering van het Departement Amsterdam der Ned. Mij. ter Bevordering der Pharmacie, den 16en dezer gehouden, werd door den heer van Ledden Hulsebosch de vraag besproken:
·ÄúWat moeten de apothekers doen om zich een werkzaam aandeel te verzekeren bij de behandeling van tuberculose.·Äù Op zijn voorstel vereenigden zich een aantal apothekers, om een cursus in baterioscopie en bacteriologie te volgen bij prof. Forster, in wiens laboratorium zij practisch werkzaam zullen zijn. Prof. Forster heeft zich en zijn laboratorium daartoe met de meeste bereidwilligheid beschikbaar gesteld. Tot de eerste ploeg, die in de volgende maand hunne studie in deze richting zullen voortzetten, behooren de heeren: L.A. Bouvy, L.C.W. Cocx, H.C. van Gorcum, F. de Haas, A. Koek, M.L.Q. van Ledden Hulsebosch, M.J. van der Plaats, Jacobus Polak, E. Stark en G. Vriens. Op verzoek van prof. Forster, wiens bereidvaardigheid nier genoeg kan worden gewaardeerd, zal de heer van Ledden Hulsebosch gedurende dezen cursus als assistent fungeeren.·Äù

Ook in januari 1891 wordt er over de IJzeralbuminaatoplossingen geschreven: ·ÄúMag de Pharm. Commissie geen gebruik maken van opmerkingen door mannen die een studie van het praeparaat hebben gemaakt, zooals de Groot, Koek, Kruijsse, Schmidt?·Äù

Uit veel van de ingezonden brieven in Pharmaceutisch Weekblad lijkt een beeld naar voren te komen dat A. Koek een man was die zijn mening niet onder stoelen of banken stak en zelfs graag en regelmatig op lange tenen van collega·Äôs en overheids functionarissen trapte en men is dan geneigd te geloven dat dat ten koste van goede collegiale verhoudingen ging. Uit de open brief door zijn collega en zwager Van Ledden Hulsebosch mag blijken dat dat laatste wel meeviel: ·ÄúAan den Heer A. Koek, Apotheker Amsterdam. Waarde Collega! Toen ik mij neerzette om mijn opstelletje over het verbruik van geneesmiddelen, voorkomende in No. 24 van ditr blad, te schrijven, dacht ik wel dat daarmede tegenspraak zoude uitgelokt worden, ja ik koesterde zelfs de hoop dat dit zoude geschiedden, want ·Äúdu choc des opinions jaillit la lumi√®re·Äù en aan het, onzer onwaardige, klagen dient dan toch een einde te komen. Het doet mij groot genoegen dat gij, die ik sedert jaren meer intiem ken, die ik als flinkt en degelijk pharmaceut, die steeds de belangen der Pharmacie met woord en daad krachtig verdedigt, heb leeren hoogachten en waardeeren, mij die behulpzame hand komt bieden, een voorbeeld dat, naar ik hoop, weldra door anderen gevolgd zal worden. Waarover ik mij echter ten zeerste verwonder waarde Collega! is dat gij mij in een adem, en dit, naar mijn bescheiden meening, geheel ten onrechte, zooals ik dit in het onderstaand antwoord op den open brief, die gij de goedheid hebt gehad aan mijn adres te richten, nader hoop aan te toonen, beschuldigd onlogisch, √©âˆš©nzijdig en inconsequent te zijn, dit laatste gelukkig met een vraagteeken....·Äù

Op 23 februari 1892 spreekt hij bij Scheele: လSCHEELE. Wetenschappelijke Vergadering op DINSDAG den 23 FEBRUARI 1892, ဘs avonds ten 7 1/2 ure, in het lokaal Schäfer. Punten van Behandeling: Lezing van den Heer GLASIUS DE HOLL. Onderwerp: Planten-kleurstoffen. Criticus de heer v. ESSEN.
Memorisatie van den Heer KOEK. Onderwerp: Gal.
Namens het bestuur:
J.A. VAN TOOREN, h.t. Ab-actis.·Äù

9 juli 1892, kleine advertentie: ·ÄúNarcotische Extracten.
H.H. Collega·Äôs, die bovengenoemde extracten van ons willen betrekken, wordt medegedeeld, dat wij na 12 Juli geen bestellingen meer aannemen. Wij verzoeken hun, ons zoo spoedig mogelijk te melden, welke extracten zij verlangen met opgave van hoeveelheden.
Apoth. G.F. KOEK & Zn.,
9 Juli 1892. Amsterdam.·Äù

Van 20 tot 23 juli 1892 viert de Maatschappij ter bevordering der Pharmacie haar 50 jarig bestaan en Abraham Koek is lid van de feestcommissie. ·ÄúDe feestcommissie van het Departement Amsterdam, bestaande uit de heeren Cocx als Voorzitter, Koek, Onder-voorzitter, Rijk, Secretaris, Glinderman, Penningmeester en de Groot, Hempenius, Kruysse Jr., van der Plaats en Schmidt als leden, had in haren oproepingsbrief veel genot voorspeld, althans wanneer weder en ·Äúwind·Äù dienende waren.·Äù ·ÄúNiet minder hoog was de verwachting gespannen voor No. 6 en 8 van het programma, waarop aangekondigd waren: eene aanschouwelijke voorstelling der Pharmacie in de 16de eeuw en eene dito van de 18de en 19de eeuw, beiden geheel bewerkt en gemonteerd door den heer A. Koek. Elk dezer twee voorstellingen was een greep uit het pharmaceutische leven van lang vervlogen dagen, die met historische getrouwheid weergegeven en door verschillende leden der Feestcommissie vertolkt, niet alleen den welverdienden bijval van alle gasten verwierf, maar ook de rechtmatige lof en hulde deed toekomen aan den heer Koek, die de hoofdrollen vervulde, en voor eene meesterlijke mise-en-scene had zorg gedragen. ....·Äù ·ÄúEen waardig slotnummer van het programma was het vrolijke stukje, dat men gevoegelijk eene operette zou kunnen noemen en ·ÄúSequah·Äù heette. ook hierbij was de hoofdrol in handen van den heer Koek, die volgenbs het getuigenis der Haarlemieten, welke den echten kwakzalver aan het Spaarne zgen optreden, dezen in alle opzichten volkomen weergaf. ... De aardige ·Äúposse·Äù beviel uitstekend en de acteurs, die herhaaldelijk werden teruggeroepen, hadden enorm maar welverdiend succes: aan het applaudiseeren kwam bijna geen einde.·Äù ·ÄúDe ziel van dit negental leden, die allen inspireerde, die in zijn gemakkelijke bewegingen vergeleken werd bij een droppel kwik, even vrolijk glanzend en bewegelijk, maar niet zo zwaar op de hand, was Koek, alias Sequah. Wij hoorden hem in een toast aan hem gericht, toespreken als: dichter, acteur, Gesangskomiker, karakterspeler en operettenzanger. Een bagatel!·Äù In het Pharmaceutisch Weekblad van 6 augustus 1892 staat een ingezonden brief van ·ÄúEen apothekersvrouw, die zich uitstekend heeft geamuseerd.·Äù Elders wordt gesproken van ·ÄúRegelings-Commissie·Äù waarvan A. Koek de Onder-Voorzitter is. Vermoedelijk is dit een en dezelfde commissie.

Op 15 september 1892 is hij getuige bij het huwelijk van zijn zuster Elisabeth Koek met Aart van Dijkhuizen: လIn tegenwoordigheid van: Cornelis Koek, broeder der echtgenoote, werkman oud drieenveertig, Marius Lodewijk Quirijn van Ledden Hulsebosch, apotheker, oud drieënveertig, Arie de Molenaar, boekbinder, oud veertig en Abraham Koek broeder der echtgenoote apotheker oud veertig jaren wonende allen alhier.ဝ

Met een ingezondenbrief gepubliceerd op 1 oktober 1892 dreigt hij zijn lidmaatschap van de Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie op te zeggen: လWel Ed. Heeren; Met verbazing nam ik nota van us schrijven လaan de geneeskundigen van Nederland.ဝ Ik bemerkte daaruit dat het terrein der specialités nog veel uitgestrekter is dan ik tot nu toe dacht.ဝ en aan het slot: လOok uwe insinuatiën acht ik partijdig ..... trouwens dat zijn insinuatiën altijd.
Om deze redenen zal ik, tot mijn leedwezen, voor het Lidmaatschap der Maatschappij moeten bedanken, aangezien ik niet van plan ben de exploitatie van mijn praeparaat te laten varen en niet gaarne de kans wil loopen van als Specialiteits-fabrikant door U als lid geschrapt te worden.
Hoogachtend
Uw Dw. Dienaar
A. Koek
Apotheker.·Äù

8 oktober 1892, ingezonden brief in het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúAan de Redactie van het Pharmaceutisch Weekblad. Wij hebben niet zonder verbazing kennis genomen van den inhoud van het schrijven van den heer Koek in het nunmmer van 2 Oct. jl.
Blijkbaar heeft de heer Koek de strekking van den brief van het Hoofdbestuur aan de geneeskundigen nier juist opgevat.
De bedoeling van dezen brief, die een uitvloeisel is van het besluit der Algemeene Vergadering, is geene andere, dan te trachten de geneeskundigen tot het voorschrijven van de praeparaten der pharmacopee te bewegen.
De brief draagt in geen enkel opzicht het kenmerk van tegen bijzondere personen gericht te zijn. Wil de heer Koek daarin insinuaties zien tegen hem persoonlijk, dat is zijn zaak; wij meenen te kunnen volstaan met de hierboven gegeven verklaring en achten het daarom overbodig in nadere bijzonderheden te treden.
Namens het Hoofdbestuur der Ned. Mij. ter bevordering deer Pharmacie,
H. Wefers Bettink, Voorzitter.
van Ledden Hulsebosch, Secretaris.·Äù

Op 22 november 1892 houdt hij een lezing over Bloed: ·ÄúSCHEELE Wetenschappelijke Vergadering op DINSDAG den 22sten Nov. 1892, ·Äòs avonds ten 7 1/2 ure, in het lokaal Fiselthaler.
Punten van behandeling:
Lezing van den Heer KOEK.
Onderwerp: Bloed.
Criticus de heer VAN DEN DRIES.
Memorisatie van den Heer FEHRMANN.
Namens het Bestuur:
J.A. VAN TOOREN, h.t. Ab-actis.·Äù

Op 2 februari 1893 is hij criticus bij de lezing van Oudenampsen over Saccharimeters: ·ÄúSCHEELE. Wetenschappelijke Vergadering op DONDERDAG den 2 Febr. 1893, ·Äòs avonds ten 7 1/2 ure, in het lokaal Fisselthaler. Punten van Behandeling: Lezing van den Heer OUDENAMPSEN. Onderwerp: Saccharimeters. Criticus de heer KOEK. Memorisatie van den Heer DOUWES DEKKER. Onderwerp Cyaanverbindingen. Namens het Bestuur: J.A. VAN TOOREN, h.t. Ab-Actis.·Äù

In een ingezonden brief in Pharmaceutisch Weekblad 29.40 van 4 februari 1893 komt hij op voor zijn collega Nanning, wiens handelwijze hij niet wil goedkeuren, maar die hij wel te lichtvaardig veroordeeld vindt.

Op 17 juni 1893 verschijnt de volgende kleine advertentie in het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúH.H. Collega·Äôs! die dit jaar de narcotische extracten van ons wenschen te ontvangen, gelieven vóór 1e. Juli hunne opgave aan ons te doen. Na dien tijd worden geen bestellingen meer aangenomen.
G.F. KOEK & Zn.
Amsterdam, 15 Juni ·Äò98.·Äù

Op 16 september 1893 verschijnt de volgende kleine advertentie in het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúL.S. H.H. Collega·Äôs, die zooals reeds zoovelen deden, zich op de hoogte willen stellen der ernstige ongesteldheid van mijn zwager v. Ledden Huldsebosch, worden beleefd verzocht hunnen inlichtingen daaromtrent te willen inwinnen òf aan de hulp-Apotheek, Stroomarkt alhier, òf aan ondergeteekende.
A. KOEK.
Amsterdam, 15 Sept. ·Äò93.·Äù

Op 28 oktober 1893 verschijnt de volgende kleine advertentie in het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúDe APOTHEEK en LABORATORIA van G.F. KOEK en ZOON zijn verplaatst van NOORDERSTRAAT hoek N. Looiersdwarsstraat naar NOORDERSTRAAT hoek Vijzelgracht.
Amsterdam, 22 October.·Äù

Op 2 december 1893 wordt hij genoemd in een artikel in het Pharmaceutisch Weekblad: လCollega Koek te Amsterdam heeft namelijk indertijd medegedeeld, dat hij een wijziging gebracht had in de bereiding van narkotische extracten en daardoor een product kreeg, dat uitmuntte in hoeveelheid en in hoog alkaloïdgehalte.ဝ ... လDe opbrengst was zeer in het voordeel der Koekမsche methode.ဝ

Op 9 december 1893 staat een aanvulling op bovenstaande in Pharmaceutisch Weekblad 30.32: ·ÄúDe heer A. Koek verzoekt mij mee te deelen dat hij de narkotische extracten geheel bereidt volgens de Pharmacopee en de verwarmingsmethode alleen toegepast heeft op kleinere hoeveelheden, bij wijze van proef. Uit mijn artikeltje in het vorig nommer zou men - meent hij - allicht het tegendeel kunnen opmaken. G.B.S.·Äù

12 mei 1894, ingezonden brief in Pharmaceutisch Weekblad 31.2: ·ÄúDe Heer Redacteur van ·Äòt Pharmaceutisch weekblad! Hooggeachte Heer! Zou u ·Äòt onderstaand in Uw weekblad willen plaatsen? De heer Apotheker van Staveren vraagt in ·Äòt laatste nummer eene verklaring over phosphoresceerende valeriaanse chinini. Vergun mij, dat ik hem even mededeel dat ik ·Äòt feit zelf reeds voor maanden ontdekte en er over sprak met den heer Koek en den heer van Gelder - ·Äòt bestudeerde mer den heer Prof. Gunning - die mij voor de mededeeling van ·Äòt verschijnsel bedankte - den heer Prof. Stoeder - die ·Äòt feit noteerde - Dr.Ch. van Deventer - met wien ik reeds maanden geleden dit feit besprak, dat ik reeds ettelijke uren in de maand April met Prof. van ·Äòt Hoff proeven nam en dat ik in ·Äòt laboratorium van Prof. v.d. Waals nog bezig ben meet dit feit te bestudeeren. In geval de heer van Staveren ·Äòt Maandblad voor Natuurwetenschappen leest, dan zal hij daarin spoedig eene verhandeling van mijne hand over valerianas chinini en oveer nog enkele stoffen, waarvan ik ·Äòt zelfde ontdekte, vinden. Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn, M. de Jong. Apotheker.·Äù

13 oktober 1894, bericht in Pharmaceutisch Weekblad 31.24: ·ÄúDe firma G.F. Koek en Zoon, apothekers alhier, hebben op de tentoonstelling te Antwerpen de gouden medaille behaald voor pharmaceutische producten (ijzeralbuminaat oplossing).

In een uitgebreide ingezonden brief d.d. 26 december 1894 gepubliceerd in Pharmaceutisch Weekblad 31.36 van 5 januari 1895 uit hij zijn kritiek op de plannen voor staatsapotheken.
Op 11 januari reageert dr. G.W. Bruinsma op het stuk door A. Koek met een open brief gepubliceerd op 19 januari 1895.
Op 28 januari 1995 reageert hij met een ingezonden brief gepubliceerd op 2 februari 1895 op dr. G. W. Bruinsma te Steenbergen inzake het scheiden der Geneeskunde en Artseneibereidkunde en Staatsapotheken.

Op 6 april 1895 verschijnt de volgende kleine advertentie in het Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúAan H.H. Collega·Äôs! In de door ons in de volgende week te verzenden circulaires (waarin wij u de vestiging doen wetenn van eene filiaal te Amsterdam van Gebroeders BORREMANS te Hal) is door den zetter eene fout gemaakt, die allicht hilariteit zou kunnen doen ontstaan.
In plaats van L.S. heeft die heer abusievelijk L.C. gedrukt.
Wij maken er op deze wijze melding van, om te voorkomen, dat men ons om uitlegging komt vragen.
Hoogachtend, Uwe dienstw., G.F. KOEK & Zn.
Amsterdam, 4 April 1895.·Äù

24 augustus 1895, bericht in Pharmaceutisch Weekblad 32.17: လNaar men ons mededeelt, zijn door de jury der tentoonstelling voor hygiëne te Genève, behalve de reeds vermelde, nog de volgende onderscheidingen aan Nederlandsche firmaမs toegekend:
Grand Prix (hoogste onderscheiding): Utermöhlen & Co., Amsterdam.
Diplôme dမhonneur: Wilhelmina-bron, Haarlem.
Diplôme dမhonneur: N. Verweij en Co., Tiel.
Diplôme dမhonneur: Sanders en Co., Leiden.
Medaille d·Äôor: A. Koek, Amsterdam.
Medaille d·Äôor: Hollandia-bron, Haarlem.
Medaille d·Äôor: A. Lagaaij, Rotterdam.·Äù

Op 8 october 1895 brengt hij een bezoek aan Berlijn: လDe vergadering der Pharmaceutische Gesellschaft te Berlijn van 8 October j.l. werd o.a. bezocht door de leden Koek, Verweij en van Ledden Hulsebosch. Laatst genoemde hield eene voordracht: လUeber die Bereitung und Untersuchung von Chinaextractenဝ, demonstreerde zijnen perforator (in werking) en vertoonde de sneeuw-witte, gekristalliseerde alkaloïden, die hij uit 1 grm. China liquida en uit 0,5 grm. Extr. Strychni quantitatief afgezonderd had.ဝ

In 1896 toont hij aan dat kurk-bestanddelen oplosbaar zijn in ether en dat het dus de voorkeur verdient glazen stoppen te gebruiken in plaats van kurk.

Blijkens een artikel in Pharmaceutisch Weekblad 32.52 heeft hij in een prijsvraag met twee uit vier bereidings methodes het beste resultaat.

In mei 1896 dient A. Koek samen met enkele andere Amsterdamse apothekers een voorstel in bij de Algemene Vergadering van de Ned. Mij. ter bevordering der Pharmacie waarin zij voorstellen om toe te staan dat apothekers mogen adverteren in ·Äúpublieke bladen·Äù voor ·Äúnagemaakte·Äù specialiteiten, zonder het specifieke doel van deze specialiteiten te vermelden, mits met toestemming van het hoofdbestuur van de Mij. De Algemene Vergadering wenste geen stelling in te nemen over dit voorstel.

10 october 1896, kleine advertentie in Pharmaceutisch Weekblad: ·ÄúMijne welgemeende gelukwenschen aan die Collega·Äôs, die evenals ik, op een dezer dagen hunne 20-jarige promotie mochten herdenken. Amsterdam, 6 Oct. ·Äò96. A. KOEK.·Äù

Mededeling van het departement Rotterdam in Pharmaceutisch Weekblad 33.46: ·ÄúIn de Vergadering kwam ook ter sprake het verslag van de hand van den heer Koek opgenomen in het Pharm. Weekbl. van de Vergadering van het Amsterdamsche Departement van 19 Januari. Nu uit een ingezonden stuk van den heer Schmidt in het laaste No. van het Weekblad gebleken was, dat niet de meening van het Amsterd. Dept. doch die van den heer Koek ten opzichte van den brief van het Rotterd. Dept. aan den geneesk. raad voor Zuidholland, in dat verslag was weergegeven, had men verwacht, dat het Dept. den heer Koek, in deze had gedesavoueerd. Nu dit Dept. zulks had nagelaten, wenschten sommige leden hierover met het Zusterdepartement of met het Hoofdbestuur in briefwisseling te treden. Besloten werd echter de zaak te laten rusten.·Äù

Op 18 mei 1897 wordt hij op de vergadering van het Departement Amsterdam gekozen tot afgevaardigde naar de Algemene Vergadering van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie.
Op de Algemene Vergadering van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie in juli 1897 gehouden te Vlissingen vertegenwoordigt hij het Departement Amsterdam: ·ÄúAmsterdam (Koek) dankt de aftredende Hoofdbestuurders voor alles wat zij gedurende hun lidmaatschap hebben verricht en daarop sluit de Voorzitter de 46-ste algemeene vergadering.·Äù

Op 17 mei 1898 wordt hij wederom op de vergadering van het Departement Amsterdam gekozen tot afgevaardigde naar de Algemene Vergadering van de Nederlandsch Maatschappij ter bevordering der Pharmacie.

In 1898 wordt hij bedankt voor zijn inspanningen voor het Ondersteuningsfonds: ·ÄúDe Voorzitter bracht den dank aan de Commissie voor hare bemoeiingen en aan de heeren Koek en Michel, die in het afgelopen jaar te Amsterdam vele nieuwe donateurs aan het fonds bezorgden.·Äù

In 1899 komt aspirine op de markt - een van de eerste op grote schaal gefabriceerde geneesmiddelen in tabletvorm - en de drogisten grijpen hun kans op deze markt die de apothekers in eerste instantie links laten liggen!

Uit het Pharmaceutisch Weekblad van 5 augustus 1899: ·ÄúToen ik in het vorige jaar (1898, red.), als Voorz. der Mij., te ·Äòs Hertogenbosch, aan het eind der Alg.Verg. het punt van de agenda aan de orde stelde: Waar onze eerstvolgende Algemeene Vergadering zou worden gehouden, toe volgde daarop, velen uwer zullen het zich nog herinneren, een ogenblik, ja een vrij lang ogenblik, van diepe, ik zou haast zeggen, van pijnlijke stilte. Eindelijk stond de afgevaardigde van Amsterdam, de Hr. Koek op, en noodigde, namens zijn Dept. de Alg. Verg. in 1899 in de Hoofdplaats des Rijks uit. De Verg. hechtte door luid applaus hieraan hare goedkeuring. Uit hetzelfde verslag ·ÄúHieruit blijkt dat 11 personen de contributie opzegden doch dat niet minder dan 58 nieuwe leden toetraden. Tot deze vermeerdering hebben niet weinig bijgedragen pogingen door de heeren Koek en Michel te Amsterdam in het werk gesteld. Door hunne bemoeingen werden niet minder dan 42 leden gewonnen.·Äù

Mei 1900, op de vergadering van het departement Amsterdam van de Ned. Mij. ter Bevordering der Pharmacie wordt hij benoemd tot plaatsveervangend afgevaardigde naar de Algemeende Vergadering.

In 1900 wordt hij gezien als een man (apotheker) van invloed: ·ÄúDan zal het noodig zijn, dat mannen vabn invloed onder ons (à vous Koek en van Staveren) als wakkere aanvoerders optreden en dan ben ik gaarne bereid als eenvoudig soldaat mij in de gelederen van hen te scharen, die willen opkomen en strijden tegen de tyrannie van fondsmonarchen.·Äù

Op 6 october 1901 viert hij zijn 25-jarig jubileum als apotheker. ·ÄúBij de 25jarige jubilea van onze collega·Äôs KOEK en V.D. PLAATS heeft het Bestuur hen namens het Departement gelukgewenscht.·Äù
Een kleine advertentie van 12 oktober 1901: ·ÄúMede namens mijn gezin zeg ik dank aan alle collega·Äôs, Vrienden en Assistenten, die den 6en dezer maand voor ons tot een onvergetelijken feestdag hebben gemaakt. A. KOEK, Apotheker, Amsterdam, 12 October 1901.·Äù

Uit Pharmaceutisch Weekblad 39.9 van 1 maart 1902: ·ÄúIs het consequent het eene te veroordelen, het tweede aan te moedigen? Onder de apothekers, die fabriceeren met geheimhouding, wil ik even de volgenden noemen: BONNEMA, HOFMAN, HONDIUS, BOLDINGH, HILLEN, VAN ITALIE, VAN KETEL, KOEK, VAN LEDDEN HULSEBOSCH, ROMIJN, SPRUYT en WINTER; deze allen bereiden ·Äòt zij verbandstoffen, bronzouten, chemische of galenische paeparaten, hetwelk toe te juichen is. ... Waar is het oordeel gebleven van de Pharmaceutische Justitie? Het is niet vernomen. Is het dus ten onrechte, dat ik spreek van ·Äòklasse justitie der Pharmacie·Äù.

Op 18 november 1902 wordt hij kandidaat gesteld voor de functie van 2de Secretaris van het Departement Amsterdam van de Ned. Mij. ter Bevordering der Pharmacie: ·ÄúOp het dubbeltal voor 2den Secretaris van het Bestuur, (vacature V.d. Plaats) worden door de vergadering gebracht de Heeren JONKMAN en KOEK. Uit dezen moet op de volgende vergadering een definitieve keuze worden gedaan. Op 16 december geeft hij echter aan geen kandidaat te zijn: ·ÄúNadat op de vergadering van 16 Dec. collega KOEK verzocht had, bij de stemming voor een bestuuurslid, niet in aanmerking te komen, wijl hij eene eventueele benoeming niet zou aanvaarden, werd de heer Jonkman tot bestuurslid gekozen.·Äù
Eind 1902 is sprake van een ·Äúmalaise, en door de hoogere stedelijke belastingen, waarlijk weinig genegen zullen zijn zich vrijwillig nog hoogere uitgaven op den hals te halen.·Äù in een commentaar op een voorgestelde collectieve verzekering.

In 1903 is hij woonachtig aan de Vijzelgracht 19, Amsterdam.

Op 17 november 1903 verdedigt hij een stelling: ·ÄúDe stelling, dat het ten deele afschaffen van het provisoraat voorzeker wel het beste middel zou zijn tot lotsverbetering, door collega KOEK verdedigd, mocht na velerlei bespreking, niet zooveel sympathie verwerven als de spreker zich had toegewenscht. K.·Äù

In 1904 ziet hij zich gedwongen zicht terug te trekken als verslaggever van de vergaderingen van het Dpartement Amsterdam van de N.Mij.t.B.d.Ph.: ·ÄúNadat de secretaris de notulen van de vorige vergadering had voorgelezen deelde de Voorzitter mede, dat een schrijven was ingekomen van den Heer KOEK, dat hij in het vervolg door omstandigheden, weinig de vergaderingen zou bijwonen en daarom onstlag vroeg als verslaggever voor het Ph. W. Blad.·Äù

1906 ·ÄúIn gedeeltelijk rhytmische bewoordingen, richtte vervolgens nog de heer KOEK het woord tot zijn door hem zoo hooggeschatten collega (Jacobus Polak, red.), die zeide hij, nu nog met even onverflauwden ijver, overal waar het noodig blijkt, tot in den gemeenteraad der hoofdstad, de pharmaceutische belangen voorstaat, zooals hij dat reeds deed dertig jaar geleden, toe spreker hem leerde kennen.·Äù

Op 5 november 1908 is hij getuige bij het huwelijk van zijn neef (oomzegger) Herman Koek met Wilhelmina Adriana Smits: ·ÄúAls getuigen waren tegenwoordig: Gerrit Frederik Koek, broeder des echtgenoots, arts, oud eenendertig jaren, wonende alhier, Jan de Jong, zwager des echtgenoots, Hoofdambtenaar bij het departement van Landbouw, Handel en Nijverheid, oud dertig jaar, wonende te ·Äòs Gravenhage, Abraham Koek, Oom des echtgenoots, apotheker, oud zevenenvijftig jaren en Johannes Faber, bode ter Gemeente Secretarie, oud drie en twintig jaren, beiden wonende alhier.

UIt het Pharmaceutisch Weekblad van 15 april 1911: ·ÄúVóór in dit verslag melding te maken van zaken van meer algemeenen aard past het hier eerst drie personen te herdenken, die een belangrijke rol hebben gespeeld in heet Departement. Het betreft hier ons eerelid den Heer JACOBUS POLAK en het oud bestuurslid den Heer E.L. GLINDERMAN, benevens den ontslapen A. KOEK.
..........
Ten slotte past het hier een woord van erkentelijkheid te wijden aan de nagedachtenis van den Heer A. KOEK, die op den 18den Juni 1910 na een langdurige ziekte overleed. Hij heeft dikwijls met grooten ijver als beweegkracht ten goede gediend en vaak met den daad getoond hoe wel hij het meende met de Pharmacie. Het bestuur en zeer vele leden waren bij de teraardebestelling aanwezig.·Äù

Uit de telefoongids van 1915: Apotheek G.F. Koek & Zn., Vijzelgracht 19, Amsterdam.
Uit het dienstrooster 1917: G.F. Koek & Zn. Vijzelgracht 19, H.M. van Linschoten apotheker.
Op de woningkaart van Vijzelgracht 19 huis staan geregistreerd:
Linschoten, van, Herni M. | ·Äò73 | ? | ? | | | | op 27-4-1937 vertrokken naar Bussum
Beckers, Guillaume P.M. | ·Äò06 | 1 | - | 4.1.37 | van Utrecht op 1.12.1949 vertrokken naar Nmg
E. Beckers Manussen, Ada C.C.H. | ·Äò08 | 1 | 1 | | 1.12.49 zie 1 post hoger op 9.2.1950 vertrokken naar Nmg
Henneman, Lambertus A.J. ·Äò08 | 4 | 1 | | 29/1/50 van Delft |
1989 Apotheek Fa. G.F. Koek & zoon, G.C. Henneman-Luining Apotheker, Vijzelgracht 19 Telefoon 23 59 49.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Abraham Koek Gerritsz?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Abraham Koek Gerritsz

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants